26 bij wat wij al eerder in algemene beschouwingen hebben gezegd: Wij kunnen wel steeds meer bouwen en steeds meer woningcontingenten toegewezen willen krijgen, maar wij moeten de mensen natuurlijk wel werk bieden want anders halen wij hier alleen mensen naar toe die uiteindelijk bij de sociale dienst terechtkomen en dat kan ook niet de bedoeling zijn. Er moet dus een duidelijkere koppeling zijn tussen werkgelegenheid en woningbouw of stadsuitbrei ding zo men wil Zo'n koppeling zou er ook kunnen zijn tussen de pendel en het toewijzen van woning contingenten in Friesland. Ik heb de radio-uitzending gehoord waarin burgemeester Boschma met wethouder Timmermans in de slag ging. Op zich is het wel grappig te horen hoe er langs elkaar heen gepraat kan worden. De wethouder hoeft zich dat niet aan te trekken hoor, maar het is natuurlijk wel zo dat er twee heel verschillende bestuurlijke culturen bij elkaar zaten en dat maakt op zich een mooi radioprogramma. Duidelijk is echter gebleken dat er angst leeft dat men geen werkgelegenheid meer mag krijgen en dat men geen woningbouw meer mag plegen. De wethouder heeft dat terecht bestreden. Om de pendel een halt toe te roepen en te verkleinen zal er mijns inziens toch een veel duidelijkere koppeling moeten worden gemaakt. Als - ik zeg het even hard, maar deze zaak zal uitgewerkt moeten worden in een nota - een buurgemeente of een randgemeente kan aange ven c.q. bewijzen dat de plaatselijke werkgelegenheid stijgt dan heeft zij naar rato recht op een contingenttoewijzing. Kan die gemeente dat niet aangeven c.q. bewijzen dan moeten de contingenten naar Leeuwarden gaan om de centrumpositie te versterken. De koppeling is ook een meetbaar instrument en dat geeft de buurgemeente/randgemeente de gelegenheid om nog enigszins te groeien zonder de pendel weer te laten toenemen. Wij hebben de meeste last van de pendel, want er zullen meer verkeerswegen moeten worden aangelegd en dat is een dure aangelegenheid. Ik mis trouwens in de voorliggende notitie in zijn algemeenheid iets over deze duidelijke koppelingen of beleidsinstrumenten. In de notitie is ook iets opgemerkt over de natuurlijke aanwas: "In de periode 1980 tot en met 1985 bedroeg de gemiddelde natuurlijke aanwas van de gemeente Leeuwarden 0,18 procent per jaar. In de aanstaande herziening van het ontwerp-streekplan Friesland zal voor Leeuwarden een groeipercentage voor de periode 1985 tot en met 1999 worden gehanteerd van circa 0,3 procent per jaar. In absolute cijfers betekent een en ander een toename van de bevolking tot 2000, met circa 4270 personen. Door het hanteren van dit groeipercentage zal Leeuwarden haar centrumfunctie verder kunnen versterken en zal het stadsgewestelijk beleid onderbouwd kunnen worden." Ik geloof daar niets van. De provincie schrijft dus dat Leeuwarden eigenlijk een natuurlijke aanwas van 0,3% moeten hebben. Leeuwarden gaat daar vanuit en in het jaar 2000 hebben wij er dus ongeveer 4000 inwoners bij. Zo werkt dat na tuurlijk niet. Als er iets moeilijk te beïnvloeden is dan is het wel de natuurlijke aanwas. Ik ben dan ook heel erg benieuwd welk instrumentarium het college ziet om die natuurlijke aan was een positieve stimulans te geven en ik bedoel dat uiteraard niet persoonlijk want dat zet toch niet zoveel zoden meer aan de dijk. (Gelach) Maar alle gekheid op een stokje, als er iets beleidsmatig - dat zeg ik er voor alle duidelijkheid maar even bij - moeilijk te beïnvloeden is dan is het wel de natuurlijke aanwas. Dat is een feit dat in onderzoeken op het gebied van de ruimtelijke ordening algemeen bekend is. Uit het simpele feit dat het herziene Streek plan voor Leeuwarden uitgaat van een natuurlijke aanwas van 0,3%, kun je niet