98 3?
de mensen die door middel van scholing wel weer aan het werk zouden kunnen. Het gaat met
name om de grote groep mensen die in een uitzichtsloze positie, ook financieel gezien, zitten.
Op deze mensen zal vooral het minimabeleid gericht moeten zijn, omdat het voor hen heel vaak
wèl een kwestie van geld is om te kunnen overleven op een minimaal verantwoord niveau.
Uiteraard is het niet onze bedoeling om voor jaren structurele maatregelen in dit kader te ne
men. Uiteindelijk zal het zo moeten zijn dat de hoogte van de uitkeringen zodanig is dat men
sen daar op een verantwoorde wijze van rond kunnen komen. In die zin ben ik het met de
heer Bijkersma eens dat er geen sprake mag zijn van een structurele zaak, maar hoe lang
"tijdelijk" duurt is uiteraard niet alleen van ons afhankelijk. Dat laat natuurlijk onverlet dat
daarnaast maatregelen genomen moeten worden om bijvoorbeeld de herintreding op de arbeids
markt te stimuleren. Het is ook niet voor niets dat wij in het kader van de projecten voor
mensen zonder werk daar een aanzienlijk bedrag uit eigen gemeentelijke middelen voor uitge
ven.
Tot slot de heer Buurman. Hij heeft gezegd dat zijn opmerking met betrekking tot zelf
beheer en budgetten op scholen een beleidsondersteunende uitspraak is. Als zodanig heb ik
die opmerking ook begrepen en zal ik die in mijn gedachten houden. Ik ben het natuurlijk
met de heer Buurman eens als hij zegt dat het voortgezet onderwijs ruimte moet laten voor
een gevarieerd aanbod en voor een vrije schoolkeuze. Dat staat niet ter discussie maar ik
denk dat hij dat ook niet van mij begrepen heeft.
De Voorzitter: Na het antwoord van wethouder Timmermans wil ik met u bespreken hoe
laat wij vanavond weer beginnen. U zult in ieder geval een behoorlijke pauze moeten hebben.
Ik wil dit agendapunt la nu liever afronden zodat wij vanavond met een nieuw punt kunnen
beginnen.
De heer Timmermans (weth.): Mevrouw De Haan en de heren Duijvendak en Ybema heb
ben gesproken over de afsluiting van de Nieuwestad en de Wirdumerdijk op de koopavonden
en de zaterdagmiddagen. Zij gaan akkoord met het voorstel van het college om daar in april
met elkaar besluitvorming over te plegen. Het is het college bekend dat er bij deze fracties
een voorkeur bestaat voor afsluiting, maar dat geldt trouwens ook voor het college.
De heer Koopmans heeft nogmaals gezegd dat hij zorgen heeft wat betreft de reconstruc
tie van het Zuiderplein in die zin dat hij vindt dat de belangen van de middenstand zo weinig
mogelijk moeten worden geschaad. Hij heeft mij gevraagd om toch nog een keer precies te be
kijken wat de mogelijkheden zijn voor het in de avond en de nacht doorwerken. Ik heb in
eerste instantie al wat kanttekeningen geplaatst met betrekking tot de prijs die daaraan ver
bonden is en de organisatievorm in relatie tot andere participanten bij zo'n reconstructie. Ik
zeg echter toe dat wij dat punt nog eens expliciet in de planvorming zullen bekijken en daar
van verslag zullen doen in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu.
De reactie van de heer Bijkersma van de VVD op mijn eerste instantie vond ik wat mat.
Ik wil daarom nu volstaan met de constatering dat ik in eerste instantie blijkbaar de interpre
tatie van de groeiwensen van de VVD-fractie wat te ruim heb ingeschat. Uit de reactie van
de heer Bijkersma begrijp ik dat zijn fractie thans volledig instemt met de visie van het colle
ge in dezen.
De heer Duijvendak is ook ingegaan op het punt van de groeivisie. Het doet mij genoegen
dat ook de PAL-fractie de visie van het college in deze onderschrijft. Hij heeft nog gevraagd
of wij het eens zijn met de uitspraken van de voorzitster van de woningbouwcorporatie in deze.
Het ligt geheel in de lijn van hetgeen ik gisteren heb gezegd dat wij het eens zijn met die op
merking voor zover het gaat om sectoren van de woningbouw waar risico voor leegstand be
staat. Als de suggestie van de voorzitster zou inhouden dat een en ander betrekking heeft
op alle sectoren van de woningbouw, dan zijn wij het niet eens met die visie.
