152' ISO
de afvalstoffenheffing, die voor iedere gebruiker gelijk is, met een bedrag van 6,per
jaar en een verhoging van het rioolrecht met maar liefst 13,-- per jaar. Een geweldige
belastingverhoging! Het rioolrecht gaat door deze verhoging van 28,50 naar 41,50 per
jaar. Mijn fractie stelt een extra verhoging voor van het rioolrecht van 6,per jaar.
(De heer Schade: Hebt u daarom misschien een voorbehoud in de commissie gemaakt?) Ja,
natuurlijk. De commissie vond de verhoging op zich ook groot, maar afwegende tegen de
kortingen op nieuw beleid - dus het niet doorgaan van nieuw beleid - zou er in plaats
van 13,19,betaald moeten worden om beleidsruimte, enz. te houden.
De laatste jaren is er een tendens te bespeuren dat de opbrengst van de onroerend
goedbelastingen steeds meer wordt verschoven ten nadele van de gebruikers en ten voor
dele van de eigenaars. De verhouding die wij een paar jaar geleden op politieke gronden
hebben vastgesteld, verschuift steeds meer ten nadele van de gebruikers en is overigens
de afgelopen jaren al behoorlijk in die richting verschoven. Wij vinden dat een jammerlijke
zaak.
Bovendien vinden wij om dezelfde redenen als de heer Schade de koppeling tussen af
valstoffenheffing en onroerend goedbelastingen ongewenst. De afvalstoffenheffing wordt
dan namelijk gebruikt als dekking voor tegenvallende inkomsten uit de onroerend goedbe
lastingen. Wij willen daarom het voorstel doen om de verhoging van de afvalstoffenheffing
niet door te laten gaan en die te compenseren door een extra verhoging van het riool
recht. Een en ander is budgettair-neutraal. Door dit voorstel wordt de koppeling op één
punt gelegd en wordt de afvalstoffenheffing niet meer gekoppeld aan de onroerend goed
belastingen. Ik heb hiervoor een motie gemaakt die als volgt luidt.
Motie I.
„De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
17 december 1986,
behandelende de wijziging c.q. vaststelling van de verordeningen
onroerend goedbelastingen, reinigingsheffingen en rioolrechten
met ingang van 1 januari 1987 in het kader van het beleidsplan
1987-1991 (bijlage nr. 451),
besluit
ade voorgestelde extra verhoging van de afvalstoffenheffing
met 0,50 per maand niet over te nemen en het tarief vast te
stellen op 7,03 per maand;
b. de daling van de inkomsten uit de afvalstoffenheffing te dek
ken door de rioolrechten met 6,per jaar extra te verho
gen
De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenoot, de heer Duijvendak. De extra ver
hoging van 6,komt dus bovenop het door b. en w. voorgestelde bedrag en moet, vol
gens onze berekening, budgettair-neutraal uitkomen.
Een ander voorstel dat wij willen doen - dat ligt in de lijn van het verhaal van de
heer Schade - is om, als de limieten later omhoog gaan, deze extra verhoging van de af
valstoffenheffing weer ongedaan te maken. Ook hiervoor hebben wij een motie gemaakt die
als volgt luidt.
Motie II.
„De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
17 december 1986,
behandelende de wijziging c.q. vaststelling van de verordeningen
onroerend goedbelastingen, reinigingsrechten en rioolrechten met
ingang van 1 januari 1987 in het kader van het beleidsplan 1987-
1991 (bijlage nr. 451),
besluit de extra verhoging van de afvalstoffenheffing met 0,50
per maand weer in te trekken zodra het door verruiming van de
limieten voor de onroerend goedbelastingen mogelijk wordt deze
heffingsverlaging te compenseren door een verhoging van de on
roerend goedbelastingen."
Ook deze motie is mede-ondertekend door de heer Duijvendak. (De Voorzitter: De moties
zijn voldoende ondersteund en maken deel uit van de beraadslagingen.)
Wij zijn tegen het feit dat de kosten van het ophalen van het chemisch afval worden
verhaald via de reinigingsrechten, maar goed die discussie hebben wij al eens eerder ge
voerd. Wij vinden dat er wat dat betreft sprake is van een normale milieutaak.
De heer YbemaIn de Commissie voor de Financiën heb ik op het punt van de verho
ging van de reinigingsrechten en rioolrechten een voorbehoud gemaakt. Een van de over
wegingen daarbij was - ik herhaal het nu - dat mijn fractie vindt dat de lasten van de
153 /5V
onroerend goedbelastingen, de rioolrechten en de reinigingsrechten voor de inwoners van
Leeuwarden te hoog zijn. Wij hebben het afgelopen jaar ook het zogenaamde woonlastenbe-
leid vastgesteld. De intentie van dat beleid is om de woonlasten tot het uiterste te beper
ken. Mijn fractie vindt dat deze voorstellen haaks staan op wat in dat kader als beleid is
vastgesteld.
