86 1988 wordt aangesloten op het glasvezelnet vanuit Zwolle. Ik ben het helemaal eens met wet houder Miedema dat wij in 1987 door middel van planvorming in overleg met het bedrijfsleven hier aan de slag moeten om het lokale net dat daarvoor noodzakelijk is van de grond te krij gen. Ook op dat punt zou ik graag aandringen op actie en ik weet dat dat bij deze wethouder goed ligt Het laatste punt dat behoort tot de portefeuille van wethouder Miedema is het opheffen van de zaterdagmarkt op de Nieuweburen. Ik heb die zaak in mijn algemene beschouwingen gekoppeld aan het bekijken van de mogelijkheden om de markt een plaats te geven in het hoofdwinkelcentrum. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van het hoofdwinkelcentrum is dacht ik een van de belangrijkste beleidspunten die wij voorstaan. Het onderbrengen van de zaterdagmarkt in het hoofdwinkelcentrum, op welke plaats dan ook, zou daar een bijdrage toe kunnen leveren. Ik zou op dat punt nog graag een reactie willen horen. Ik kom bij de zaken die horen tot de portefeuille van wethouder Heere. Het college ont raadt de motie die ik heb ingediend over het uitvoeringsprogramma plan ouderenvoorzienin gen. Het college vindt de motie niet nodig en overbodig. Bovendien, aldus de wethouder, zijn de reacties van b. en w. voldoende bekend. Ik wijs erop dat de motie is bedoeld als on dersteuning van de pleidooien die door middel van twee reacties van de kant van het college bij de provincie zijn neergelegd. Als mijn inschatting goed is dan gaat het morgen bij de dis cussie in de staten niet over het concreet vaststellen van het uitvoeringsprogramma, maar veel meer om de vraag of het programma nu moet worden vastgesteld of dat dat onverantwoord is en dat gekozen moet worden voor een adempauze van bijvoorbeeld een halfjaar om daarmee ruimte te creëren voor het college van gedeputeerde staten om overleg te voeren met gemeen tebesturen en met directies en besturen van verzorgingshuizen. Tegen die achtergrond is mijn motie opgesteld om dan nog een klein duwtje in de rug te geven van de statenfracties om te kiezen voor uitstel. Wij hebben gisteren allemaal de grote advertentie in de krant kunnen lezen waarin het bestuur en de directie van het verzorgingshuis Sonnenborgh een klemmend beroep doen op provinciale staten om niet nu te beslissen, maar nader overleg te voeren met de gemeentebesturen en de verzorgingshuizen. Wat dat betreft sluiten wij daar helemaal bij aan. De wethouder heeft gezegd dat het woordje "nu" in de motie een ontkrachting zou kun nen zijn van het beleid dat tot nu toe is gevoerd. Het gaat om de zin: doet een klemmend beroep op provinciale staten en nu niet in te stemmen met het voorliggende uitvoeringspro gramma. Je kunt daar verschillend over denken, maar ik vind dat aspect niet essentieel. Ik stel evenwel voor de motie op dat punt te wijzigen en het woordje "nu" daarin te schrappen. Ik kan kort zijn over de zaken die horen tot de portefeuille van wethouder Vlietstra. Zij heeft terecht geconstateerd dat onze bijdrage in de eerste ronde voor haar weinig of geen vraagpunten bevatten. De kritische kanttekeningen die wij hebben geplaatst hadden betrek king op het rijksbeleid en niet op het beleid van het college op dit beleidsterrein. Ik wil wel uitspreken dat er voor ons wat betreft de zaken die behoren tot de portefeuille van wethouder Vlietstra ook geen reden was om kritische kanttekeningen te plaatsen. Sterker nog, wij heb ben destijds bij de discussie over de verplaatsing van de sportvereniging MKV wel kritische kanttekeningen geplaatst en er toen op aangedrongen om zo snel mogelijk in overleg met deze vereniging tot goede oplossingen te komen. Wij hebben gelukkig kunnen constateren dat dat is gebeurd. Van de naast betrokkenen hebben wij ook alleen maar instemmende reacties kun