106 /£)J fersiket it kolleezje: - om - yn oerlis mei it organisearre oerlis - in plan de kampanje op te stellen om it wurkjen yn dieltiid under it gemeentlik per- soniel te stimulearjen. De moasje is mei-ündertekene troch myn fraksjegenoat Van der Wal. As ferdüdliking noch it folgjende. Dit punt stiet op'e wurklist as „verdere doorvoe ring van de arbeidstijdverkorting naar 32 uur". Us ferhaal hie as startpunt dy ATV fan 32 oeren, dy't foarlopich net trochgean kin, mar einiget yn in foarstel oer wurkjen yn. dieltiid en dat is op himsels net bün oan 32 oeren. De heer Kessler (weth.): Mevrouw Westra begint met te stellen dat werkgelegenheid een hoofdprioriteit is in het collegeprogramma. Dat klopt. Dat is het echter niet alleen in dit collegeprogramma, dat was het ook al in het collegeprogramma van 4 jaar geleden. Wij zijn dan ook al 4 jaar geleden begonnen met het beleid op het gebied van deeltijdarbeid. Grofweg kunnen daarbij twee ingangen worden gehanteerd. Aan de ene kant is er de mo gelijkheid een beleidsmaatregel te treffen naar nieuw personeel toe dat in dienst komt, bijvoorbeeld omdat er vacatures ontstaan. Wat dat betreft is er 3 jaar geleden besloten om in het vervolg vacatures niet meer aan te bieden voor 40 uur maar voor 36 uur. Een tweede mogelijkheid is beleidsmaatregelen te treffen naar het zittend personeel toe. Het is duidelijk dat wat dat betreft alleen op basis van vrijwilligheid kan worden gestimuleerd. Op dit moment zijn bij iedereen in het gemeentelijk apparaat de maatregelen bekend die de afgelopen jaren tot stand zijn gekomen. Die maatregelen houden in de eerste plaats in dat alle verzoeken om in deeltijd te werken gehonoreerd worden. In de tweede plaats houden deze maatregelen in dat iemand kan aanvragen om gedurende een proefperiode van een jaar in deeltijd te werken, hetgeen betekent dat de persoon in kwestie, als om welke reden dan ook het werken in deeltijd niet bevalt, weer terug kan naar het aantal uren dat voor de proefperiode werd gewerkt. Ten derde is besloten om de gelden, die door het in deeltijd werken vrij komen, voor het betreffende organisatie-onderdeel be schikbaar te houden, zodat er wat dat betreft ook geen knelpunten kunnen ontstaan. Tot slot houdt de maatregel in dat elke mogelijkheid wordt open gelaten, of het nu om 20, 24, 28, 32 of 36 uur gaat. Mijns inziens zijn wat dat betreft alle mogelijkheden voor het zit tend personeel uitgeput. Een en ander is ook genoegzaam bekend; er is indertijd uitge breid melding van gemaakt in het Bulletin Ambtenaren Leeuwarden (BAL), het informatie blaadje voor het gemeentelijk apparaat. Het enige punt van overweging zou kunnen zijn om van 36 uur verder terug te gaan naar bijvoorbeeld 32 uur. In het beleidsplan is naar voren gebracht dat het ons op dit moment niet verstandig lijkt daartoe over te gaan. Landelijk is de discussie over verdergaande arbeidstijdverkorting heel duidelijk verstomd, reden waarom wij hebben gezegd te willen wachten tot het moment dat die discussie weer wat in een stroomversnelling geraakt. Daarom hebben wij ook gesteld te willen wachten met het in het collegeprogramma vermelde te verrichten onderzoek tot de tweede helft van de collegeperiode. Dat is ook de reden dat wij aan deze motie geen behoefte hebben. Wij zijn van mening dat alle mogelijkheden die op dit moment relevant zijn ook binnen het ge meentelijk apparaat gestalte hebben gekregen. Er is nog een andere reden waarom ik