40
waaronder kinderdagverblijven en buurt- en clubhuiswerk, op de subsidie aan Cambuur
en op emancipatie - ik noem als signaal maar enkele posten dan is er geen andere
keus dan belastingverhoging. Het is niet onze keus! De raad dwingt zichzelf in deze po
sitie. De burgers zullen het aan den lijve ondervinden. Maar die burgers moeten het dan
ook goed weten dat de raad niet verder wil snijden in de niet strikt noodzakelijke uitga
ven. En dan moeten wij maar eens zien wat de burger daarvoor over heeft. De raad kan
niet blijven blazen en tegelijkertijd het meel in de mond houden. Ik dank u wel, mijnheer
de voorzitter.
De Voorzitter: Het college antwoordt vanavond. Ik stel u voor dan te beginnen om
half 8. Ik constateer dat dat een te vroeg tijdstip is. De vergadering wordt vanavond om
8 uur voortgezet.
De Voorzitter schorst, om 17.50 uur, de vergadering tot 20.00 uur.
41
Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag, 15 december 1986.
RAADSVERGADERING van maandag, 15 december 1 986, aanvang 20.00 uur.
(vervolg van de middagvergadering van 15 december 1986)
Aanwezig 36 leden.
PvdA de dames H.J. de Haan-Laagland, drs. A. Jongedijk-WellesJ. van der
Kloet, G. Visscher Bouwer en J.G. Vlietstra (weth.) en de heren T. Heid-
stra, T. Herrema, H. ten Hoeve, drs. E.M. Janssen, J.F. Janssen, ir. G.A.
Kessler (weth.), J. van Olffen, P.E.J. den Oudsten, W. Schade, R. Terp
stra, ir. J.A.F.A. Timmermans (weth.) en mr. K.H.U. Venekamp.
CDA de heren B. Bilker, T.A. Boelens, D.E. Heere (weth.), M.F. Koopmans,
G. Krol, W. Miedema (weth.), mr. H.S. Pruiksma, mr. M.J.L.A. Stassen
(tot de pauze) en P.J. Sijbesma.
VVD de heren J. de Beer, R. Burg, J.R. Bijkersma, H. Dubbelboer en J.A.H.
I Jestra.
PAL mevrouw A.K. Westra en de heren W.G.J. Duijvendak en P.D. van der Wal.
GPV/RPF/SGP de heer J. Buurman.
D66 de heer drs. G. Ybema.
Afwezig: mevrouw G. Doevendans (PvdA).
Voorzitter: de heer mr. G.J. te Loo, burgemeester.
Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer.
Voorts zijn aanwezig: mevrouw drs. M.S.P. Klein Beernink, ambtenaar van de afdeling
Financiën en Belastingen, en de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Welzijn,
H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting,
mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken,
mr. J. Knottnerus, hoofd van de afdeling Onderwijs, drs. A.J. Mewe, adjunct-secretaris,
en drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organi
satie
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortgezette behandeling
van agendapunt la. Vanavond zal het college in eerste termijn antwoorden. Daarna stoppen
wij. Wij gaan dan morgen verder, want er zijn onder u die vanavond nog fractieberaad wen
sen te houden.
Ik zal beginnen met een eerste aanzet te geven aan de beantwoording van de verschil
lende sprekers. Door enkelen uwer is gesproken over het bestuursakkoord, een nieuw
"fenomeen" in de relatie tussen de gemeenten en de hogere overheid. De waardering voor
het bestuursakkoord varieert in deze raad van "weinig spectaculair" tot "enig vertrouwen
erin". Er zijn wat opmerkingen over gemaakt. Wethouder Kessler gaat inhoudelijk ook nog op
deze zaak in. Er is hier sprake van een wat merkwaardige operatie. De vraag die in dit kader
bijvoorbeeld naar boven komt is: wie bindt wie en op grond waarvan? Het resultaat is niet
iets waar iedereen even enthousiast over doet. Het is de vraag op welke wijze de deelakkoor
den nu verder gestalte gaan krijgen. Kortom, er is een aantal kritische kanttekeningen bij
het bestuursakkoord te maken. Niettemin kun je zeggen - ik las dat ergens - dat het zowel
mager als onvermijdelijk is en daarom in de gegeven omstandigheden aanvaardbaar is niet het
minimum resultaat dat het te bieden heeft.
Voor wat betreft de proceduregang is er op 29 september een, als ik het zo mag noemen,
voorwaarschuwing uitgegaan naar de gemeentebesturen. Maar daar stond toen nog een aan
tal zaken in die een ieder met een warm gevoel om het hart het leven deed vervolgen.
De autonome stijging van het gemeentelijk aandeel in de bijstandslasten alsmede de daarmee