160 grepen, en dat de gelden dienaangaande in ieder geval na 1 januari aan de scholen uitge keerd zullen moeten worden. De heer Krol zet wat vraagtekens - andere fracties hebben dat trouwens ook ge daan - bij de koppeling tussen de energielasten en de onderwijsleerpakketten. Aan de ene kant is het natuurlijk zo dat de vergoeding voor de scholen voor onderwijsleerpakketten en meubilair fors omhoog gaat. Dat is prachtig en daar zijn wij allemaal heel blij mee. Aan de andere kant is het zo dat de vergoeding voor energielasten omlaag gaat. Consequent geredeneerd en er vanuit gaande dat het Londo-stelsel staat voor een kostendekkend sys teem zou je kunnen zeggen dat de scholen dus met 83.000,minder aan energielasten uit kunnen komen. Van een aantal andere gemeenten hebben wij gehoord dat ook zij twij fels hebben of de vergoeding voor energielasten wel hoog genoeg is. Wij hebben daarom gezegd dat wij niet direct tegen de scholen willen zeggen dat zij voor 100% moeten uitko men met het budget voor energielasten, maar dat wij ons zelf de tijd moeten gunnen om te kijken of de vergoeding voor energielasten reëel is. Zijn scholen bijvoorbeeld in de loop van de jaren voorzien van isolerende voorzieningen zodat wel binnen de vergoeding kan worden gebleven? Wij moeten daarnaast de scholen de kans geven om hun stookge- drag aan te passen, want ik denk dat er wat dat betreft ook nog wel mogelijkheden zijn. Wel, op het moment dat je niet de koppeling legt tussen energielasten en onderwijs leerpakketten heb je daar ook geen enkele sturing in en word je wellicht toch achteraf geconfronteerd met overschrijdingen op die post. Wij hebben gemeend die koppeling wel te moeten maken. Daarnaast menen wij scholen aan de ene kant te moeten sturen in de richting dat zij uitkomen met de uitkering die zij voor energielasten krijgen en aan de andere kant de ruimte te moeten geven om daar geleidelijk aan te wennen. Ik vraag mij af of het inderdaad zo is zoals mevrouw Westra een beetje suggereert dat het bijna op voor hand vaststaat dat scholen niet met dat budget uit kunnen komen. Ik kreeg kort geleden een onderzoek onder ogen van de SVEN waaruit blijkt dat bijvoorbeeld op scholen nog 23% te bezuinigen valt op het energiegebruik, niet door isolerende maatregelen maar simpelweg door de manier waarop met energie op de scholen wordt omgegaan door leerkrachten en leerlingen. Ik vind dus niet dat wij er op voorhand vanuit moeten gaan dat het Londo- stelsel op dit punt tekort schiet. De heer Heidstra is nogmaals ingegaan op de onderwijsbezuinigingen zoals die inmid dels door de Tweede Kamer zijn vastgesteld. Ik ben daar tijdens de algemene beschouwin gen uitvoerig op ingegaan en ik wil dat dan nu niet meer doen. De heer Heidstra merkt terecht op dat het feit dat wij nu 1,7 miljoen gulden meer krijgen als rijksvergoeding een bevestiging is van het feit dat de rijksvergoeding in het verleden ver is achtergebleven bij de uitgaven die wij moesten doen voor het onderwijs. Onze gemeente heeft dat al jaren beweerd en in die zin heeft de heer Heidstra gelijk dat genoemd feit een bevestiging is van de stelling die wij al eens eerder hebben ingenomen. Vervolgens zegt de heer Heidstra dat de PvdA-fractie van mening is dat de verdeling zoals het college die heeft aangebracht terecht is en dat de 733.000,toekomt aan de onderwijssector. Ook vindt hij de verdeling van dat laatste bedrag redelijk. De heer Heidstra zegt dat, in het verlengde van de discussie die wij vanavond en gisteravond hebben gevoerd over nieuw beleid, een aantal voorstellen uitstelbaar is en dat wij daarvoor op dit moment geen uitgaven hoeven te doen. Ik heb begrepen van hem dat dat niet geldt voor