70 dat allesbehalve hard gemaakt. Wat ons overigens opviel is dat het CDA zo kritiekloos het kabinetsbeleid als een gege ven accepteert. Ik kom dan nu bij de moties. De moties I en II zijn van onze fractie en die blijven wat ons be treft overeind. In motie III van de VVD wordt gevraagd om geld van de investeringsimpuls te besteden voor een politiepost in de binnenstad. Wij zijn het eens met het antwoord van de burgemees ter dat wij moeten vasthouden aan het principe dat de politie moet uitkomen met de doeluitke ring voor de politie en dat de motie nogal prematuur is. Wij zullen om die reden de VVD- motie niet steunen. Bovendien vind ik dat, wanneer onze motie I wordt aangenomen, het ge stelde in de motie van de VVD daarin eigenlijk niet meer past. Motie IV van de VVD-fractie gaat over het uitreiken van folders. Wethouder Miedema heeft gezegd dat hij het foldermateriaal zal bekijken. De heer Bijkersma noemde in dit ver band ook de City-Club. Wij zijn er geen voorstander van dat gemeente-ambtenaren folders van de City-Club gaan uitdelen. Motie IV zullen wij niet steunen. Bovendien vinden wij het een te gedetailleerde vraag om daarover in dit kader uitspraken te doen. Ik kom bij motie V van PAL over Zuid-Afrika. Wij zijn het in grote lijnen eens met wat de burgemeester daarover heeft gezegd. Hij heeft gezegd dat hij eventueel nog wel bereid zou zijn om een brief te schrijven. Wij zijn het eens met de overwegingen en de raadsuitspraken zoals die onder het eerste gedachtenstreepje van de motie tot uitdrukking komen. Daarnaast zijn wij het eens met de burgemeester als hij zegt dat hetgeen onder het tweede gedachten- streepje staat praktisch onuitvoerbaar is. Onze fractie heeft er ook geen inzicht in met welke bedrijven wij als gemeente banden hebben. Ik heb begrepen dat de bewuste brief naar alle bedrijven is gestuurd. De burgemeester heeft gezegd dat hij, als hetgeen onder het tweede gedachtenstreepje zou vervallen, met het eerste gedeelte wel zou kunnen leven. Zo ligt het bij ons ook een beetje. Ik neem aan dat PAL dat niet zal doen en in dat geval zullen wij geen steun aan de motie geven. Motie VI van D66 betreft de afsluiting van de Nieuwestad en de Wirdumerdijk. Ik ben daar al op ingegaan. Wij zijn het eens met het antwoord van wethouder Timmermans dat het onderzoek dienaangaande moet worden afgewacht. Voor april zal de raad een voorstel krijgen en die kan dan een uitspraak doen. Onze voorkeur in die richting is bekend. De motie is dus wat ons betreft nu niet aan de orde. Motie VII van D66 gaat over de ouderenvoorziening. Wij zijn het in dit geval eens met de argumentatie van wethouder Heere, die zegt dat er een bezwaarschrift is gestuurd aan de provincie waarin onze inzichten zijn verwoord. Wij moeten de reactie daarop eerst afwachten en voelen niets voor afstel. Wethouder Heere zegt dat dat je positie verzwakt. Om die reden zullen wij motie VII niet steunen. Wij zijn het eens met motie VIII van D66 over een opgave van functies van burgemeester en raadsleden. Ik heb begrepen dat de heer Ybema het woord "besluit" in "verzoek" heeft veranderd. Wij hebben verder geen problemen met deze motie. Tot slot motie IX van de heer Buurman. Wethouder Timmermans heeft gezegd dat de laatste jaren het beleid er op is gericht het gebruik van bestrijdingsmiddelen zeer sterk terug te dringen. Er zal een onderzoek worden ingesteld naar de mogelijkheid om het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen helemaal te beëindigen. Op grond van de rapportages daar over zal er een voorstel aan de raad worden gedaan. Wij willen dat voorstel afwachten en zul len de motie van de heer Buurman dan ook niet steunen. Ik begrijp dat de heer Buurman zijn motie graag wil verdedigen. Ik wacht dat af, maar wij denken op dit moment in ieder geval zo over zijn motie. