120 II6
veerd. Het geheel komt ons wat trucendoosachtig over. Het lijkt ons dat wij de verkeerde
weg opgaan als wij nu ook al voor fondsen rekening gaan houden met onderuitputting.
Voor de komende herwaarderingsoperatie zouden wij graag zien dat echte beleidskeuzes
aan ons worden voorgelegd.
Dan kom ik bij nieuw beleid. In onze algemene beschouwingen hebben wij uitgebreid
aangegeven waarom wij vinden dat politieke besluitvorming over de voorstellen voor nieuw
beleid tot het voorjaar van 1987 zou moeten worden opgeschort. Op onze motivering daar
voor ga ik nu niet meer in. Ook hebben wij toen gezegd dat een uitzondering moet wor
den gemaakt voor die voorstellen waar niet-honorering nu tot ernstige discontinuïten zou
leiden. Discontinuïteit houdt voor ons in dat iets wat er is voor een paar maanden niet
wordt gedekt en vervolgens er weer mag zijn na honorering in het voorjaar van 1987. Wij
hebben hierover de volgende motie opgesteld.
Motie I.
„De raad van de gemeente Leeuwarden, bijeen op 16 december
1986,
overwegende dat:
- pas besloten moet worden over voorstellen voor nieuw beleid als
de dekking van de kosten die met deze voorstellen samenhan
gen aanwezig is;
- door de recente gegevens over de tegenvallende uitkomsten van
de rekening 1985 het beleidsplan 1987-1991 niet meer sluitend
is,
vindt het op dit moment niet opportuun een politieke discussie
over de voorstellen voor nieuw beleid te voeren en spreekt zich
derhalve alleen uit over die voorstellen die bij niet-honorering tot
ernstige discontinuïteiten zouden leiden,
verzoekt het college van b. en w. aan te geven wat de gevolgen
van opschorten van de volgende voorstellen zijn:
3. gemeentelijke kinderopvang
5. beleidsmedewerksters emancipatiewerk
6. parkeervoorziening in verband met Aegon
7. verkeersluwe gebieden
10. onderwijsvoorrangsactiviteiten
15. lichtinstallatie trainingsveld S.C. Leeuwarden
17. Stichting Lesbisch Archief Leeuwarden
18. uitvoering Nota Werkgelegenheid
19. gastouderproject
20. Kinderdagverblijf
21. bejaardenalarmering
23. basisvoorziening drugshulpverlening/-preventie
- fonds onderwijs en emancipatie
- project Mensen zonder werk
en wil graag mede aan de hand van de informatie van b. en w.
per bovengenoemd voorstel beslissen of de discussie over honore
ring al dan niet opgeschort moet worden."
De motie is mede-ondertekend door mevrouw De Haan-Laagland.
Over de in de motie genoemde punten is gisteren tussen de voorzitters van de frac
ties uit deze raad overleg geweest. Dat betekent dat over de punten die niet in deze mo
tie worden genoemd overeenstemming bestaat tussen b. en w. en de overige leden van de
ze raad. (De Voorzitter: Ik denk dat u zich nu niet helemaal juist uitdrukt. Kunt u mij
uitleggen waarover ten aanzien van de niet in de motie genoemde punten overeenstemming
is bereikt?) B. en w. hebben een voorstel gedaan; dat was een hele lijst van punten. De
fractievoorzitters is gevraagd welke punten naar hun oordeel dienen te worden opge
schort. Die punten worden in de motie niet genoemd. Door verschillende partijen zijn en
kele punten aangedragen die, naar men vond, ter discussie moeten staan. Die punten
staan in deze motie. Het voorstel is nu alleen die punten in de discussie te betrekken.
(De Voorzitter: Dan is het helder. Met betrekking tot de niet genoemde punten is tussen
de fractievoorzitters overeenstemming dat die uitgesteld kunnen worden in de geest als in
de motie is bedoeld.) (De heer Duijvendak: Met de aanvulling van de PAL-fractie dat wij
het, als door middel van de PvdA-motie wordt besloten geen nieuw beleid door te voeren,
eens zijn over de punten die niet zijn genoemd. Er zal echter straks ook een motie door
PAL worden ingediend die zal voorstellen wel tot nieuw beleid over te gaan.)
Voorts wil ik nog meedelen dat naar de mening van mijn fractie ook honorering van
enkele voorstellen voor de besteding voor de rijksvergoeding van het basisonderwijs moet
worden ooeeschort. Hierop zullen wij bij agendapunt 3 terugkomen.