aanstelling van een plaatsvervangend hoofd van de afdeling On derwijs en voor de onderwijsleerpakketten en het meubilair. Het gaat dus om dezelfde posten waarvan ook de heer Krol heeft gezegd dat ze op dit moment onuitstelbaar zijn. Ik ben het ermee eens dat de post onderwijsleerpakketten en meubilair onuitstelbaar is. Het Londo-stelsel is er al sinds augustus 1985. Het gaat hier om een ontzettend ingewikkelde materie en dat betekent dat wij vrij veel tijd nodig hebben gehad om precies uit te zoe ken wat de consequenties van het stelsel zijn voor de gemeente en voor de scholen. Wat genoemde post betreft zijn de scholen in het afgelopen jaar inderdaad tekort gekomen. Ik vind het dus terecht dat CDA, PvdA en anderen stellen dat de scholen nu moeten krijgen waar zij recht op hebben en dat dat niet nog eens vier maanden moet worden uitgesteld, te meer omdat het bijzonder onderwijs deze middelen rechtstreeks krijgt en die dus al wel kunnen uitgeven. Voor de aanstelling van een plaatsvervangend hoofd van de afdeling Onderwijs geldt wat mij betreft hetzelfde. Dat is een van de personele knelpunten waarop wordt gedoeld. Mevrouw Westra heeft gezegd dat zij weinig weet van die knelpunten en dat zij alleen ge hoord heeft dat het om de twee door haar genoemde functies gaat. Ik heb destijds in dt commissie meer informatie gegeven dan alleen maar het aangeven om welke twee functies het gaat. Ik ben het met de heer De Beer eens dat er op de afdeling Onderwijs dermate grote knelpunten zijn ontstaan in de loop van de tijd dat zeker de aanstelling van een plaatsvervangend afdelingshoofd onuitstelbaar is. Dat geldt wat mij betreft niet voor de medewerker medezeggenschap. Hoewel de Wet medezeggenschap onderwijs ons een aantal verplichtingen oplegt, denk ik dat dat punt uitstelbaar is en dat wij daarover in april wel kunnen praten. Voor het plaatsvervangend afdelingshoofd geldt dat zeker niet. 161 /SS Mevrouw Westra heeft ook geconstateerd dat het Londo-stelsel een verbetering is ten opzichte van het oude stelsel en dat de sector onderwijs in het verleden dus duidelijk te weinig geld heeft gekregen. Zij merkt terecht op dat het nog maar de vraag is of de to tale verbetering ook voor alle posten afzonderlijk een verbetering is. Ik heb ook mijn twijfels of dat bijvoorbeeld geldt voor posten als nieuwbouw en verbouw. De vergoedingen daarvoor zijn nu nog lager dan ze al waren. De ervaring in het verleden leert ons ge woon dat de vergoedingen toen ook al te laag waren. Het is dus niet voor niets dat een van de voorstellen die wij in de notitie hebben gedaan is om een fonds huisvesting en an dere voorzieningen in te stellen om juist op die momenten, waarin wij vinden dat de Lon- do-normen te weinig mogelijkheden bieden om een goede nieuwbouw dan wel verbouwing te plegen, daar iets extra's bij te kunnen leggen. De toekomst zal inderdaad uit moeten wij zen voor welke kosten dat gaat gelden, want daarover is op dit moment niets met zeker heid te zeggen. Je kunt daar hoogstens op een aantal punten wat twijfels bij hebben. Mevrouw Westra heeft ook opgemerkt dat het Londo-systeem een verbetering is. Ik ben daar reeds op ingegaan. Zij refereert verder aan de mogelijkheid die het Londo-systeem biedt om scholen een eigen budget te geven en geeft in dat verband aan dat daar naast voordelen ook nadelen aan zitten. De heer Buurman is tijdens de algemene beschouwingen op hetzelfde punt in gegaan. Er zitten inderdaad naast een aantal voordelen, die wij ook al tijdens de algeme ne beschouwingen hebben genoemd, ook nadelen aan in die zin dat het voor de scholen een extra werkdruk en verantwoordelijkheid betekent. Uiteraard is een voordeel dat scho len veel