4
Het bezwaarschrift en de beroepschriften zijn om advies in handen gesteld van de Raads
adviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften.
Sub M.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 3 (bijlage nr. 88).
Vertegenwoordiging gemeente Leeuwarden in de gemeenschappelijke regeling De Marre-
krite
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
lid: mevrouw J.G. Vlietstra;
plaatsvervangend lid: de heer J.A.F.A. Timmermans.
Benoemd worden de aanbevolenen met algemene stemmen.
De heren Bilker en Herrema vormden met de voorzitter het stembureau.
Punten 4 t.e.m. 10 (bijlagen nrs. 81, 83, 82, 89, 86, 84 en 85).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen ven b. en w.
Punt 11 (bijlage nr. 92).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Subsidiëring lokale woonconsumentenorganisaties over de
jaren 1986 en 1987.
Bij de beraadslagingen over dit punt dienen eveneens de op uw tafels gelegde brieven
van Platform Eén- en tweepersoonshuishoudens Leeuwarden (PEL) van 10 februari 1987 en
16 februari 1987 alsmede de brief van het Koördinatiepunt Kollektief Wonen (KKW) van
6 februari 1987 te worden betrokken.
De heer StassenNaar aanleiding van dit punt een paar adhesies en een paar kantteke
ningen. Met de maximering van de structurele subsidies op 75% van het beschikbaar gestel
de krediet en de maximering van de huisvestingskosten op 25% van het totale subsidiebudget
kan door onze fractie worden ingestemd. Er dient naar onze mening ruimte te blijven voor
incidentele of nieuwe activiteiten. Verheugend is dan ook het feit dat de ruimte voor 1987
op dit punt zelfs boven het minimum uitkomt en op 33% zit. Bovendien zal er binnen de post
structureel een duidelijk accent op activiteiten gewaarborgd moeten blijven. Voorkomen moet
worden dat de huisvestingskosten samen met de apparaatskosten het subsidiebudget com
pleet opslokken. Daarom spreekt het mij aan dat tegenover f. 1,— aan apparaatskosten
minstens f. 2,aan activiteitenkosten dienen te staan. Dat is een gedachte die door de afde
ling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting is ontwikkeld, maar die niet geheel tot uit
drukking is gekomen in het voorliggende stuk. Een dergelijke randvoorwaarde zou ook voor
PEL dienen te gelden. Hierbij een vraag. Vindt het college de verhouding apparaatskosten-
activiteitenkosten bij PEL juist? Is het college bereid in deze het "sturingsmechanisme" te
hanteren dat kan leiden tot de verhouding 1 op 2 (apparaatskosten-activiteitenkosten)?
Een tweede opmerking over deze stukken is de volgende. In de commissievergadering
zijn on zes inziens voldoende argumenten aangedragen voor het feit dat de Feriening Lytse
Doarpen (FLD) ook belangen behartigt op het terrein van de volkshuisvesting die ten goede
komen aan de woonconsumenten in de tot onze gemeente behorende dorpen. Een aanvraag
die alsnog van die kant zal worden ingediend en die voldoet aan de criteria van de subsidie
regeling voor een bedrag van ten hoogste f. 500,dient onzes inziens dan ook gehonoreerd
te worden.
Mefrou WestraIk krige om kertier foar 7 in telefoantsje fan Piet van der Wal dat hy net
komme kin om't hy siik is. Fandêr dat ik it no fan him oernim. Ik sis der by dat ik de kwestje
seis net sa goed tariede kinnen haw, mar dat ik praat oan de han fan syn oantekeningen
Krekt as de CDA-fraksje kinne ek wy ynstimme mei in pear prinsipes dy't yn de rieds-
brief steane, nammentlik dat 75% fan it beskikbere budzjet bestege wurde moat oan struktu-
rele ütjeften en dat 25% oerbliuwe moat foar ynsidintele ütjeften. Ek binne wy it iens mei it
prinsipe dat 75% fan de subsydzje bestege wurde moat oan aktiviteiten en 25% oan hüsfês-
ting. As wy dy ferdieling tapasse op it budzjet dat foar 1987 beskikber is, dan komme wy
üt op in ferdieling fan goed f. 42.000,— struktureel en f. 14.000,-- ynsidinteel. Dy ferhal-
ding fine wy net werom yn it ütstel fan b. en w. Dy sitte op in ferdieling fan f. 37.000,—
struktureel en f. 9.000,ynsidenteel. De rekkensom dy't wy makke hawwe huldt yn dat der
oer 1987 struktureel f. 4.560,-- en ynsidinteel f. 5.120,oer is. De wethalder krijt de
sifers sa dalik wol op papier. PEL freget yn de brief fan 16 febrewaris 1987 om f. 17.500,
wylst b. en w. ütstelle f. 10.900,te jaan. Tusken dy twa bedragen sit in aardich ferskil.