De belangrijkste factor in de hele lastenproblematiek op dit punt is de hoogte van de
onroerend goedbelastingen. Ik heb in de afdelingsvergadering gevraagd om een vergelij
kend overzicht van de hoogte van de onroerend goedbelastingen van onze gemeente ten
opzichte van andere gemeenten. Ik heb dat overzicht bekeken en ik wil even kort de po
sitie noemen van Leeuwarden ten opzichte van andere Friese gemeenten, want dat is nogal
van belang. Uitgangspunt daarbij voor mij is de opbrengst van de onroerend goedbelas
tingen per inwoner, want dat brengt volgens mij het best tot uitdrukking de lasten zoals
de mensen die ervaren. Leeuwarden staat wat dat betreft aan de absolute top met een be
drag van afgerond 255,per inwoner. Op de tweede plaats komt de gemeente Boarn-
sterhim met een bedrag van 18Ü,per inwoner. Daar vlak achter komen dan de ge
meenten SmallingerlandHeerenveen, Menaldumadeel, Franekeradeel en Harlingen met een
bedrag van rond de 145,— tot 180,— per inwoner. Ten opzichte van de gemeente
Boarnsterhim zitten wij dus 45% hoger op dit punt. (De heer Van der Wal: U kunt veel
beter een gemeente als Zwolle nemen, want dat is veel relevanter.) Ik vind de situatie in
Friesland uiterst relevant, omdat die mede van invloed kan zijn op het bepalen door de
mensen van hun woonplaats. De gemeente Tietjerksteradeel, waarvan wij veel concurrentie
hebben wat betreft de vestiging van mensen, zit ontzettend laag, namelijk 108, Die
situatie brengt mijn fractie ertoe om met dit voorstel niet akkoord te gaan.
De consequentie van het afwijzen van dit voorstel is dat wij instemmen met een be
drag van 725.000,— voor de herwaarderingsoperatie 1987. Ik zou voor deze herwaarde
ringsoperatie nog een paar suggesties willen doen. Ik wil het college uitnodigen om het
invorderingsbeleid zo snel mogelijk te activeren; wij hebben daar ook al in ons verkie
zingsprogramma op aangedrongen. Ook wil ik de suggestie doen om in het kader van de
privatisering een systematisch onderzoek te doen naar alle mogelijkheden. Ik denk dat dat
hard nodig is, want tot nu toe is er sprake van een hap-snap beleid. Bovendien zal ge
keken moeten worden naar het benutten van de mogelijkheden van een verdere uitbeste
ding van het onderhoud aan scholen en sportaccommodaties. Ook op dat punt liggen er
kansrijke mogelijkheden.
De heer Burg: Mijnheer de voorzitter, ook in onze fractie is gediscussieerd over het
al dan niet juist zijn van een vervanging van de heffing in het kader van de onroerend
goedbelastingen door een extra verhoging van de afvalstoffenheffing. De VVD-fractie wil
het voorstel van b. en w. beschouwen als een egalisatie om de inkomsten van de gemeente
en dus de financiële situatie niet nog slechter te maken. Wij willen ook dezelfde vraag
stellen als de heer Schade - de heer Bijkersma heeft daar overigens ook in de Commissie
voor de Financiën naar gevraagd - namelijk of het mogelijk is om, wanneer in 1988 de li
mieten weer veranderen, dan ook een verlaging door te voeren van de nu te verhogen
afvalstoffenheffing en rioolrechten.
De heer Buurman: De extra verhoging van het tarief van de afvalstoffenheffing, ter
dekking van het verlies bij de onroerend goedbelastingen, van 6,per jaar is niet
fraai. De heer Schade heeft gezegd dat die extra verhoging niet juist is en heeft voorts
gesproken over een oneigenlijke koppeling. De heer Van der Wal vindt de verhoging on
gewenst. Ik dacht dat deze zaak wel te verdedigen is. De vereffening vindt plaats bij die
groep belastingplichtigen die voordeel heeft door de werking van de limieten. Het zal dus
duidelijk zijn dat ik tegen motie I van PAL zal stemmen. Ik vind wel dat de verhoging-
geen structureel karakter zal moeten dragen en derhalve van tijdelijke aard moet zijn zo
dat een en ander naderhand nog eens bekeken kan worden.
Als motie II van PAL in stemming wordt gebracht dan zal ik daar voor stemmen.
De heer Kessler (weth.): De heer Schade heeft gezegd dat het in de raadsbrief op
bladzijde vijf genoemde percentage van 2,17 alleen voor 1987 geldt. Dat klopt want, als er
voor 1988 eventueel nieuwe voorstellen voor belastingverhoging worden gedaan, dan zal
dat percentage anders worden.
De heer Schade vindt een koppeling tussen de afvalstoffenheffing en de onroerend
goedbelastingen niet juist, maar vindt dat het niet anders kan omdat wij in een bijzondere
situatie zitten. Hij vraagt of die koppeling te zijner tijd weer ongedaan gemaakt kan wor
den. De heren Van der Wal, Burg en Buurman hebben daar ook naar gevraagd. Ik wil
hierop hetzelfde zeggen als datgene wat ik in de Commissie voor de Financiën heb ge
zegd. Op zich zelf ligt het voor de hand dat, wanneer in de toekomst de limieten weer
stijgen, die koppeling wordt teruggedraaid. Het college zal zich daar nader op beraden
en te zijner tijd met een voorstel in die richting komen.