meer zelf kunnen kiezen waar zij de prioriteiten willen leggen en ook sneller kunnen handelen dan nu het geval is. Ik heb wat twijfels bij de suggestie om een aantal experimenten te starten. Ik heb met de directeuren van de scholen daarover een eerste gesprek gehad. In januari gaan wij daar verder over praten. Ik zelf zit meer op de lijn dat wij moeten proberen met de scholen overeenstemming te bereiken over een algemene lijn, dus dat alle scholen mee gaan doen, en dat wij niet eerst experimenten moeten optuigen. Ik stel mevrouw Westra dus voor om eerst de discussie met de scholen en hun opvattingen daarover af te wachten en daarna eens te kijken of een en ander ons noodzaakt om experimenten te starten dan wel dat het mogelijk is om in een keer op alle scholen te starten met zo'n budget. Ik heb begrepen dat mevrouw Westra akkoord gaat met de verdeling maar twijfelt of die wel juist is, in die zin dat zij zich afvraagt of het budget dat uiteindelijk naar de sector onderwijs gaat niet groter moet zijn. Ik begrijp dat mevrouw Westra daar op dit moment geen punt van wil maken maar daar in de toekomst eventueel op terug wil komen. Ik wacht dat af. Wat de besteding betreft heeft mevrouw Westra gevraagd naar een nadere rapportage over de realiteit van met name de personele knelpunten. Ik heb zelf niet veel behoefte aan een nadere rapportage. Op dit moment is al aan te geven waar de knelpunten zijn. Het grootste knelpunt is het plaatsvervangend hoofd van de afdeling Onderwijs. Een an der groot knelpunt is dat er op het bureau Financiële en Materiële Zaken van de afdeling Onderwijs nogal wat achterstand is ontstaan onder andere in het aanleveren van gegevens voor de jaarrekening van de gemeente en in het opstellen van de rekeningen voor het rijk om rijksvergoeding te krijgen. Die achterstand is mede ontstaan doordat de afdeling Onderwijs werd geconfronteerd met het Londo-stelsel. In de uitwerking daarvan is ontzet tend veel tijd gaan zitten. Het gaat hier dus om twee heel duidelijke knelpunten. Het ene knelpunt, het plaats vervangend afdelingshoofd, is structureel en dat hebben wij in dit kader willen oplossen. Het andere knelpunt is incidenteel en komt terug bij agendapunt 3b. Een ander knelpunt is de medewerker zeggenschap. Op basis van de betreffende wet moeten wij een aantal taken uitvoeren naar de gemeenschappelijke medezeggenschapsraden en de medezeggen schapsraden van de scholen. Je kunt er natuurlijk voor kiezen om dat niet te doen, maar dat lijkt mij vrij ingewikkeld omdat er een wet is en bovendien omdat wij in het college programma hebben gezegd dat wij de medezeggenschap heel belangrijk vinden. Ik denk wel dat wij deze kwestie voorlopig even kunnen uitstellen op dezelfde wijze als wij dat bij een aantal voorstellen voor nieuw beleid hebben gedaan. Wat mij betreft is die rapportage dus niet nodig, want ik kan op dit moment wel aanwijzen waar de knelpunten liggen. Ik voel er dan ook niets voor om de besluitvorming daarover op dit moment uit te stellen. Ik heb in mijn antwoord op de vraag van de heer Krol over de koppeling tussen energielasten en onderwijsleerpakketten al duidelijk gemaakt waarom wij die koppeling hebben gelegd en waarom die onzes inziens reëel is. Mefrou Westra: Ik haw in punt fan oarder, mynhear de foarsitter. Ik bin benijd nei de fierdere proseduere. Krije wy deselde proseduere as by de behanneling fan de foar- stellen foar nij belied? Wurdt dan ek per punt bepaald wa't fynt dat dat al of net ütsteld wurde kin? PAL is it nammentlik net iens mei de algemiene line en wy moatte de gelegen heid haw we om dat kenber te meitsjen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1986 | | pagina 81