geen behoefte heb aan deze motie. Dat heeft te maken met de prioriteitsstelling binnen het gemeentelijk apparaat. Gesteld kan worden dat de afdeling Personeelszaken, die dit allemaal zou moeten uitvoeren, tot over de oren onder het werk zit. Er wordt gewerkt aan de nota Werving en selectie, er wordt nage dacht over een nieuwe functiewaarderingssystematiek, het opleidingsbeleid is in ontwikke ling en men is bezig met het beloningsbeleid. Voorts heeft de afdeling Personeelszaken de handen al vol met de kleine reorganisaties die nu plaatsvinden, hetgeen nog erger wordt als er straks eventueel op grotere schaal moet worden gereorganiseerd. Ook is men bezig met de nota Personeelsbeleid en met het uitvoeren van de Homo-nota, terwijl men tevens werkt aan een aantal maatregelen in het kader van het emancipatiebeleid. Dat allemaal op een rij gezet maakt het duidelijk dat het in de motie genoemde plan de campagne binnen de prioriteitsstelling die nu bij de afdeling Personeelszaken aanwezig is tot een onaan vaardbare werkdruk leidt dan wel tot verschuiving van de prioriteiten. Ook dat is een procedureel argument om deze motie af te wijzen. Het hoofdargument blijft echter het feit dat wij inhoudelijk geen reden en geen serieuze aangrijpingspunten zien om meer te doen dan op dit moment wordt gedaan. Mefrou WestraDe wethalder hellet wer oan dat lannelik de diskusje oer de ATV nochal stomprint en dat dat foar it kolleezje oanlieding is om op dit momint te wachtsjen mei it nimmen fan fierdere stappen. Ik fyn dat noch hieltyd in meager argumint. Ik kin dat allinnich mar beoardielje fanüt itjinge dêroer yn it kolleezjeprogram stiet. Miskien moat it kolleezje dan noch düdliker wêze en gewoan sizze dat it mei dy doelstelling eins net safolle kin en dat ien en oar ófhinklik is fan lannelike üntjouwings. Ik fyn dat it kol- 107 /o^ leezje wat dizze doelstelling oangiet op dit momint neat te bieden hat. Dat liket my in kwealike saak, ek al om't ik niis sketst haw dat ik it net sitten sjoch dat der, as it yn de earste helte fan de kolleezjeperioade net slagget, yn de twadde perioade wol resultaten boekt wurde kinne. De wethalder hat sein dat foldwaande by it personiel bekend is wat op dit stuit de mooglikheden ta wurkjen yn dieltiid binne. Ik fyn dat net maklik te beoardieljen. Ik freegje my ek óf hoe't de wethalder dêr sa'n ütsprutsen miening oer jaan kin. Ofsjoen dêrfan kin ik my foar stelle dat dizze kwestje fan tiid ta tiid wer in nije ympuls nedieh hat. It sil grif wol wier wêze dat de ynformaasje ien kear nei foaren brocht is. Men kin teoretysk feründerstelle dat dy wol trochkaam is by de minsken, mar in nije ympuls kin neffens my nea gjin kwea. In nij elemint is ek dat de diskusje oer de ATV stomprint, dus de opteinens by it personiel yn it ferline kin yndied wol minder west hawwe doe't der noch sicht wie op in ütwreiding fan de ATV. No't dy ütwreiding der yn elts gefal foar in tal jierren net yn sit, kinne wy üs goed foarstelle dat it foar it personiel wol oars leit De wethalder seit dat de mooglikheden wol by it personiel bekend binne. Ik wol it oarsom stelle. Is it by it kolleezje foldwaande bekend wêrom't bepaalde minsken op dit momint noch net yn dieltiid wurkje wolle en hokker behinderings hja dêrby hawwe. Wy hawwe üs seis by dit punt ynspirearje litten troch under oaren de gemeente Tilburch en de gemeente Arnhim, dy't ien en oar op in oantreklike wize oanpakt hawwe. Wat ik ek yn it ferhaal