38 De Buitenschool. Publicaties vestigen de indruk dat het kostenaspect wat overbelicht dreigt te worden, hoewel in vergelijking met andere scholen in andere plaatsen Leeuwarden niets te klagen heeft. Door het terugdringen van het kostenniveau daalt het voorzieningenniveau. Juist die leerlingen, die door het hoger voorzieningenniveau thuis kunnen blijven wonen, drei gen daardoor buiten de boot te vallen. Mijns inziens dienen wij niet zozeer naar het voor zieningenniveau te kijken, maar naar de schoolbevolking, zodat alleen die leerlingen van het voorzieningenniveau gebruik maken voor wie het bedoeld is. Het totaal van de kosten zou wellicht ingeperkt kunnen worden door een strengere selectie. Voortgezet onderwijs. De donkere wolken, die zich in het afgelopen jaar boven het voortgezet onderwijs sa menpakten (Hefvo-operatie) schijnen te zijn overgedreven. Toch is het gevaar niet geheel naar de achtergrond verdwenen. De ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs in de richting van het voortgezet basisonderwijs (VBAO) gaan door. Efficiency en schaalver groting zijn nu eenmaal sleutelwoorden in Den Haag. Zoals bekend ziet mijn fractie het onderwijs in het verlengde van het gezin. De overheid zal moeten blijven waarborgen dat ouders kiezen overeenkomstig hun overtuiging. Het zou ons niet verbazen als de invoe ring van het VBAO door het rijk gebruikt wordt om mede de schaalvergroting door te voeren. Dan is het zaak ook als gemeente alert te blijven. Gemeentelijke Sociale Dienst. Bij de praktische toepassing van de beleidsuitgangspunten met betrekking tot wo ningdelers en economische eenheden in het kader van de Algemene Bijstandswet (ABW) is onrust onder het personeel naar buiten gekomen. Dat medewerkers moeten uitvoeren wat politiek verantwoordelijken menen dat dient te worden uitgevoerd, staat natuurlijk buiten kijf. Maar dat er onrust is gekomen acht mijn fractie wel begrijpelijk, omdat het beleid met betrekking tot de vaststelling van de aanwezigheid van een zogenaamde economische eenheid door b.&w. zodanig is gewijzigd dat de nieuwe gevallen duidelijk beter af zijn dan voorheen. Dat zou niet zo erg zijn, integendeel, als die beleidswijziging juist zou zijn. Maar dat is ze nu eenmaal niet. Krachtens het door b.&w. vastgestelde nieuw beleid mag alleen gekeken worden naar eventuele financiële verwevenheid. Zoals ik bij de be handeling van de desbetreffende nota in de raadsvergadering van 24 juni 1985 echter ook al heb gezegd verengen b.&w. de door de Kroonjurisprudentie gevormde regel op onaan vaardbare wijze en voeren daardoor een te ruim bijstandsverlenend beleid in dezen. De Kroon hanteert de regel dat een bijstandsverlenend orgaan in redelijkheid mag afgaan op de schijn, die door betrokkenen naar buiten wordt gewekt, en dat derhalve bezien moet worden of het bestaan van een situatie, als bedoeld, aan de hand van alle feiten en om standigheden aannemelijk is. Mijn fractie houdt staande dat b.&w. niet de vrijheid hebben af te wijken van dat door de Kroonjurisprudentie gevormde beoordelingscriterium. Belang rijk in dit verband is hoe het Rijksconsulentschap bij de controle zal reageren. Het kan de gemeente in die gevallen komen te staan op het onthouden van de rijksbijdrage. Het gemeentelijk jeugdwerkplan. Op pagina 11-65 stelt het college dat het laten vervallen van de RWW-uitkering voor jonge werklozen, die geen plaats in het kader van het JWG-plan ambiëren, een ontoelaat bare dwang tot deelname betekent. Mijns inziens een onjuiste stelling! Geen uitkering in die gevallen is in overeenstemming met de gedragslijn ten aanzien van andere voorzienin gen. Het is een juist gevolg van het verwijtbaar gedrag, om de mogelijkheid om zelf in de kosten van het bestaan te voorzien, niet te benutten. Reiniging. „De verontreiniging van de openbare weg en groenstroken door hondenuitwerpselen heeft naar onze mening ontoelaatbare vormen aangenomen", aldus het college. Kennelijk heeft het collegeprogram wat aan inwendige zending gedaan. Het is niet alleen de mening van het college en niet pas nu, maar het is al jaren de mening van praktisch de gehele burgerij. Niet verwonderlijk dus dat hier en daar een homerisch gelach werd gehoord. Mijn fractie verwijst naar mijn bijdrage in de algemene beschouwingen van voorgaande ja ren. Toen bagatelliseerde het college keer op keer de ergernis: de natuur regelt het schoonhouden zelf, het regent ook wel weer eens. Naar de burger werd niet geluisterd. In de afdelingsvergadering is dit punt al aangeroerd, zodat ik aan de hondenverontreini ging dan ook niet veel woorden zal vuil maken. De smurrie is smerig genoeg. Milieutech nische en andere maatregelen wachten wij af. Laat mij er nog dit van zeggen. Er rijden in Amsterdam vuilniswagens rond, waarop een affiche is geplakt: „Wie zijn hond laat poe pen, zet zichzelf te kakken." Excuseer de wat platte