14 voren gebracht dat dat niet juist zou zijn en dat het om een veel kleiner bedrag zou gaan. Ik zou toch wel graag willen weten of het college nog steeds vasthoudt aan de mening die ook in de commissie is verkondigd dat het kostenverschil tussen beide plaatjes inderdaad twee ton bedraagt. Mijn fractie heeft stedebouwkundig gezien een voorkeur voor het gemeentemodel. Wij denken dat ook op dat punt de inbraakveiligheid voor de bewoners een heel goede zaak zou zijn. Toch willen wij nog graag het oordeel van het college horen over de laatste suggestie die door de bewoners naar voren is gebracht en waar meerdere sprekers al aan hebben gere fereerd. Het gaat om de suggestie om het gemeentemodel te aanvaarden, maar dan als gevel afstand de genoemde 43 meter. De heer Dubbelboer: Mijnheer de voorzitter, na de uitgebreide commissievergadering over dit voorstel had ik nu eigenlijk heel kort willen zijn en willen zeggen dat ik het niet eens ben met het voorstel zoals dat er thans ligt. Ik heb mij uitdrukkelijk uitgesproken voor het "bewonersmodel", dat wil zeggen voor de afstand van 46 meter. Ik wist niet dat de heer Van der Wal met een motie zou komen, want dan had ik mij de moeite kunnen besparen om een motie te maken waarin ik de raad uitnodigde om een uitspraak te doen over die 46 meter. Gelukkig is de heer Van der Wal met een motie gekomen over de afstand van 43 meter. In de commissie heeft de wethouder gezegd dat er een verschil is van f. 200.000,ter wijl de bewoners van de Fonteinstraat praten over een verschil van f. 50.000, De waar heid zal ergens in het midden liggen. Mijn fractie vreest met grote vreze dat wij, op het mo ment dat wij het aan laten komen op allerlei proceduresdaardoor veel meer geld kwijt zullen zijn dan het toch relatief kleine verschil op het grote bedrag dat er nu ligt Wat erger is als men het raadsstuk leest, is dat er op korte termijn begonnen moet wor den met de realisering van het plan. Wij vrezen dat door een halsstarrige houding van het college ook de uitvoering van het plan heel lang op zich kan laten wachten. Wij zouden dat betreuren. Ik had de raad dus willen bewegen naar de afstand van 46 meter te gaan, maar ik wacht graag de reactie van de wethouder op de motie van PAL af. Ik zeg bij voorbaat dat wij erg sympathiek tegenover die motie staan. De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter, in eerste instantie stemt mijn fractie in met het voorstel van het college. Dit betekent dus ook dat wij vooralsnog het bewonersmodel afwijzen op de gronden die het college heeft aangegeven. De reactie van het college op de suggestie met betrekking tot een afstand van 43 meter wachten wij af. Voorts wil ik nog wel graag weten of het college nog nadere informatie heeft te verstrekken over de financiënvoor zover deze afwijken van eerdere gegevens. De heer Timmermans (weth.): Mevrouw Visscher heeft namens haar fractie meegedeeld dat zij instemt met het voorliggende voorstel van b. en w. Zij heeft nog wel een vraag ge steld met betrekking tot het ruimtelijke gat dat bestaat tussen het huidige belastingkantoor en de eventueel nieuwe bebouwing aan de TesselschadestraatDe achtergrond van het cre- eren van die ruimte is gelegen in het feit dat het hier gaat om een groot openbaar stedelijk parkeerterrein. Het komt ons voor dat het verstandig is dit terrein niet afgesloten van een belangrijke verkeersader te laten zijn althans visueel achter bebouwing aan te leggen. Het is een goede zaak dat vanaf die belangrijke verkeersader het parkeerterrein kan worden herkend om te voorkomen dat men gaat zoeken. Mocht het gat stedebouwkundig gezien toch als negatief worden