20 wijk-Diaconessenhuis voor het ontwikkelen van woningbouwplan nen en voor de voorbereiding van een (gedeeltelijke) wijziging van het bestemmingsplan Transvaalwijk e.o. (bijlage nr. 13), overwegende - dat als uitgangspunt voor de samenstelling van projectgroepen/ contactgroepen de zogenaamde "gescheiden verantwoordelijk heid" is genomen, wat er toe heeft geleid dat projectgroepen louter uit ambtelijke medewerkers bestaan en dat alle contacten met belanghebbenden via de contactgroepen lopen; - dat uit het voorstel van het college blijkt dat het nu wel in de bedoeling ligt een vertegenwoordiger van een projectontwikkelaar in de ambtelijke projectgroep op te nemen, hetgeen strijdig is met het uitgangspunt van "gescheiden verantwoordelijkheid", besluit dat alle formele contacten met belanghebbenden via de in te stellen contactgroep Transvaalwijk zullen lopen en er derhalve geen plaats is in de ambtelijke projectgroep voor één der belang hebbenden en dus ook niet voor de vertegenwoordiger van de projectontwikkelaar De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote, mevrouw Westra. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.) Tot mijn vreug de heb ik zojuist gehoord dat de PvdA-fractie dit een zwaar punt vindt. De PvdA doet een soort compromisvoorstel om niet meer uit te gaan van een projectgroep maar van een werk groep waarin ook de bewoners vertegenwoordigd zijn. Ik wacht met belangstelling de reactie van het college daarop af. Met het voorstel van de PvdA-fractie wordt het uitgangspunt van het project- en contactgroepensysteem niet aangetastmits er ook een vertegenwoordiging van de bewoners - want die zijn ook zeer grote belanghebbenden in deze zaak - wordt op genomen. Ik wil dan nu ingaan op het punt van het handhaven van de karakteristieke bebouwing en de tuin. Ik ben van mening dat, wanneer een ambtelijke projectgroep wordt ingesteld, die een eenduidige opdracht mee moet worden gegeven. Sinds het tijdstip waarop bekend is geworden dat het Diaconessenhuis te zijner tijd zal verdwijnen is van alle kanten benadrukt dat de karakteristieke bebouwing moet worden gehandhaafd en dat de tuin een openbaar karakter moet hebben. Ook in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting vond dat idee algemene ondersteuning. Ik vind daarom dat de eigen ambtelijke projectgroep de opdracht "dient te worden gehandhaafd" moet worden meegegeven en niet de opdracht "dient zo enigszins mogelijk te worden gehandhaafd". Mocht na het uitbrengen van het pro jectgroeprapport blijken dat er moeilijkheden met dit uitgangspunt ontstaan, dan kunnen wij die op dat moment wel oplossen. Maar in deze fase bied je mogelijkheden voor een project ontwikkelaar/eigenaar om op dit punt in te spelen. En zie daar - de heer Terpstra heeft het artikel in de Leeuwarder Courant al even aangehaald - er wordt prompt op ingespeeld. Nu blijkt plotseling dat het hoofdgebouw constructief niet goed zou zijn. Ik hecht daar geen waarde aan en bovendien ligt daar geen onderzoek aan ten grondslag. Om dezelfde redenen als die welke de heer Terpstra heeft genoemd ga ik er vooralsnog vanuit dat die bebouwing in een goede bouwkundige staat verkeert. Dat de bebouwing mis schien een sta in de weg is om zoveel mogelijk winst uit de grond te slaan wil ik wel aanne men, maar daar is de gemeente in eerste instantie niet verantwoordelijk voor. Wij zijn ver antwoordelijk voor het behoud in dit gebied van een karakteristiek en goed stadsgezicht. Ik vind dan ook dat in de taakomschrijving op bladzijde 2 onder "Stedebouwkundige voorwaar den" punten a en b de zinsneden "zo enigszins mogelijk" geschrapt moeten worden. Ook hier voor heb ik een motie gemaakt die als volgt luidt. Motie II. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 12 januari 1987, behandelende de taakomschrijving voor de projectgroep Transvaal- wijk-Diaconessenhuis voor het ontwikkelen van woningbouwplannen en voor de voorbereiding van een (gedeeltelijke) wijziging van het bestemmingsplan Transvaalwijk e.o. (bijlage nr. 13), overwegende - dat de tuin, het hoofdgebouw en de bebouwing aan de Noorderr- singel tussen hoofdgebouw en Singelstraat als zeer karakteristiek voor het stadsgezicht moeten worden beschouwd; - dat de hiervoor genoemde bebouwing in goede bouwkundige staat verkeert besluit in de taakomschrijving op bladzijde 2, onder "Stede- 21 bouwkundige voorwaarden", punten a en bde zinsneden "zo enigszins mogelijk" te schrappen." De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote, mevrouw Westra. De VoorzitterDe motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadsla gingen De heer Dubbelboer: Mijnheer de voorzitter, naar aanleiding van het voorliggende raads voorstel en de discussie die heeft plaatsgevonden