64 zijn dat er tijdens deze werkzaamheden doorstroming is van bestemmingsverkeer van en naar de binnenstad, maar dat zal uiteraard beperkter zijn dan thans het geval is. De heer Koop- mans heeft gevraagd of het mogelijk is 's nachts door te werken. Het zal duidelijk zijn dat dat een buitengewoon kostbare zaak is en dat dat binnen het beschikbare budget zal moeten. Bovendien levert de suggestie van de heer Koopmans niet alleen een probleem op voor de gemeente. Wij zijn bij dit soort werken namelijk ook sterk afhankelijk van de mogelijkheden die de nutsbedrijven bieden. De nutsbedrijven moeten in feite een groot aantal activiteiten tegelijkertijd en dan ook nog 's nachts verrichten. Ik ga er vanuit dat het niet voor de hand ligt om in overwegende mate 's nachts deze werkzaamheden te verrichten. Ik kom nu bij het betoog van de VVD-fractie. De heer Bijkersma heeft gesproken over de wenselijkheid van het regelmatig attenderen van de burgers op de inlevermogelijkheden van klein chemisch afval. In regioverband - deze zaak wordt namelijk regionaal aangepakt - is afgesproken dat een aantal keren per jaar informatie zal worden gegeven over het belang van het inleveren van klein chemisch afval en de mogelijkheden dienaangaande. De informa tie zal dan bijvoorbeeld worden gegeven in Huis-aan-Huis en in dorps-, wijk- en buurtbladen. De groot onderhoudsplannen. De heer Bijkersma heeft gezegd dat, als de algemene be- drijfsreserve van de corporaties - ik vind dat het gemeentelijk woningbedrijf daar ook bij hoort - onvoldoende zou zijn, de groot onderhoudsplannen dan kostendekkend moeten wor den uitgevoerd. Als dat op die wijze gebeurt, dan leidt dat tot huurverhoging. De huidige regeling biedt die mogelijkheid. Het college heeft gezegd dat het van die mogelijkheid geen gebruik wenst te maken. Het gaat hier om groot onderhoud en dat betekent gewoon dat je de bewoners daar niet voor kunt laten opdraaien al is het alleen maar uit een oogpunt van woonlastenbeleid. De praktische situatie is dat de nieuwe regeling over twee weken, dus per één januari 1987, ingaat. In die regeling is genoemde mogelijkheid zelfs uitgesloten. Ik ben bang dat wij niet aan het verzoek van de VVD kunnen voldoen. De problematiek van de corporaties. Momenteel is het zo dat de situatie van de meeste corporaties zich op korte termijn niet ongunstig laat aanzien. Op middellange en zeker op lange termijn kan de situatie van een aantal corporaties kwetsbaar genoemd worden.Wij heb ben derhalve initiatieven genomen, mede ondersteund door de Nationale Woningraad, om binnenkort met de corporaties te gaan praten over de toekomst van corporatieland in Leeu warden. (De heer Bijkersma: Wat verstaat u onder "kwetsbaar"? Kunt u daar iets naders over zeggen, want u maakt mij wel erg nieuwsgierig.) Het lijkt mij niet verstandig om dat te doen, mijnheer de voorzitter, want dan moet heel precies worden geformuleerd wat daar onder wordt verstaan. Ik bedoel met mijn opmerking dat op langere termijn de algemene bedrijfsreserve van de corporaties dusdanig klein zal zijn, dat men zich moet afvragen of het in het belang van de volkshuisvesting, het behoud van het woningenpakket waar het om gaat, wel verstandig is om op die schaal door te gaan. Mijnheer de voorzitter, het lijkt mij beter dat in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting gedetailleerder op deze zaak wordt ingegaan. De PAL-fractie heeft gevraagd naar de kosten-/batenanalyse met betrekking tot de Aegon. Het college vindt dat niet zinvol, omdat dat verloren energie is. Het besluit over de Aegon-vestiging is namelijk al genomen. Je zou dan dus in feite iets bekijken waartoe je al besloten hebt. Bovendien is in een overleg met de fractievoorzitters, dat heeft plaatsgevon den voordat genoemd besluit werd genomen, al een globale kosten-/batenanalyse aan de orde geweest PAL heeft ook gevraagd naar het dekkingsplan voor het plan van aanpak voor parkeer voorzieningen. Daarover is recent in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu uitge breid gesproken en het lijkt mij niet verstandig die discussie hier nog eens te herhalen. Ik weet niet of er in het plan van de Aegon meer dan 30.000 m2 bruto-kantooroppervlak voor komt. Het bouwplan zal in januari 1987 worden ingediend. Wij kunnen dan nagaan van hoe veel m2 er sprake is. Het lijkt mij verstandig reeds nu te zeggen dat er geen feitelijke rela tie bestaat tussen de koopprijs en het aantal m2 kantooroppervlakte dat wordt gerealiseerd. Maar ook dat is niets nieuws. Dan de jaarlijkse rapportages van de Hinderwetuitvoeringsprogramma'sAfgezien van de discussie die momenteel op rijksniveau wordt gevoerd over de wijze waarop de Hinderwet vergunning en -systemen moeten worden gehanteerd, is er op dit terrein sprake van nogal wat verandering. Ik kan niet voldoen aan de toezegging in het beleidsplan dat er voor de jaarwisseling een rapportage verschijntWij hopen wel direct na de jaarwisseling met een dergelijk inzicht in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu te komen. Er is gevraagd om de openbare ruimte te toetsen aan de behoefte van ouderen. Dat is een gigantische activiteit. In de verschillende