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. De heer De Beer is inmiddels ter vergadering gekomen. De heer KoopmansIk wil in de eerste plaats de leden van het college bijzonder hartelijk danken voor de wijze waarop zij geantwoord hebben op de vragen die van onze kant zijn ge steld. Wij kunnen stellen dat er doorgaans uiterst volledig en doortimmerd is geantwoord. Toch zijn er een aantal zaken blijven liggen, mijnheer de voorzitter. Ik wil daarom nu ingaan op een aantal opmerkingen van fracties en wethouders. Mevrouw de Haan heeft in haar algemene beschouwingen uitgebreid aandacht besteed aan het regeringsbeleid. Zij had daar niet zo heel veel goede woorden voor over en gebruikte ter men als "pure afbraak", "verkeerde mentalieit", "arrogantie van de macht", enz. Ik wil over deze zaken duidelijk zijn. Lang niet alle voorstellen tot bezuiniging hebben onze instemming. Wij hebben dat reeds verschillende malen in deze raad kenbaar gemaakt. Als mevrouw Vlietstra betreurt dat wij niets over de onderwijsbezuinigingen hebben gezegd, dan hebben wij dat niet gedaan omdat wij het eens zouden zijn met die bezuinigingen, integendeel. Haar verwijzing overigens naar het feit dat ook de bijzondere scholen zo getroffen worden door de bezuini gingen vind ik wat misplaatst. Wij zijn in zijn algemeenheid weliswaar voorstander van bijzon 71 der onderwijs, maar wij zitten hier als vertegenwoordigers in de gemeenteraad voor het open baar onderwijs. Wil dat zeggen, mijnheer de voorzitter, dat wij de bezuinigingen geheel afwijzen? Dat is niet het geval. Wij zijn er bovendien van overtuigd dat, gelet op de financiële positie van het rijk, dat niet kan. In dat verband heeft de heer Buurman gisteren terecht gewezen op de ver laging van de aardgasbaten van 21 naar 8 miljard gulden. Overigens erkent ook de PvdA dat er bezuinigd moet worden. Waar zit dan de pijn? Die zit met name in de keuzes die worden gemaakt en vervolgens in de wijze waarop. De keuzes zijn moeilijk en roepen altijd reacties op. Logisch. Indertijd zijn de uitgaven waarop thans wordt bezuinigd tot stand gekomen na grondige afweging van de belangen. Nu terugdraaien kost pijn en levert verzet op. Wij den ken dat het praktisch onmogelijk is dat te doen op basis van concensus met de betrokken groepen. Wij kunnen dat wel vergeten. Overigens heeft men binnen de PvdA die ervaringen ook opgedaan. Ik herinner alleen maar even aan de positie die de heer Den Uyl indertijd moest innemen toen hij kwam met bezuinigingen in het kader van de Ziektewet.^ Op zich was dat een gerechtvaardige bezuiniging, afgewogen tegen andere sociale voorzieningen. De re acties waren vernietigend. (Mevrouw De Haan-Laagland: In vergelijking met deze bezuini gingen was dat maar kinderspel!) In kwantiteit bedraagt de bezuiniging thans veel meer, maar de situatie is natuurlijk ook veel ernstiger. Onze fractie betreurt het dat er overeenkomst ontbreekt tussen de Kamerfracties van het CDA en de PvdA op het punt van het sociaal-cultureel werk. Wat dat overigens heeft te ma ken met het nu wel zullen opzeggen van het lidmaatschap van het CDA ontgaat ons. Wij onderschrijven de opmerkingen van mevrouw De Haan met betrekking tot het functio neren van de raad en de commissies.Zeer onlangs