ervaren, dan kan in de toekomst altijd nog gekeken worden of het gat zo mogelijk kan worden verkleind. Mevrouw Visscher heeft net als overigens de andere woordvoerders naar voren gebracht dat er een nieuw compromisvoorstel ligt van de bewoners van de Fonteinstraat met betrekking tot de gevelafstand. Zij hadden eerst een afstand van 46 meter bepleit, maar gelet op de uit slag binnen de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting komen zij nu met het compromisvoorstel van 43 meter. Mevrouw Visscher vraagt wat de mening van het college daarover is. Ik heb in de commissie aangegeven dat het college een afstand van 40 meter als noodzakelijk acht. Het voorstel van de bewoners van de Fonteinstraat houdt in dat er dan wel een aantal parkeerplaatsen verloren zullen gaan en dat lijkt ons niet in het belang van die bewoners. Daarnaast is het niet gewenst dat van de twee geplande parallel gerichte bomenrijen een bomenrij wordt weggelaten. Onze motieven heb ik in de commissie uitgebreid naar voren gebracht en ik denk niet dat het verstandig is om die nu te herhalen. Het opschuiven van de perceelsgrens van de uit te geven gronden in de richting van het parkeerterrein is niet aanvaardbaar. Een mogelijkheid zou kunnen zijn - maar dat betekent niet dat er meer grond verkocht kan worden - dat de bouwstrook parallel aan de Fontein straat binnen de vastgelegde perceelsgrenzen twee meter naar voren geschoven wordt. Dat betekent dat de voorruimte van de bebouwing ten opzichte van het perceel grenzend aan het openbaar parkeerterrein in plaats van vijf meter drie meter wordt. Drie meter lijkt ons nood zakelijk als voorruimte van de bebouwing ten opzichte van de openbare weg. Zonder dat aan 15 de essentie van het plan afbreuk wordt gedaan zit er nog wel twee meter speling in. Ik vind wel dat wij het daarbij moeten laten, want als wij anderszins gaan schuiven dan betekent dat feitelijk dat getornd gaat worden aan de door mij genoemde belangrijke uitgangspunten van het plan. Ik ben dan gelijk bij de vraag hoe het zit met het bedrag van f. 200.000, Wanneer een vergelijking wordt gemaakt tussen het voorstel van de projectgroep en dat van de bewo ners, dan is objectief gezien, hoe je het ook wendt of keert, het bedrag van f. 200.000, een terecht bedrag. Het voorstel dat tijdens de commissievergadering door de bewoners van de Fonteinstraat is gedaan had de mogelijkheid in zich om meer grond te verkopenmaar dat zou betekenen dat er aan de eerder genoemde uitgangspunten getornd zou worden en dat is niet opportuun. De f. 200.000,is een reëel bedrag en geeft het verschil aan tussen beide modellen Mevrouw Visscher heeft aangegeven dat haar fractie zich het recht voorbehoudt de uit spraak te doen dat, wat betreft de bebouwing, de vrijstellingsbevoegheid - die moet gehan teerd worden om te komen tot uitvoering van dit plan - geen bevoegdheid is van b. en w. en dat de raad deze zaak aan de hand van concrete bestemmingsplan-/bouwplanvoorstellen wenst te beoordelen. Ik concludeer daaruit dat - dat is voor het gemeentebestuur op dit moment van het grootste belang, ook mede gelet op de korte termijnen die wij hebben - de bevoegdheid met betrekking tot de aanleg van het parkeerterrein aan het college blijft. De heer Van der Wal heeft aangegeven dat hij weinig gelukkig is met de gevoerde in spraak. Het beeld dat hij heeft geschetst is op een aantal punten niet correct. De inspraak is kwalitatief goed geweest - ik heb daarover ook instemming gehoord van de Fontein- straatbewoners -, is buitengewoon intensief geweest en volstrekt volledig geweest. Maar gelet op de korte termijn is een en ander nogal hectisch verlopen, maar