34 ander brengt mee het kiezen voor beheersbare basissystemen die verspreid zijn over de organisatie-onderdelen, maar wel via een netwerk met elkaar, eventueel ook intergemeente lijk, zijn te koppelen. In de tweede plaats. Met decentralisatie en delegatie hangt samen dat bij ontwikkeling van systemen de direct betrokken gebruikers - dat is de basis - in belangrijke mate initië rend en mede-verantwoordelijk zijn, onder meer omdat deze basis direct contact heeft met de klant, de burger dus. In de derde plaats. De keuze voor een gestructureerd basismodel maakt het nodig dat er ten behoeve van prioriteitsstelling en besluitvorming, alsmede ter verzekering van dienst- overschrijdende info-faciliteiteneen coördinerende sturing voorhanden is. "Dienstover- schrijdend" zijn naar mijn mening ook de belangen op sociaal-organisatorisch terrein, alsmedt de financiële en economische gevolgen van het informatiebeleid. De instelling van een stuur groep onder leiding van een wethouder die al deze sleutels in handen heeft, is een prima zaak. Wie er namens de diensten zitting hebben in de projectgroep, is mijns inziens sterk afhankelijk van de systemen die ontwikkeld gaan worden. Dat zou kunnen meebrengen dat deze vertegenwoordigers een wisselspelersfunctie hebben en na enige tijd hun plaats afstaan als er weer andere systemen centraal in de aandacht komen te staan. Van belang is dat de stuurgroep tot een overall-planning van activiteiten weet te komen en daarin een verant woorde prioriteitsvolgorde weet aan te brengen. In de vierde plaats. Het aangekondigde privacy-reglement zien wij met belangstelling te gemoet. Dit reglement zal zich echter naar onze mening zowel tot geautomatiseerde als niet geautomatiseerde bestanden dienen uit te strekken. Van belang is voorts - ik heb daar in de notitie niets over kunnen lezen - dat er een regeling komt voor beveiliging van bestanden tegen uitval en storing, maar ook tegen al of niet opzettelijke beschadiging of vernietiging, hetgeen temeer klemt als de bestanden gevoelige informatie bevatten, want dat komt nogal eens voor. In de vijfde plaats. In de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Informatie zaken is door mij reeds gewezen op een te zuinige belichting van de personele en sociaal-organisa torische aspecten van de beleidsnotitie. De notitie beperkt zich in hoofdzaak tot het oplei dingsvraagstuk dat mijns inziens ook te mager is benaderd. De vragen die in de raadsbrief op dit punt zijn opgesomd zijn in algemene zin samen te vatten als volgt: Hoe staat het met de kwantitatieve en kwalitatieve personele gevolgen? In de toekomst zullen deze gevolgen per project moeten worden aangegeven samen met de organisatorische gevolgen van de uitvoering van automatisering. Op deze en andere vragen ziet mijn fractie het in het vooruitzicht gestel de college-antwoord met belangstelling tegemoet, maar er zijn ook vragen bij die vanavond beantwoord kunnen worden. De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter, met het raamwerk informatie- en automatise ringsbeleid zoals dit is neergelegd in de goed leesbare notitie stemt mijn fractie in. Verder gaande deconcentratie van de verwerking bij de gebruikers is een goede zaak; een aantal basissystemen dicht bij de gebruikers dus. Deze systemen kunnen worden verbonden via een netwerk, hetgeen als het meest effectief moet worden beschouwd. De wensen en de inbreng van het personeel van alle afdelingen en takken van dienst kunnen zo het best gerealiseerd worden, zie de samenvatting van de notitie, punt 11, de zogenaamde "bottum-op"-benadering Ik had op mijn papier als vertaling daarvan staan: benadering vanuit de basis en dat loopt toch aardig parallel met de vertaling van de heer Stassen. Wanneer diensten op eigen houtje gaan automatiseren bestaat het gevaar van mislukte projecten. Er zal een goede coördinatie moeten zijn vanuit de afdeling EBO. Privacy-bescherming zou ik willen benadrukken. Op een landelijke regelgeving behoeft niet te worden gewacht. De tekst van de nieuwe Wet op de persoonsregistratie is weliswaar nog niet bekend, maar de strekking daarvan wel. Een eigen regeling kan worden opgesteld aan de hand van de punten genoemd op bladzijde 48 van de notitie. Ik verwijs tevens naar de VNG-publikatie ter zake. Een separate rapportage inzake sociaal-organisatorische aspecten met betrekking tot de automatisering is toegezegd. Wij stemmen in met de notitie. Het is een logisch gevolg van veranderingen in apparatuur en programma's. In verband met financiële risico's is het wel zaak de ingeslagen weg voor zichtig te bewandelen. Daarom is het aan te bevelen dat voorlopig de relatie met het CEVAN in stand blijft, zeker gezien het feit dat deze instelling steeds meer marktvriendelijk lijkt te opereren Tot slot nog deze opmerking. Het klinkt misschien wat prematuur, maar in de toekomst zal informatieverstrekking aan raadsleden via de computer tot de mogelijkheden kunnen gaan behorenHet is overigens niet voor het eerst dat wij dit toekomstbeeld naar voren hebben gebracht. De heer Ybema: Mijnheer de voorzitter, onze maatschappij ontwikkelt zich snel in de richting van een informatiemaatschappij. Deze ontwikkeling wordt sterk bepaald door de 35 snelle