nen noteren. Op dat punt willen wij graag onze waardering uitspreken voor dat beleid. Ik kom tot slot bij de portefeuille van wethouder Timmermans. De heer Timmermans heeft gesproken over de suggestie om een projectgroep in te stellen voor de invulling van de sta tus stadsgewest met als leden de gemeente Leeuwarden, de provincie en de omliggende ge meenten. Als ik het goed heb gehoord dan heeft de wethouder gesteld dat er zo'n project groep moet komen. Ik zou graag van het college willen weten wat op dit moment de stand van zaken is. Hoe ver is het met de projectgroep en zijn de genoemde partijen bereid om tot de projectgroep toe te treden? De noordtangent. Ik heb daar gisteren door middel van een interruptie al een reactie op gegeven. Ik wil nogmaals herhalen dat ik de benadering die het college op dit punt volgt toch wel wat vreemd vind. Ik zie het collegeprogramma als basis voor de beleidsvoorstellen die het college naar buiten brengt en voor de beleidsvoorstellen die aan de raad worden voor gelegd. Ik vind het dan niet passen dat de noordtangent onder het regime van het huidige collegeprogramma nog wordt opgevoerd op wensenlijstjes die naar het rijk gaan. Ik vind niet dat dat met elkaar strookt. Het college heeft ook positief gereageerd op onze suggestie om samen met de provincie een actie in de richting van het rijk te ondernemen om de korting op de woningbouwcontin- genten voor 1987 nog enigszins om te buigen. Wij horen in het vervolg graag hoe het met die actie gaat. Ik kom dan nu bij de informatie die gisteren door het college is verstrekt naar aanleiding van een vraag van het CDA over de nieuwe verkeerssituatie die straks ontstaat op rijksweg 32 bij de kruising Wirdum/Wytgaard. De wethouder heeft gezegd dat daar een gelijkvloerse 87 kruising komt met verkeerslichten. Dat is mooi voor de betrokken dorpen - ik erken dat di rect -, maar ik zou wel graag van het college willen weten hoe die constructie zich verhoudt tot onze pleidooien voor een snelle verbinding met het centrum en de Randstad. Als er na een kleine kilometer na de Werpsterhoek al meteen de eerste stoplichten staan - wij zijn het daar kennelijk zelf mee eens -, dan vind ik dat toch een wat inconsequente stellingname. Ik kom bij motie VI die gaat over de verkeerssituatie in de binnenstad. Het college heeft al vaker opgemerkt dat het vindt dat daar het een en ander aan moet veranderen. Ook het CDA heeft in eerste instantie gezegd dat er veel te zeggen is voor afsluiting op bepaalde tijd stippen, maar heeft met name aangedrongen op overleg met winkeliers en middenstandsorga nisaties. De PvdA ziet veel in gedeeltelijke afsluiting en ook PAL heeft zich in die zin uitge laten. Ik kan mij het argument van het college voorstellen om nu niet de motie over te nemen, omdat dat de facto zou betekenen dat er wat betreft het overleg met de winkeliers en de mid denstandsorganisaties dan niet echt sprake is van een open overleg. Er ligt dan in wezen al een heel duidelijke beleidsuitspraak van de raad en dat zou dat overleg althans voor een deel tot een farce maken. Mijn fractie heeft begrip voor dat tegenargument. Wij kunnen ons vinden in de toezegging die van de kant van het college is gedaan om voor één april 1987 met een concreet voorstel te komen over het al of niet afsluiten van de Nieuwestad en Wirdumerdijk od bepaalde tijdstippen. Dat betekent dat wij motie VI intrekken. (De Voorzitter: Motie VI is ingetrokken. Ik kom dan nu op het punt, waar ik gister over heb gesproken, van de stagnerende be volkingsgroei van onze gemeente en dan in relatie tot de grote pendel waar wij als gemeente mee te maken hebben. Het gaat daarbij om mensen die wel in Leeuwarden werken maar niet in onze gemeente wonen. Ik heb in eerste instantie gevraagd naar een onderzoek naar de achterliggende motieven. De