fan de wethalder mist haw is it belang dat de gemeente der by hat om nij personiel oan te lüken, sjoen de doelstelling dy't de gemeente wat dit oan- belanget formulearre hat. De wethalder sketst wol in protte prioriteiten, mar by dy prio riteiten sitte ek saken dy't krekt tsjinne binne mei in aktive oanpak, as it der om giet om mear minsken yn tsjinst te krijen. Sjoen itjinge ik nei foaren brocht haw hanthavenje wy üs moasje dy't ik yn earste ynstansje yntsjinne haw. De heer Bijkersma: Mevrouw Westra zorgt voor verwarring door in het door PAL ge claimde punt te vermelden dat zal worden gesproken over een verdere doorvoering van de arbeidstijdverkorting naar 32 uur. In het begin van haar betoog spreekt zij inderdaad over ATV, maar haar verhaal eindigt met een motie over deeltijdarbeid. En dat is natuur lijk heel iets anders dan arbeidstijdverkorting. Toch komt zij in haar repliek weer terug op arbeidstijdverkorting en dat geeft mij de vrijheid daar ook even over te praten, al hoewel dat op zich natuurlijk niets te maken heeft met de motie. Mevrouw Westra zegt dat de landelijke ontwikkelingen moeten worden gevolgd. Dan zeg ik dat de landelijke weerstanden natuurlijk ook moeten worden gevolgd. Duidelijk blijkt namelijk dat tegen arbeidstijdverkorting meer en meer weerstand optreedt en daar mogen wij de ogen niet voor sluiten. Dit zou een reden kunnen zijn om op dit gebied niet te voortvarend te werk te gaan. Dan de motie. Op zich heeft mijn fractie daartegen geen bezwaren. Wethouder Kessler heeft echter duidelijk naar voren gebracht dat een en ander wel bekend is in het ambte narenapparaat. Mevrouw Westra vindt dat er een onderzoek moet worden ingesteld betref fende de vraag waarom het personeel niet in deeltijd wil werken. Daarbij haalt zij de ge meente Tilburg aan. Ik zou mevrouw Westra wat dit betreft willen verwijzen naar ons ei gen georganiseerd overleg, waarin het personeel is vertegenwoordigd. Uiteraard kan een dergelijke vraag daar worden gesteld en dan wordt daar ook op ingegaan. Vanuit de raad moet er echter niet nog meer druk worden uitgeoefend, zeker niet als een en ander een extra belasting voor het ambtenarenapparaat betekent. Ik sluit mij dan ook aan bij het geen wethouder Kessler naar voren heeft gebracht en onze fractie heeft dus geen behoef te aan de motie. De heer Buurman: Er is reeds verwezen naar het beleidsprogramma, naar Tilburg en naar de landelijke ontwikkeling. Een werktijd van 32 uur is momenteel een onwerkelijk standpunt; als ik goed ben ingelicht is zelfs de FNV van haar geloof in deze afgestapt, op grond van de realiteit. Ook het bedrijfsleven kan deze werktijdverkorting nu nog niet dragen. Nou, dan vind ik dat wij niet koninklijker moeten zijn dan de koning. Wat de motie betreft sta ik op het standpunt dat het stimuleren door de lokale over heid moet worden afgewezen. Man en vrouw moeten zelf maar bepalen hoe deeltijdarbeid wordt ingevuld. Ik ben dus tegen de motie. De heer J.F. Janssen: Met de motie kan onze fractie het op zich wel eens zijn, maar het tijdstip waarop ligt wat moeilijk. Wij hebben van de wethouder gehoord dat ten aan zien van het zittend personeel wel bekend is welke mogelijkheden er zijn. Ook gezien de werkdruk bij de afdeling Personeelszaken voelen wij in feite op dit moment niets voor de motie. Een verschuiving van taken zou nog een mogeliikheid ziin. maar als wii horen met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 54