dat wil niet zeggen dat de inspraak kwalitatief gezien als slecht kan worden gekenmerkt. De heer Van der Wal heeft vervolgens een soort tegenstelling gecreëerd als zou de pro jectgroep een volledig afgerond plan hebben in overeenstemming met de contactgroep, met andere woorden dat er één plan is. Ik vind dat een misvatting. De discussies tussen de contactgroep en de projectgroep leidden in eerste instantie in de richting van het model dat nu het bewoners model heet. Op dat moment waren nog steeds meerdere modellen aan de orde. Bovendien was er toen nog geen sprake van een financieel plaatje. Het kan niet zo zijn dat er sprake is van een projectgroepmodel zonder dat er financiële ramingen aan verbonden zijn. Voordat über haupt besluiten worden genomen, zullen de financiële consequenties bekend moeten zijn. Het beeld dat de heer Van der Wal schetst is dus niet correct. Bovendien is het zo - dat zal de raad niet onbekend zijn - dat wij in onze gemeente geen formele projectgroeporganisatie ken nen waarin de projectgroep volledig autonoom los van hiërarchische structuren een voorstel kan inbrengen. In onze gemeente kennen wij een wat bijzondere vorm van projectgroep- en contactgroeporganisatie. In dit systeem is de reguliere dienst c.q. het gemeentebestuur wel degelijk betrokken bij een definitief voorstel van een projectgroep. Het beeld dat de heer Van der Wal schetst klopt gewoon niet. Ik ben van mening dat de gang van zaken op accep tabele wijze heeft plaatsgevonden. De heer Stassen heeft geconstateerd dat er tijdens de afgelopen periode nogal wat wij zigingen hebben plaatsgevonden en dat er nogal wat ideeën van deze en gene zijde zijn in gebracht. Hij heeft de indruk dat de zaak nog niet is uit-onderhandeldDe heer Stassen wil dan ook graag dat het college nog eens gaat praten met de bewoners rond het Fontein- land, maar wel onder de strikte voorwaarde dat het resultaat daarvan niet af mag wijken van het financiële plaatje zoals dat geldt ten aanzien van het thans voorliggende voorstel. Mijnheer de voorzitter, ik ben van mening dat het college en de raad zijn uit-onderhandeld. Wij hebben over een groot aantal punten uitgebreid gesproken. Voor- en nadelen zijn ge wogen. Het enige discussiepunt is nog - dat is vanavond aan de orde - de kleine marge van het schuiven van het bebouwingsblok in plaats van vijf meter drie meter van het parkeer terrein. Daardoor komt in feite de afstand van de achtergevel van de geplande bebouwing ten opzichte van de achtergevels van de woningen op 42 meter. Die onderhandelingsruimte is feitelijk nog aan de orde. De heer Ybema is akkoord met het gemeentelijk voorstel. Hij heeft nog geïnformeerd naar de financiële zaken, maar daar ben ik al op ingegaan. De conclusie is inderdaad dat de f. 200.000,een reële raming is. De heer Dubbelboer heeft verwezen naar de behandeling van deze zaak in de commissie. Hij veronderstelt dat eventuele procedures meer geld gaan kosten en dat het dus verstandig is om maar tegemoet te komen aan de wensen van de bewoners. Als dat het standpunt is waarmee wij ruimtelijke ordening in deze gemeente moeten gaan plegen, dan wordt dat een nog veel kostbaardere zaak dan het in feite al is. Ik heb de VVD-fractie zelden zo gemakke lijk zoveel geld voor een paar meter zien weggeven. Het college is niet bereid om voor proce dures uit de weg te gaan. Wij zoeken de procedures echter ook helemaal niet. Wij zijn op een groot aantal onderdelen - verschillende raadsleden hebben dat ook naar voren gebracht - tegemoet gekomen aan de ook door ons erkende redelijke wensen van de bewoners. Maar dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 8