Wy komme mei in oar foarstel, dat ek temjitte komt oan it punt dat de hear Stassen oansnijd
hat, nammentlik hoe sit it no by PEL wat de ferhalding fêste kosten-aktiviteitekosten oanbe-
langetUs ütstel is om PEL net f. 10.900,— te jaan, mar ek de rest fan it strukturele be-
drach fan f. 4.560,--, sadat wy op in totaal bedrach ütkomme fan f. 15.460,--. Dat bringt
dan ek de ferdieling fan 75% tsjinoer 25% tichterby; yn üs ütstel sit dat om en de by 70% en
30%, wylst it yn it ben w.-ütstel giet om in ferhalding fan 60%-40%. Wy komme dus tichterby
it ütgongspunt dat b. en w. sels formulearre hawwe. Fandêr dat wy foar de subsydzje fan
PEL en KKW in moasje ynstjinje wolle, dêr't it folgjende yn stiet:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
23 februari 1987,
behandelende subsidiëring lokale woonconsumentenorganisaties
over de jaren 1986 en 1987 (bijlage nr. 92),
besluit
de subsidie aan het PEL/KKW voor het jaar 1987 vast te stellen
op f. 15.460,
De moasje is mei-ündertekene troch myn fraksjegenoatde hear Duijvendak.
De heer Ybema: In de commissie is - de heer Stassen heeft er ook al aan gerefereerd -
gesproken over de subsidie-aanvraag van de Feriening Lytse Doarpen. Men was overtuigd
door de mondelinge garantie van de heer Hettinga dat de activiteiten van deze vereniging-
direct ten goede komen aan de woonconsumenten. Het college heeft desalniettemin op dat
punt het advies van de commissie niet gevolgd. Ik ondersteun de subsidie-aanvraag van de
FLD voor een bedrag van f. 500, Het lijkt mij goed dat de garantie waar destijds over is
gesproken in de commissie, namelijk dat de subsidie rechtstreeks ten goede komt aan de
woonconsumenten in de dorpen binnen onze gemeente, nu door de FLD zwart op wit wordt
gegeven. Daarmee voldoet men mijns inziens helemaal aan de voorwaarden die wij in redelijk
heid mogen stellen.
Wat de brievenactie van PEL betreft het volgende. Hoofdpunt in de kritiek van PEL is
dat men door de nieuwe huisvestingssituatie in de Haniasteeg en door een verhoging van de
huisvestingskosten te weinig middelen overhoudt om activiteiten te kunnen ontplooien. Dat
zou zo kunnen worden. Op dit moment vinden wij dat wij nog niet op die situatie in moeten
spelen. Ons voorstel is in de komende maanden te bekijken hoe de situatie ten aanzien van
PEL zich ontwikkelt. Als het inderdaad zo is dat deze organisatie onvoldoende middelen over
houdt voor activiteiten, dan zal men in de loop van 198 7 alle reden hebben om met een goed
onderbouwd voorstel te komen en dan is er altijd nog die ruim f. 9.000,onvoorzien waar
mee PEL op een passende wijze kan worden tegemoet gekomen. Op dit moment ondersteunen
wij dus het voorstel dat de PAL-fractie bij motie naar voren brengt niet. Wij willen eerst
kijken hoe ver PEL komt met die f. 10.900,— die is opgenomen in het voorstel van het college.
Verder zijn wij akkoord met de voorstellen.
De heer Buurman: Met het ontwerp-besluit kan mijn fractie wel akkoord gaan. De vast
stelling van de sub-verordening komt, gezien de aangegeven onduidelijkheden, op een later
tijdstip aan de orde en zo ook de kwestie of het wel zo'n goede zaak is de bevoegdheid tot
het toekennen van een subsidie te doen berusten bij het college.
De afwijzing door het college van een subsidie ten behoeve van de FLD van f. 500,-- is,
dacht ik, formeel wel juist. Deze vereniging heeft immers subsidie aangevraagd op een ver
keerde titel, namelijk voor algemene activiteiten, en een niet nader onderbouwde bijdrage
voor speciale activiteiten in bepaalde dorpen. Nu heeft de voorzitter van de vereniging -
de heer Ybema heeft er ook al op gewezen - tijdens de commissievergadering mondeling de
garantie gegeven dat de subsidie ten goede zal komen aan de behartiging van de belangen
van woonconsumenten. Alvorens op een schriftelijke indiening van het verzoek positief kan
worden gereageerd, zal ook bezien moeten worden of het subsidieverzoek wel betrekking
heeft op de dorpen die onder Leeuwarden vallen. De vereniging behartigt immers de belan
gen van kleine dorpen in geheel Friesland.
De overige nagekomen subsidieverzoeken kunnen in de loop van 1987 wel worden behan
deld
De heer Bijkersma: Ik wil iets naar voren brengen over twee zaken die in deze kwestie
spelen. In de eerste plaats betreft dat hetgeen is gesteld in de raadsbrief omtrent het af
wijzen van een aantal verzoeken. De reden hiervoor is dat deze te zeer afwijken van de be
doelingen en de geest van de rijksregeling. Wij kunnen ons met deze afwijzingen verenigen,