taal. Zo'n actie haalt natuurlijk wei nig uit. Toch zijn er wereldsteden, waar de straten brandschoon zijn. Er is overigens nog een artikel in de Algemene Politieverordening namelijk artikel C67. Zo nodig moet dat dan maar aangepast worden. Als zogenaamde hondenliefhebbers er met de pet naar blijven gooien - figuurlijk gesproken, anders komen er misverstanden! - en als controle niet 39 helpt, dan maar een fikse boete. Dat zal hondeneigenaren pas zindelijk maken. Milieubeheer Bij het groenbeheer is het nodig uit te gaan „van de strengste normen, die aan de kwaliteit van het milieu worden gesteld." Wij onderstrepen dan ook van harte het stand punt van het college, „dat uitgaat van een levensstijl,- waarbij met natuur, grondstoffen en energie zorgvuldig en spaarzaam wordt omgegaan." Wij zullen zuinig moeten zijn op Gods schepping. In de algemene beschouwingen van vorig jaar heeft onze fractie getracht vulling te geven aan deze mooie woorden. Met nadruk hebben wij verwezen naar gemeen ten, waar een begin is gemaakt met de afschaffing van chemische bestrijdingsmiddelen. En naar nu blijkt met goed gevolg. Natuurlijke middelen, zoals aangepast groen, het strooien van houtsnippers of boomschors, zijn een uitstekend alternatief voor het werken met chemische bestrijdingsmiddelen. Wij realiseren ons dat alternatief groenbeheer niet per definitie goedkoper of gemakkelijker is dan de gebruikelijke werkwijze. In onze tijd wordt het milieu in bijzondere mate bedreigd, alle reden om zeer zorgvuldig om te gaan met de natuur. Wij hebben deze zorg willen uiten in de volgende motie: Motie IX. „De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 15 december 1986, constaterende dat: - b. w. voornemens zijn op korte termijn een werkgroep aan te wijzen, die een milieunota moet opstellen waarin een visie ten aanzien van het milieubeleid zal worden gegeven; - de behandeling van deze nota geruime tijd in beslag zal nemen; - in het groenbeheer nog steeds chemische bestrijdingsmiddelen worden toegepast, overwegende dat: - de huidige kwaliteit van het milieu niet verder mag achteruit gaan; - een goed milieubeleid een wezenlijke bijdrage levert aan de kwaliteit van het bestaan; - het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen hiertoe geen bijdrage levert, besluit b.&w. uit te nodigen, vooruitlopend op de vaststelling van de in tegrale milieunota, in de te verwachten groennotitie een plan c.q. schema op te nemen, om - eventueel gefaseerd - met spoed te komen tot het beëindigen van het gebruik van chemische bestrij dingsmiddelen." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Jongedijk-Welles. Financiën De raad heeft dor hout gekapt, lucht uitgeperst, efficiency toegepast, is aan onder uitputting vooraf gaan doen en heeft optimistisch geraamd. Uiteindelijk heeft het gemeen tebestuur zodanig over de reserves beschikt dat het nu bijna zonder enig zakgeld zit. Ik heb eens nagegaan wat mijn fractie daarover in de afgelopen jaren heeft gezegd. Nu, dat kan in één volzin worden weergegeven: „In feite zijn begroting en beleidsplan niet slui tend, maar sluitend gemaakt." En in de algemene beschouwingen van vorig jaar de slot zin: „Het is niet denkbeeldig dat de klap in 1987 hard zal aankomen, wanneer het uur van de waarheid zal slaan. Er wordt wel bezuinigd, maar niet op politieke moed." Wij kennen eigenlijk maar 3 soorten van ramen, althans in financieel opzicht: optimis tisch ramen, realistisch ramen en pessimistisch of conservatief ramen. Het laatste komt niet in aanmerking. In het lijstje van prioriteiten om financiële ruimte te creëren staat als eerste genoemd: optimistisch ramen. Naar mijn mening hoort deze wijze van ramen niet in dit rijtje thuis. Het college begint alvast met optimistisch ramen. Daarvoor is helemaal geen aanleiding. Het leidt mijns inziens te gemakkelijk tot tekorten aan het eind van het begrotingsjaar. Met realistisch ramen komen wij een stuk verder. Dan kunnen tekorten meevallen. Dan valt er achteraf ook wat onderuit te putten. Deze meevallers kunnen dan ten goede komen aan de algemene reserve. Niemand zal toch ontkennen dat versterking van deze reserve bitter hard nodig is. Een ondergrens van 3.000.000,is bij de huidi ge zorgelijke financiële situatie veel te laag. De optimisten vinden zelf de financiële posi tie van de gemeente zorgelijk (zie beleidsplan). Onverwachte tegenvallers van enige om vang kunnen straks nauwelijks meer gedekt worden. Een beduidend hogere reserve lijkt mijn fractie noodzakelijk, zeker mede in verband met allerlei garantieverplichtingen die wij zijn aangegaan. Daarvoor zouden ingrijpende keuzen gemaakt moeten worden, hetzij meer ombuigingen, hetzij hogere inkomsten. Zo simpel ligt dat. Als de raad niet het mes wil zetten in en niet sterk wil bezuinigen op bijvoorbeeld het sociaal-cultureel werk,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 20