IZ1 /2 O
Kortom, wij zullen onze mening over welke voorstellen niet op te schorten zijn laten
afhangen van de objectief technische informatie van het college over wat de gevolgen zijn
van het opschorten van de in de motie genoemde voorstellen.
De heer Ybema: De rekeningen 1984 en 1985 en de nog niet verwerkte tegenvallers
- ik doel dan op de september en oktober circulaire - leveren voor het beleidsplan een
groot tekort op; dat weten wij intussen allemaal. Hoe die financiële situatie nu exact is
weet de raad op dit moment niet en dat is een ernstige handicap bij de beoordeling van
de voorstellen die thans aan de orde zijn. Mijn fractie vindt dat die duidelijkheid abso
luut noodzakelijk is om door de raad op een verantwoorde manier beslissingen op dat
punt te nemen en zal dan ook wat mijn fractie betreft zo snel mogelijk door het college
moeten worden gegeven. Alleen dan kunnen wij als raad beslissen over nieuw beleid. Er
zijn echter enkele voorstellen voor nieuw beleid - de heer Janssen heeft daar zopas ook
al op gedoeld -, waarbij uitstel niet verantwoord is. Die voorstellen worden nu in de dis
cussie verder verwoord als voorstellen waarbij bij niet-honorering sprake zal zijn van
ernstige discontinuïteit. Er is inmiddels al meegedeeld dat over die voorstellen gisteren
overleg is geweest. Voor die categorie beleidsvoorstellen zal dus anders gehandeld moeten
worden.
Over hetgeen ik zojuist heb gezegd met betrekking tot de noodzaak van een snelle ti
nanciële duidelijkheid over de situatie waar wij nu in zitten heeft mijn fractie een motie
opgesteld, die ik nu graag wil voorlezen.
Motie II.
„De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 16
december 1986,
overwegende dat:
- als gevolg van de resultaten van de rekeningen over 1984 en
1985 grote financiële tekorten zijn ontstaan in het thans voor
liggende beleidsplan 1987-1991;
- het in deze situatie niet verantwoord is te beslissen over de in
het beleidsplan opgenomen voorstellen voor nieuw beleid mits er
sprake is van ernstige discontinuïteiten bij niet-honorering
draagt het college op vóór 1 maart 1987 met een nieuw realistisch
dekkingsplan voor het beleidsplan 1987-1991 te komen, waarbij de
gevolgen van de nu ontstane financiële situatie voor de herwaar
dering en de overgebleven voorstellen voor nieuw beleid zijn aan
gegeven,
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is pro forma mede-ondertekend door de heer Van der Wal.
De heer Koopmans: Wij hebben gisteren als fractievoorzitters overleg gepleegd over
deze zaak. Wat is nu de betekenis van deze motie in dat licht? Ik moet u echt zeggen dat
ik er niets van begrijp. Ook al zou 1 mei 1 maart worden, dan had dat toch gisteren aan
de orde moeten komen.
De heer Ybema: Wij hebben gisteren alleen gesproken over de vraag welke voorstellen
horen tot de categorie waarbij bij niet-honorering sprake is van ernstige discontinuïtei
ten. Er is niet gesproken over termijnen enz. (De heer Koopmans: Wij hebben gisteren in
zijn algemeenheid gesproken over het stukje van de motie wat in de oorspronkelijke eer
ste motie van de PvdA zat en vervolgens over de projecten die daaronder zouden vallen.
Ik moet u zeggen dat ik van deze gang van zaken weinig begrijp.)
De Voorzitter: Ik constateer slechts dat de motie van de heer Ybema voldoende is on
dersteund en derhalve deel uitmaakt van de beraadslagingen. Wij zetten ons thans te
luisteren naar de heer Duijvendak.
De heer Duijvendak: Als ik het goed heb begrepen is op dit moment de herwaarde
ring in haar geheel aan de orde, want daarover heeft ook de heer Janssen gesproken en
daarnaast de algemene lijn van nieuw beleid, terwijl de punten die zijn genoemd in de
motie van de PvdA apart aan de orde komen. Als dat zo is, dan verzoek ik u de heer
Van der Wal zo meteen toe te staan in het kort een aantal herwaarderingsprojecten te be
spreken.
Wij hebben de PvdA-motie gesteund voor het leggen van accenten op beheer, maar
dat betekent niet dat wij vinden dat politieke sturing en het maken van politiek beleid
wel een half jaar kan wachten. Wij hebben oog voor de moeilijke en vooral onzekere fi
nanciële situatie - dat is wel gebleken uit de discussie over de rekening 1985 - en wij