ontwikkelingen op het gebied van de automatisering. D66 vindt het dan ook een goede zaak dat de gemeente komt tot het ontwikkelen van een informatie- en automatiseringsbeleid. In juni, toen wij spraken over de afronding van de GSD-affaire, heb ik daar ook op aange drongen. De notitie die thans voorligt toont de visie van de gemeente Leeuwarden op een aantal hoofdpunten van het informatie- en automatiseringsbeleid. Mijn fractie onderschrijft die visie. Ik kan dan ook kort zijn en zal volstaan met een paar korte kanttekeningen. In de eerste plaats. Een op elkaar afgestemd organisatie-, informatie- en automatiserings beleid is voor mijn fractie een absolute voorwaarde. In de voorgestelde ambtelijke stuurgroep Managementsbegeleiding, organisatie-ontwikkeling en informatievoorziening wordt dit mijns inziens ook goed tot uitdrukking gebracht. In de tweede plaats. Bij de uitvoering van een informatie- en automatiseringsbeleid zal met name aandacht moeten worden geschonken aan de beheersbaarheid van het proces. Ik doel dan zowel op de beheersbaarheid vanuit het ambtelijk management als wel op de politiek- bestuurlijke beheersbaarheid van deze processen. In de derde plaats. Uitgangspunt voor mijn fractie zal ook moeten zijn dat de uitvoering in nauw overleg wordt ontwikkeld met de potentiële gebruikers, want dat zijn de mensen die direct te maken hebben met de gevolgen van een informatie- en automatiseringsbeleid. In de vierde en laatste plaats. Gelet op de op ons afkomende ontwikkelingen vinden wij het belangrijk dat zo spoedig mogelijk wordt gekomen tot een gemeentelijke privacy-verorde- ning. Het college heeft in de raadsbrief als reactie op de inbreng in de commissie die toe zegging gelukkig al gedaan. Daarbij aansluitend vinden wij het een heel goede zaak dat ook de sociaal-organisatorische aspecten van automatisering binnenkort de aandacht van het college krijgen en dat daarover wordt gerapporteerd aan de commissie. De Voorzitter schorst, om 23.00 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.10 uur, de vergadering. De heren Dubbelboer en Miedema hebben inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de voortgezette behandeling van agendapunt 31. Wethouder Kessler geeft antwoord in eerste termijn. De heer Kessler (weth.): Ik heb geconstateerd dat alle fracties het inhoudelijk eens zijn met de Notitie hoofdlijnen informatie- en automatiseringsbeleid voor de gemeente Leeuwarden. Wat dat betreft kan mijn antwoord kort zijn. De teneur van alle reacties is toch wel dat het goed is dat er nu een notitie ligt. Ik vind dat ook. Het is goed dat het hele informatie- en automatiseringsgebeuren in een zeker kader geplaatst wordt, want de ontwikkelingen gaan zeer snel. Ook vanuit die optiek is het goed om zo'n kader te schetsen. Het is de bedoeling dat vanuit de basis, dus de medewerkers van de diensten, bedrijven, afdelingen en bureaus, de ideeën naar voren komen. Ik denk ook dat dat de enige weg is die gegaan kan worden omdat, zoals gezegd, de ontwikkelingen zeer snel gaan en ook de gebruikersvriendelijkheid en de mogelijkheden op het gebied van de automatisering enorm toenemen. Ik heb mij laten vertellen dat de sterkste micro-computer anno 1986 evenveel capaciteit heeft als de grootste IBM-computer uit 1980. Dat geeft een beetje de snelheid aan waarmee ontwikkelingen op het gebied van automatisering plaatsvinden. De heer Den Oudsten heeft naast wat algemene opmerkingen een aantal wat ik termijn kwesties noem aan de orde gesteld. Hij vraagt wanneer iets wat is toegezegd aan de raad of aan een raadsadviescommissie wordt aangeboden. In de eerste plaats heeft de heer Den Oudsten gevraagd naar de termijn die het college denkt nodig te hebben voor het opstellen van de privacy-verordening. Het moet mogelijk zijn die voor de komende zomervakantie aan de raad aan te bieden. Wij zijn al een eind met deze verordening gevorderd. In het kader van de automatisering van het personeelsinformatiesysteem is het ook gewoon essentieel en noodzakelijk dat wij daarmee aan de gang gaan. De privacy-verordening zal dus voor de zomervakantie aan de raad worden aangeboden. Vervolgens heeft de heer Den Oudsten gevraagd wanneer de planning van de werkzaam heden, inclusief de financiële consequenties, in de raadsadviescommissie aan de orde gesteld kan worden. Wat mij betreft zou dat nog eerder moeten dan de privacy-verordening. In de commissie is al gesteld dat dat een van de eerste taken is waar de stuurgroep mee aan de gang gaatHet is van belang dat wij zo snel mogelijk het zicht dat er is expliciterenop zo overzichtelijk mogelijke wijze presenteren en daar ook prioriteiten in stellen. Ik ga er vanuit dat genoemde planning binnen drie tot vier maanden - in ieder geval dus ruim voor de zomer vakantie - gereed is Voor wat betreft het hele personele aspect wil ik er ook naar streven om dat voor de zomervakantie in een notitie verwerkt te hebben. Er kunnen op dit punt echter wel wat pro blemen rijzen, omdat de afdeling Personeelszaken ook heel druk is met allerlei andere priori teiten. Of deze notitie voor de zomervakantie gereed zal zijn durf ik niet toe te zeggen, maar wij zullen ons best doen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 18