nog heb ik in het Seniorenconvent een plei dooi gehouden voor een dergelijke regeling, maar dat vond toen niet al te veel instemming. Ik ben blij dat de PvdA thans ook van mening is dat raad en commissies efficiënter en effectie ver kunnen functioneren. Met betrekking tot het emancipatiebeleid heeft mevrouw De Haan gesproken over het blad CDAlertwaarin geschreven werd over - ik citeer - "de welhaast neurotische overwaardering van de emancipatie bij de PvdA". Mijnheer de voorzitter, CDAlert is het contactorgaan van het CDA binnen Leeuwarden. Wij zijn erg blij met een dergelijk blad, maar het is per defini tie niet de spreekbuis van het CDA-bestuur laat staan van de CDA-fractie. Het is nu een maal zo dat er binnen het CDA een ruime mate van vrijheid is om gedachten te vertolken. Ik wil er nog wel op wijzen dat ik in mijn algemene beschouwingen op een aantal punten voorstel len heb aangedragen met betrekking tot de emancipatie. Ik kom bij de algemene beschouwingen van de VVD-fractie. Ik kan daar heel kort over zijn. De VVD stemt eigenlijk van harte in met de bezuinigingen. Zoals ik al zei doen wij dat niet. Over de PAL-act wil ik ook kort zijn. Knap gebracht, dat meen ik echt, maar of het he lemaal past in deze omgeving? Ach, denk ik dan, als het maar door PAL wordt gedaan. Inhoudelijk heeft PAL twee opmerkingen in onze richting gemaakt. In de eerste plaats is er een opmerking gemaakt over de kleur van onze fractie. Men ontdekt die nog steeds niet en ik wijt dat toch echt aan een handicap bij de PAL-fractie zelf. In de tweede plaats ver klaarde de heer Duijvendak dat er in de CDA-fractie nog niet zoveel punkers zitten. Ik heb dat eens nagegaan en ik moet dat met hem eens zijn. Tot slot wat de PAL-fractie betreft. Ik weet voor mij zelf nog niet - ik sluit mij graag aan bij de opmerking van mevrouw De Haan - wat ik leuker vond: de PAL-act of het in- en uit rennen van de VVD-fractie. Ik kom dan nu bij het antwoord van het college. De burgemeester heeft geantwoord op mijn opmerkingen over de helihaven. Hij heeft gezegd dat een meerderheid van het college het niet nodig acht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van vestiging van een helihaven. Er wordt namelijk zoveel geluidshinder van een helihaven verwacht, dat op voor hand wel gezegd kan worden dat vestiging niet kan. Wij vinden dat wat merkwaardig, te meer omdat wij in ons land een Wet geluidhinder hebben waarin objectieve grondslagen zijn neerge legd om te bepalen op welke wijze geluidshinder kan worden gemeten. Als tweede argument wordt genoemd - mevrouw De Haan heeft daarover gesproken - dat het grondgebied van de gemeente die ruimte niet zou toelaten. Ik zou het college de suggestie willen doen om dan toch eens met een aantal buurgemeenten te overleggen welke mogelijkheden er zijn. Voor alle duidelijkheid wil ik nog opmerken, mijnheer de voorzitter, dat wij niet op voorhand zeggen dat de helihaven er moet komen. Wij vinden echter dat wij het ons niet kunnen permitteren die mogelijkheid niet te onderzoeken. Wij zijn het eens met het standpunt van het college over de motie van de VVD met betrek- hing tot de politiepost in de binnenstad. Deze motie zal door ons dan ook niet worden ge steund. Eenzelfde standpunt nemen wij in met betrekking tot de motie van PAL over Zuid-Afrika. Met name gaan onze bezwaren uit naar het laatste gedeelte daarvan. Wij zijn van mening dat het niet aangaat om via toch chantage-achtige middelen het doel te bereiken.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 36