Er is ook gevraagd naar het ontwikkelen van beheerprogramma's voor de wegen en het
openbaar groen. Wat betreft het openbaar groen wordt momenteel binnen de afdeling gewerkt
aan een automatiseringsvoorstel. Wat betreft de wegen heeft de gemeente een akkoord geslo
ten met het bestuur van de hogere technische school voor het gezamenlijk ontwikkelen van
een beheerprogramma. Gelet op de complexiteit van een en ander zal dat niet van vandaag
op morgen tot resultaat leiden. Wij onderschrijven evenwel de noodzaak van het hebben van
een goed inzicht in de onderhoudsbudgetten.
Ik wil nu een opmerking maken over het plan van aanpak met betrekking tot Aegon. Over
de dekking het volgende. Voor wat betreft het gebouw, het Burmaniahuis en wat daarmee
samenhangt, is de stelling tot nu toe dat een en ander een budgettair-neutrale zaak wordt
geacht. Met betrekking tot de dekking van het plan van aanpak kan een dekking van 70% als
redelijk worden genoemd. Daar zitten uiteraard aannames in voor wat betreft de verkoop
baarheid van gronden en dergelijke. De dekking mag voor 30% zacht worden genoemd, omdat
die dekking uit gaat van subsidies. Aan de andere kant leert de ervaring dat de subsidiëring
hoger ligt dan deze 30%. Met andere woorden, het college acht dit voorstel voor dekking van
het plan van aanpak acceptabel.
tot de -inriep.^^lepljeifovooinne^HqC^eijIjgèdfPftM^n^Iïten MêSMgfa
gelet moet worden bijof^ ijpf^tix^svgB9^epb#iferfr^te»j:aIte[h§3q9gjstef#j\f0Pjdi:^ng^gepfM®'g-i9v
dat er niet onmiddellijk va®pi^Ggjegg^qVste
moeten eerst eens nagaan of errifgit^ijj^g, epncrj§|%{g§^§efteft^ggf*aftllt: ®te#ie9&iiiT.6ini.(d^ttoW,d9rf
band heb ik ook de externe overlegcommissie genoemd. Als die behoeften er,^bö#êttic?ijanTÖao3
is het goed om na te gaan of het gaat om structurele behoeften. Is dat het geval dan kunnen
checklisten die worden gehanteerd bij het rqglïgr^MMrrïèteh&ghsjegft-£&u<Jlbige3£ol -féerfauüehsd
De heer Ybema heeft in het kader van het stadsgewest gesproken over een projectgroep
van de provincie, de gemeente Leeuwarden en de■g'Mt^^ïwegJlteBFid^ésClolteggl iMbn/krdstEÖtën
dergelijke projectgroep er moet komen. Ook het college-jggïi ®CcbJï^eg<Hdg6:St«ï&RftojeSfti$®aa JAT
dergelijk voorstel gedaan. In de richting van de rand;ge©§gnit£n,imtèiïoob
tief ondernomenmaar dat zullen wij binnenkort gaan dqejtes wu9inqo mo bgssivog fbiow sitom
De noordtangent. Het lijkt mij goed om de exacte teks$rï®a>e hfitigofM:geWlbgM$te&^$ éfct qo
punt voor te lezen: "Vooralsnog wordt de geplande Noordtqföge$tóoal$>
De intentie hiervan is duidelijk - dat heb ik gisteren ook aangelgeivgïtiTTAnöStóijtevtgntójiiïöoiMitl
aangetoond dat... Op dit moment is men bezig met een onder ft® daom fin
noordtangent waarschijnlijk niet nodig is. -9 sb fsw i9VO irfofibagBn gi-ioov
Rijksweg 32. De heer Ybema vindt dat de gelijkvloerse aanslui-têsgi f^wa Mirdt$Jh#giéVKlrbniv
gaard, waarbij een verkeersinstallatie zal worden gerealiseerd, nie^tjeggjtittóvkfSÏBtgatïtejftefeb m
idee behorend bij een autosnelweg. Voor wat betreft de korte termijjtstó difösgafitèêdlQfpsc'hrisN"
Voor wat de langere termijn betreft wil ik wijzen op de consequenties xma^hSt rtete^espjiMSÖ oênsn
andere oplossing. In dat verband wijs ik in de richting van het kruis p urtt pis te rhoe k ussv
Als te zijner tijd sprake zal zijn van het ook op autosnelweg-niveau brenggïïBYanodaiii^eggsïjgLt
deelte, dan zal er een gigantische kruisingsvrije oplossing moeten wordepi gpj>|%aMj-clig gpdqBs"
nig kostbaar is dat uiteindelijk - daar willen wij ook naar streven - een ongelijkvleggfsebkgyibiB