afleiden dat wij in het jaar 2000 dus 4000 inwoners meer hebben. Ik ben heel benieuwd hoe het college deze zaak benadert, want ik vind het zojuist door mij geciteerde eigenlijk wat loos gepraat. Over het verschil in grondprijzen wordt in de notitie op bladzijde 10 ondermeer gezegd: "Het lijkt derhalve gewenst eens na te gaan of er een mogelijkheid bestaat de huidige prijs verschillen enigszins te verminderen." Er wordt ook nog gesproken over lokatiesubsidie Een dergelijke subsidie hebben wij voor Camminghaburen gehad, maar je kunt je afvragen of dat veel zoden aan de dijk heeft gezet. Ik kan niet erg goed uit de voeten met een derge lijke zinsnede in een stadsgewestnotitie. De paragraaf Verkeer. Wij zijn akkoord met de vierbaansverbinding Marssum-Werpster- hoek. Deze verbinding hebben wij al eens voorgesteld als alternatief voor de zuidtangent. Nu de zuidtangent is aangelegd komt deze verbinding weer aan de orde, maar dat is natuur lijk geen reden om daar nu tegen te zijn. Ik vind alleen dat het in die hoek nu wat dubbel op gaat. Wij zijn een verklaard tegenstander van de noordtangent. In de notitie worden wat de aanleg van de noordtangent betreft veel slagen om de arm gehouden. Ik denk dat dat punt over een paar jaar wel helemaal uit dit soort notities verdwenen zal zijn. De paragraaf Voorzieningen. Met betrekking tot het onderwijs geeft het college aan op welke wijze deze functie verder uitgebouwd moet worden. Verder valt het op dat met betrekking tot het cultureel gebied alleen een opsomming wordt gegeven van wat wij al hebben en niet van de tekortkomingen die wel ten aanzien van de werkgelegenheid, de woningbouw en het verkeer worden opgesomd. Ook op cultureel gebied zijn er duidelijk tekortkomingen aan te wijzen en dan met name op het gebied van de vernieuwende kunsten om maar eens een ander woord te gebruiken dan het lelijke woord "niet-traditionele kunsten". Ik vind dat die tekortkomingen niet onder de tafel geschoven 27 mogen worden. Geprobeerd moet worden om via de status stadsgewest ook in dat verband gelden te verkrijgen. De paragraaf Recreatie. In de commissie heb ik hierop kritiek uitgeoefend. De wethouder heeft in dat verband een toezegging gedaan. Slotconclusie. Wij vinden de hele opzet van de notitie Stadsgewest Leeuwarden wat te eng. Wij lezen daar nu niet onmiddellijk een stadsgewest in, ook niet in een landelijk gebied. Maar als het iets is om extra geld voor leuke dingen binnen te krijgen, dan zijn wij natuurlijk nooit tegen. Wij hopen dat na het overleg de notitie een wat bredere basis krijgt en ook kans van slagen heeft. Want het is wel belangrijk dat een en ander straks wordt vertaald in het provinciale Streekplan dat een beetje buiten onze macht ligt. Wij moeten daar wel heel serieus rekening mee houden. De heer Terpstra: Met de notitie Stadsgewest Leeuwarden kan mijn fractie eveneens in grote lijnen instemmen. De notitie geeft een zakelijke benadering van de samenhang tussen de diverse beleidsonderdelen aan en is een eerste aanzet tot de invulling van het stadsgewest. Een status die alleen bereikt kon worden dankzij de inspanningen van zowel het provinciale als het gemeentelijke bestuur. Gezamenlijk is het belang onderkend om in een niet-stedelijk gebied als Friesland voor Leeuwarden en omgeving een ruimtelijk beleid te ontwikkelen dat gericht is op de concentratie van activiteiten. Met de nodige scepsis moet dan ook de halver wege vorig jaar verschenen notitie Ruimtelijke perspectieven worden bezien. Deze aanzet tot de discussie over de ruimtelijke ontwikkelingen in ons land in de komende 25 jaar staat feite lijk haaks op deze aanwijzing. In de rijksnotitie worden immers opties als spreiding van be leid of het beleid van