in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting gaat mijn fractie akkoord met de taakopdracht zoals die gegeven is. Meer moeite hebben wij met de samenstelling van de projectgroep. Ik heb in de Commis sie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting reeds aangegeven dat wij er geen voor stander van zijn om functies en verantwoordelijkheden door elkaar te halen en dat wij vinden dat derhalve de projectontwikkelaar uit de projectgroep moet. Ik ben benieuwd hoe de wet houder het voorstel van de PvdA uitwerktOp zich klinkt dat voorstel heel logischmaar je haalt er wel het project- en contactgroepensysteem mee overhoop. Als het voorstel van de PvdA juridisch in een vat te gieten zou zijn, dan zou het misschien een oplossing zijn. Ik heb in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting gezegd - ik herhaal dat nu - dat het beter is het project- en contactgroepensysteem te laten bestaan en dat Mabon uit de projectgroep moet en die via de informele weg mee te laten praten. Ik denk dat dat op zich een duidelijker en helderder procedure is. Ik heb in mijn aanhef gezegd, mijnheer de voorzitter, dat wij akkoord gaan met de taak opdracht. Dat betekent dat motie II van PAL onze steun niet zal krijgen. Wij vinden dat de omschrijving "zo enigszins mogelijk" een voldoende waarborg is, zeker ook na de toelichting van de wethouder in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, om daar mee uit de voeten te kunnen. De heer StassenMijnheer de voorzitter, de CDA-fractie gaat akkoord met de taakom schrijving en de stedebouwkundige voorwaarden. Dit betekent dat ook de CDA-fractie vindt dat de straat wand en de Noordersingel bijzondere aandacht verdienen. Daartoe behoort ook het hoofdgebouw van het Diaconessenhuis dat ons inziens gehandhaafd moet blijven. Ook is het behoud van de tuin van groot belang voor de recreatieve functie in de buurt. Daaren tegen zou een aantal onderdelen van het gebouwencomplex die er uit stedebouwkundig en ruimtelijk oogpunt uit springen - dus lelijk zijn - wat ons betreft kunnen verdwijnen. Ik be doel dan de polikliniek en het beddenhuis. Ik wil niet veel aandacht besteden aan de kwestie van "zo enigszins mogelijk". Een en ander moet vertaald worden zoals dat in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volks huisvesting is gezegd, namelijk in de zin van dat niemand aan het onmogelijke is gehouden. Wij vinden dat, als ik de wethouder goed heb geïnterpreteerd, een goede afgrendeling. Wat tot dusver uit het nader overleg tussen de projectontwikkelaar en de gemeente is vernomen wekt de indruk dat diverse voorwaarden nu al onder sterke druk zijn komen te staan: het hoofdgebouw slopen en de polikliniek behouden. Wij hopen dat de ambtelijke ver tegenwoordigers in de projectgroep en het gemeentebestuur zich bijzonder schrap zullen zetten om niet onderuit te gaan. Als de projectontwikkelaar in dit bijzondere geval per se in de projectgroep moet, dan is het ook zaak dat de bewonersparticipatie goed tot zijn recht komt en voor het nodige tegenwicht zorgt. Ik zeg het met wat andere woorden, maar ik onderschrijf datgene wat de heer Terpstra in dit verband namens zijn fractie heeft gezegd. De heer Terpstra vindt dat het woord "projectgroep" veranderd moet worden in "werkgroep", maar dat is mij om het even want ik zie daar namelijk geen verschil in. Tot slot hecht de CDA-fractie eraan dat er tijdig wordt gerapporteerd over de voort gang van de werkzaamheden van de projectgroep of, maar dat zal straks blijken, van de werkgroep. Wij denken daarbij aan één juli. De heer Timmermans (weth.): De discussie spitst zich toe op een tweetal puntenIn de eerste plaats de handhaving van het hoofdgebouw van het Diaconessenhuis. Datgene wat de heer Terpstra daarover in algemene zin heeft geformuleerd is ook de argumentatie die het college heeft gehanteerd. Ik vind niet dat je ambtenaren van de gemeente met een opdracht moet opzadelen die zij niet echt waar kunnen maken. De gemeente is geen eigenaar van de panden en de grond en heeft dus niet de bevoegdheid om tegen de ambtenaren te zeggen dat zij ervoor moeten zorgen dat het hoofdgebouw gehandhaafd blijft. De grond en de pan den zijn eigendom van het MCL. Aanwijzing tot beschermd monument zou wat zekerheid kun nen geven voor handhaving, hoewel de minister bevoegd is om ook dan een sloopvergunning te verlenen. Aanwijzing tot beschermd monument is geen garantie dat er niet gesloopt mag worden. De intentie die hier naar voren wordt gebracht is dat het hoofdgebouw zo enigszins mogelijk gehandhaafd moet blijven. De heer Terpstra en anderen hebben erop gewezen dat het hier gaat om een op zich zelf in technische zin goed gebouw. Dat is juist.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 11