sing bij Wirdum en Wytgaard toch voordeliger is. Ik vind dat je ook op korte termijn uit ca
paciteitsoverwegingen beter aantakkingen kunt hebben bij de huidige aantak&jrvgj d^gffhgi
leggen van de ontsluiting van Wirdum bij de Werpsterhoek. Er zal daar dan nafigyjjk;^® ©DB'mo
ingewikkeld gelijkvloers kruispunt ontstaan met verschillende opstelvakken. Qj>rrg?o|^^y^i 3no
verschillende praktische overwegingen moet op korte en lange termijn dan ook voorkeur wor
den gegeven aan een gelijkvloerse kruising. In dat verband is het idee dat hetjtd^dïiVt^Qeer
gaat om een autosnelweg maar betrekkelijk. als snBrii tbiul
De suburbanisatie. De heer Ybema heeft aangegeven dat er sprake is van eeaiÈsaQfnB^^imr
delsituatie. Ik heb mij niet van deze zaak willen afmaken, maar alleen willen aangevgnsdat srfoa
het niet nodig is om onderzoek te plegen. Verklaringen voor het feit dat Leeuwardejn>ft>iöddr ni
gegroeid is dan feitelijk het geval is zijn wel bekend. De oplossing om te voorkomëitudaitifdat
beeld zich voortzet staat exact aangegeven in het rapport Stadsgewest Leeuwardem®inx$xcéï inKvi
pliciet in de reactie op de nota ruimtelijke perspectieven. In die stukken staat dusatgelebedleidv
verwoord om verdere suburbanisatie te voorkomen. Een onderzoek wordt dan ook nietfnoodzjaW
kelijk geacht.
De heer Ybema heeft ook een opmerking gemaakt over het besteksklaarmaken vansjkaadk-
rijke concrete projecten. In feite doen wij niets anders. Een groot gedeelte van de ambtelrjkföb
capaciteit van de DSO is gestoken in de voorbereiding van de op korte termijn nooidizafsrf >11
kelijk te realiseren projecten. Ik wil wijzen op het maken van de plannen voor de aanleig yjafiod
een P+R-terrein aan de zuidkant van het station, het maken van een besteksklaar plana vctesoji
de reconstructie van het Stationsplein, de plannen met betrekking tot het Fonteinland eq dMji'i
ideeën met betrekking tot de rondweg. Kortom, wij zijn feitelijk permanent bezig met het ma
ken van dergelijke plannen. De heer Ybema heeft ook een suggestie gedaan om in te sp&lëh
op de wensen van beleggers met betrekking tot kantoorruimte. Wij doen al niets anders dan
hij voorstelt. 90
Het stimuleringsbeleid ten aanzien van Aegon-medewerkers. Ik heb daar gisteravondo fsin
niets over gezegd, omdat dat punt naar mijn gevoel voldoende is behandeld in de afdelirfegs-fsri
vergadering.
De heer Buurman is met een interessante becijfering gekomen wat betreft de kostenrsMn
het onderhoud van het groen in onze stad - hij heeft een bedrag genoemd van f. 2,7§im ^ftisiji
heeft dat afgezet tegen de kosten in andere gemeenten. Er zou dus nog ruimte zijn omi^rügsw
meerkosten voor het niet gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen te dekken. I&sgUrbiow
daar een paar opmerkingen over maken. Het is een beetje moeilijk voor mij om nu exactcteri
door de heer Buurman gemaakte becijfering in te gaan. Wel wil ik zeggen dat in onzejiSta,djgï&m
norm voor het onderhoud van openbaar groen laag is. Het gaat dan met name om heforbofceh-tob
wijkse openbaar groen ten aanzien waarvan het bekend is dat de kosten van ondertaouds^elasv
tief het laagst zijn. Bovendien heeft de begrotingspost die de heer Buurman noemt niete.befn9f
trekking op onder meer de Groene Ster. (De heer Buurman: Dat heb ik ook niet beweteJ+dfejEits
Nee dat weet ik, maar het is in ieder geval voor mij een eerste inschatting dat de f9v2|j®ri9iIA
betrekking heeft op relatief erg onderhoudsgevoelig kleinschalig groen. Een ander sjtgraémb qo
;Ii99m sb nog
.nom