gebundelde deconcentratie uitgewerkt. Het is de Randstad die hierin een primaire rol in de internationale handel en industriële ontwikkeling krijgt toegemeten, terwijl de perifeer gelegen gebieden als Friesland, en daarbinnen de pijler Leeuwarden, de economische ontwikkelingen in goede en slechte tijden als een jojo mogen volgen. Terzijde con stateren wij dan ook dat in het rijksbeleid het centraal stellen van de Randstad evenzeer blijkt in andere beleidssectoren. Te denken valt bijvoorbeeld aan de opvallend centrale ligging van alle rijksmusea. Het is daarom zaak deze ontwikkelingen alert te volgen en ook in dit licht de notitie Stadsgewest Leeuwarden te bezien. Ik heb zojuist Leeuwarden als pijler van Friesland afgetekend. De in de notitie genoemde werkgelegenheidscijfers, de woningbouwbehoefte en de gemeentelijke relaties met andere ge meenten die een verontrustende pendel tot gevolg hebben bevestigen deze benaming. Boven dien geldt Leeuwarden reeds eeuwenlang als een bestuurlijk hart van onze provincie. Ook de culturele en economische infrastructuur is sterk op Leeuwarden gericht en is evenmin een ge geven dat in de afgelopen decennia is ontstaan. Hiermee willen wij niet een voorkeurspositie voor Leeuwarden bepleiten, maar wel aangeven dat deze stad en de omliggende gemeenten met handen en voeten aan elkaar gebonden zijn. Gunstige ontwikkelingen in de overige Friese gemeenten zijn voor Leeuwarden van hetzelfde groot belang als dat omgekeerd het ge val is. Vandaar ook dat de gespannen reacties van burgervaders uit andere Friese gemeenten serieus genomen dienen te worden. Met elkaar en met het provinciaal bestuur zal gekozen moeten worden voor die beleids uitgangspunten die tot doel hebben om op de juiste plaats economische ontwikkelingen moge lijk te maken, de stad Leeuwarden haar voorzieningenniveau te laten behouden en zo mogelijk zelfs enigszins te verbreden en de genoemde pendel van werkenden tot een acceptabele om vang terug te dringen. Ook het provinciaal bestuur, dat overigens overtuigend de verwer ving van de stadsgewestelijke status heeft ondersteund, kan in nauw overleg de versterking van het primaire draagvlak en het daardoor te handhaven voorzieningenniveau in Leeuwarden helpen ondersteunen. Nogmaals, niet als een specifiek Leeuwarder belang, maar als een breder Fries belang. Concreet zal dit gestalte kunnen krijgen in de voorgenomen wijziging van het Streekplan,de toewijzing van woningbouwcontingenten en de verwerving van rijks middelen De invulling van de stadsgewestelijke status is, zoals reeds is opgemerkt, niet uitsluitend een Leeuwarder aangelegenheid. Ook buurgemeenten moeten hun opvattingen kenbaar kunnen maken. Een samenhangend beleid met betrekking tot de bevolkingsontwikkeling in het gewest en het aanliggende gebied is een essentiële voorwaarde voor verwezenlijking van het gewenste concentratiebeleid Om de pendelstroom in te dammen kunnen wellicht een toename van het landelijk wonen en het ontwikkelen van woonruimte met een hoge kwaliteit in het stedelijk gebied een oplos sing bieden. Zonder terughoudend de toeschietelijkheid van de hogere overheden af te wach ten, zal het actief profileren van de ontwikkelingsmogelijkheden in onze gemeente noodzake lijk zijn. Zo vraagt bijzondere aandacht het uitbuiten van de economische potenties, zoals de diensten- en nijverheidssectoren het waard lijken om deze gericht te benaderen. Noodza kelijk is evenwel de verdere ontwikkeling van het glasvezelkabelnet en het kunnen aanbieden van adequate huisvesting en grond tegen concurrerende prijzen. Dit laatste is in het bijzon der een hindernis welke niet langer onbesproken kan blijven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 14