wethouder heeft zich er wat van afgemaakt door te wijzen naar allerlei onderzoek dat al is gepleegd naar het suburbanisatie-proces dat daar achter schuil gaat. Ik ben het niet eens met die reactie. Ik wil er op wijzen dat de situatie in Leeuwarden niet een normaal voorbeeld is van een suburbanisatie-proces. Als ik goed ben geïnformeerd dan is Leeuwarden na Rotterdam procentueel gezien de gemeente met de grootste pendel en dat is heel opvallend. In Leeuwarden hebben wij ruim 40.000 arbeidsplaatsen, waarvan 22.000 arbeidsplaatsen worden bezet door mensen die pendelen. Dat is werkelijk gigantisch. De ontwikkelingen van de laatste jaren laten zien dat de pendel eerder groeit dan afneemt Mijn fractie vindt dat zorgelijke ontwikkelingen. Wij kunnen ons er dan niet van afmaken door te zeggen dat er al zoveel onderzoeken zijn gedaan naar het hele suburbanisatie-ge drag. Wij vinden deze zaken zo essentieel voor de stagnerende ontwikkelingen in onze ge meente dat wij nogmaals willen aandringen op een onderzoek naar de achterliggende over wegingen van al die mensen die wel in Leeuwarden werken maar er niet wonen. De motie van de heer Buurman en mevrouw Jongedijk over chemische bestrijdingsmiddelen. Mijn partij heeft het terugdringen van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen als een belangrijk punt in het verkiezingsprogramma staan. Ik heb onlangs in de afdelingsvergade ring ook nog aangedrongen om op dat punt met concrete voorstellen te komen. Het zal dan ook niemand verbazen dat wij deze motie zullen steunen. Er zijn een paar zaken die ik in eerste termijn naar voren heb gebracht en die behoren tot de portefeuille van wethouder Timmermans waar niet op is gereageerd. Ik heb de sugges tie gedaan om voor een aantal concrete projecten niet te volstaan met een stuwmeer zoals wij nu doenmaar voor een aantal kansrijke concrete projecten de zaak verder uit te werken en bijna besteksklaar te maken wat betreft de planologische, bestuurlijke en technische aspecten. Ik zou op dat punt graag een reactie van het college willen horen. Ik koppel daar dan aan de ontwikkelingen die wij de afgelopen tijd hebben kunnen constateren bij het snel vollopen van de beschikbare kantoorruimtes in onze stad. Dat zou zo'n element kunnen zijn waarbij het college zou moeten inspelen op bestaande behoeften door in overleg te treden met beleg gers die daar belangstelling voor hebben. De gemeente zou zelf kunnen meewerken aan het versnellen en het klaarmaken van de planologische en bestuurlijke kant van dat soort pro jecten Een punt dat ook is blijven liggen is onze suggestie om een soort stimuleringsbeleid te ont wikkelen om de Aegon-werknemers uit Groningen te zijner tijd zo snel mogelijk binnen de ge meente Leeuwarden gehuisvest te krijgen. Iedereen weet dat ook andere gemeenten dat soort acties weieens hebben gestart. Hoewel dat niet altijd even gelukkig was, denk ik toch dat het het overwegen waard is om een dergelijk stimuleringsbeleid voor het verbeteren van de be volkingsgroei van Leeuwarden te ontwikkelen. Ik heb tot slot nog een paar opmerkingen in de richting van de andere fracties. Mijn frac tie heeft veel waardering voor de inbreng van de PvdA. De verschuiving van het accent van beleid naar beheer - een van de hoofdpunten uit de algemene beschouwingen van de PvdA - is een heel belangrijke ontwikkeling. Het is belangrijk voor de politieke ontwikkeling in de gemeente Leeuwarden als zo'n grote fractie op dat punt een zo duidelijke lijn uitstippelt. Ook de voorstellen met betrekking tot het beter functioneren van de raad - ik heb daar zopas al over gesproken - ondervinden de instemming van mijn fractie. Voor de rest is er sprake van veel overeenstemming met de inbreng die mijn fractie heeft geleverd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 44