plannen op het terrein van de inrichting van de openbare ruimte bekijken wij altijd, als het gaat om woningen en dergelijke, welke wensen er voor het gebruik zijn. Dat betekent dat veel plannen worden getoetst aan de belangen van ouderen. Het gaat om heel simpele dingen, zoals de vraag waar de bushaltes moeten komen, waar abri's moeten worden geplaatst en waar afritten bij stoepen moeten worden ge realiseerd. Gelet op de capaciteit binnen de DSO en de be grot in gs gelden kan op dit moment öt) geen toezegging worden gedaan dat over dit onderwerp een nota zal worden gemaakt. Het lijkt mij eerder van belang om eens in de externe overlegcommissie ouderenbeleid af te tasten of er inderdaad grote behoefte is aan specifieke maatregelen. Ik kom dan nu bij het betoog van D66. De heer Ybema heeft een motie ingediend met betrekking tot het afsluiten van de Nieuwestad en de Wirdumerdijk op de koopavond en de zaterdagmiddag. Ik denk dat slechts weinigen in deze raad van mening zullen zijn dat het geen zich tijdens genoemde tijdstippen in genoemde delen van de binnenstad afspeelt een goede zaak is. Ik heb al aangegeven dat wij voornemens zijn om met de middenstand overleg te plegen over een eventuele afsluiting. De motie gaat er echter vanuit dat, welke vorm van overleg ook wordt gekozenhoe de inhoud daarvan ook is en welke consequenties er ook aan kleven, de maatregel tot afsluiten moet worden genomen. Het college is nog niet zo ver. Wij zeggen wel toe dat wij voor één april 1987 met een concreet voorstel zullen komen over het al dan niet afsluiten van de Nieuwestad en de Wirdumerdijk op de koopavond en de zaterdag middag. Wij willen echter eerst de consequenties van een dergelijke maatregel weten. Daarna kunnen wij met elkaar bepraten of wij ja of nee tegen afsluiting zeggen. De termijn die in de motie wordt genoemd blijft gehandhaafdmaar wij zeggen niet zonder meer ja tegen de gehele motie De heer Ybema vraagt vervolgens om een onderzoek naar de motieven van mensen om wel in Leeuwarden te gaan werken maar er niet te gaan wonen. In 1966 is in ons land een gigan tisch aantal onderzoeken gepleegd over de vraag hoe de suburbanisatie, want daar hebben wij het in feite over, tot stand komt. Ik heb 14 jaar geleden zelf ook een afstudeerproject over dit onderwerp gemaakt. Alle argumenten ten aanzien van de suburbanisatie zijn niet alleen in Leeuwarden maar in het gehele land uitgebreid bekend. Het lijkt ons dan ook niet zinvol om nogmaals een onderzoek op dit terrein te plegen. (De heer Ybema: Ik begrijp best dat er heel wat bekend is over het suburbanisatie-proces. De bijzondere situatie waar wij in Leeuwarden in zitten - ik heb dat ook al in mijn eerste termijn gezegd - is echter niet te ver gelijken met andere steden waar hetzelfde suburbanisatie-proces eind van de jaren 1970 is gestopt. In Leeuwarden is de omkering echter nog steeds niet tot stand gebracht. Wat dat betreft zitten wij wel in een bijzondere situatie, met alle nadelige gevolgen van dien.) Mijnheer de voorzitter, ik heb niet gezegd dat er geen verklaringen zijn te geven voor de Leeuwarder situatie, maar wel dat die verklaringen reeds bekend zijn en dat wij daar dus geen onderzoek meer naar hoeven te doen. Dan de GPV/RPF/SGP-fractieDe heer Buurman heeft een opmerking gemaakt over het koopmansschap met betrekking tot de korting op de verkoopprijs van gronden op het indu strieterrein de Hemrik. Wethouder Miedema is daar al nader op ingegaan. De heer Buurman heeft ook een motie ingediend, die mijns inziens wat onduidelijk is ge formuleerd. Wel kan geconcludeerd worden dat de heer Buurman van mening is dat, hoe de planvorming er ook uit gaat zien, met spoed gekomen moet worden tot beëindiging van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Dus geen discussie of een dergelijke beëindi ging wenselijk of mogelijk is, nee, de motie wijst op de noodzaak van zo'n maatregel. Enige tijd geleden is er een brief binnengekomen van het spuiterscollectief waarin aan de hand van voorbeelden gewezen is op de mogelijkheid het gebruik van chemische onkruidbestrijdings middelen te beëindigen. Het college heeft gezegd dat de diensten die van deze middelen ge bruik maken, dat zijn de DSR, de DRB en de DSO, gevraagd is wat de mogelijkheden dienaan gaande zijn. Recent zijn de reacties binnengekomen. Ik kom tot de conclusie dat men al zo weinig mogelijk chemische onkruidbestrijdingsmiddelen wil gebruiken. Bovendien blijkt dat het mogelijk is af te stappen van het gebruik van deze middelen, maar dat dat tot niet on aanzienlijke extra kosten zal leiden. Het lijkt mij dan ook niet verstandig, mijnheer de voor zitter, dat de raad de motie van de heer Buurman onderschrijft. Het college zal echter aan de hand van de rapportages die binnen zijn gekomen in het komende voorjaar een voorstel ter zake aan de raad doen. Ik ontraad dus de motie van de heer Buurman. Ik ben hiermee aan het eind van mijn beantwoording gekomen. De Voorzitter: De vergadering wordt morgenmiddag om twee uur voortgezet. De Voorzitter schorst, om 23.15 uur, de vergadering tot dinsdag, 16 december 1986, 14.00 uur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 33