12 zijn dat er op dat moment 15 vrijwilligers uit Leeuwarden werkzaam zijn bij het KlilC. De uitspraak van de raad dat 20 vrijwilligers het absolute minimum is in ogenschouw nemend zal KRIC verplichten om weer vrijwilligers buiten Leeuwarden te werven en dan zitten wij weer met dezelfde problemen als nu. De hear Bilker: De hear Van Olffen bringt no seis hiel wat details yn diskusje en ik soe dan ek ütstelle wolle dizze punten yn de kommisje te behanneljen. (De heer Van Olffen: U nodigt mij daartoe uit, mijnheer Bilker.) Óan it adres fan de hear Duijvendak soe ik opmerke wolle dat ik it net han haw oer beting sten oangeande de organisaasjestruktuerIk haw wol myn soarch ütsprutsen nei oanlieding fan de ütstellen oangeande de organisaasje dy't yn it beliedsplan fan KRIC steane en ien en oar yn ferban brocht mei de opmerking yn de riedsbrief oer de evaluaasje fan it management, It kolleezje kin myn opmerkings yn it neiere oerlis meinimme; de wethalder hat sein dat hy dat ek dwaan sil. Ik bin tocht ik frij om nei foaren te bringen wat ik wol. Boppedat moatte nei myn betinken de ynstellingen dy't in subsydzje-oanfraach yntsjinje altyd oer in goede struktuer en in goede rjochtspersoanlikheid beskikke. De wethalder nimt wat dat oanbelan- get de opmerkings fan myn kant oer. It probleem dat oerbliuwt is de asylsikers. Ik haw yndied yn de kommisje sein dat wy dêr foarlopich noch net üt binne. Miskien moatte wy dat ek sjen binnen de ryksnota flechte- lingehelp dy't no ütkomt en de nije wetjouwing, mar ik bin my der fan bewust dat dy foar dizze groep te lec komme. Ik hoopje dochs dat der meikoarten yn de kommisje ien of oar üt- stel oer komt. De heer Duijvendak: Drie opmerkingen. Eerst iets over de mate van precedentwerking. Door mij aan te sluiten bij de vraag van de heer Van Olffen heb ik willen aangeven dat ik er niet gerust op ben. Daaruit had de wethouder niet meteen mogen concluderen dat ik ook vind dat geen enkele andere instelling in dezelfde uitzonderingssituatie zou kunnen komen te verkeren als het KRIC. Ik vind dat wij duidelijker hadden moeten aangeven waarom dit een uitzondering is en dan hadden wij kunnen kijken in hoeverre ook andere instellingen in diezelfde uitzonderings situatie zitten of zouden kunnen komen. En komen ze er in, dan zouden ze dezelfde rechten moeten hebben als het KRIC nu heeft. De wethouder verwijst naar de nota vrijwilligerswerk en de onkostenvergoeding die daarin besproken wordt. Hij weet echter net zo goed als ik dat de pagina's die daarover gaan door b. en wzijn geschrapt en dat het college juist niet die stringente voorwaarden heeft overgenomen. Dat ontslaat ons natuurlijk niet van de moge lijkheid en misschien ook wel de plicht om dat punt dan zelf opnieuw aan de discussie toe te voegen Over de vraag in hoeverre de gemeente zich moet bemoeien met de organisatievormen van gesubsidieerde instellingen het volgende. Ik constateer met vreugde dat de wethouder aangeeft dat de wat algemene toonzetting op bladzijde 2 ten aanzien van een meer horizontale organisatiestructuur niet in die algemene zin bedoeld is en meer specifiek gericht is op de ervaringen die met die structuur binnen het KRIC zijn opgedaan. Wat dat betreft vind ik ook wel dat b. en w. daarover iets mogen zeggen, maar dan niet in algemene zin. De opmer king van het CDA vind ik veel verder gaan; die zou er toe kunnen leiden dat wij hier uit gebreide debatten krijgen over de vraag hoe mensen zich moeten organiseren. Daar ben ik op tegen; ik vind dat daarover voldoende in de Algemene Subsidieverordening is vastgelegd. Een ander punt dat niet bij de discussie thuishoort, maar wel door het CDA naar voren is gebracht, betreft de opvang van de politieke vluchtelingen. Wij worden er dus toe ver leid dit probleem ook in de discussie te betrekken. Ik ben er zelf geen voorstander van de Tamil-regeling ook uit te breiden tot de politieke vluchtelingen. Dat is een heel slechte regeling, ook de iets verbeterde regeling blijft heel slecht. Wat dat betreft moet ik zeggen dat het antwoord van de wethouder, dat het er misschien niet eens in zit dat deze regeling- wordt uitgebreid, mij niet zo spijt, want het zou slecht zijn als ook andere groepen onder de uitgebreide Tamil-regeling zouden komen te vallenEr moet alleen wel een betere rege ling komen en als die er niet komt is het nog slechter; daarover zijn wij het in ieder geval met elkaar eens. De heer Heere (weth.): Ik zal maar niet ingaan op de onderlinge explicaties die de diverse woordvoerders elkaar hebben aangedaan. Over de uitdrukking van de heer Van Olffen dat ik de opvattingen zoals door de heer Bilker zijn verwoord heb overgenomen moet ik opmerken dat die uitdrukking wat te zwaar is, hetgeen ik ook tegen de heer Bilker moet zeggen die dezelfde uitdrukking heeft gebruikt, maar dan in een andere betekenis. Ik heb gezegd dat het uiteraard primair de bevoegdheid is van een instelling om haar eigen organi satievorm te kiezen en in te vullen. Ik heb daaraan toegevoegd - de heer Duijvendak heeft die nuance goed begrepen - dat, indien het zelfstandig kiezen van enige bestuursstructuur dusdanige consequenties heeft dat het voor het functioneren van de instelling gevolgen heeft - zoals dat bij het KRIC het geval is geweest -, dan nog wel eens mag worden nage dacht over de vraag of men de goede structuur te pakken heeft. Daarmee wordt niets opge legd of iets afgedwongen, er kan in een gewone dialoog tussen subsidie-ontvanger en sub 13 sidiegever de vraag worden gesteld of men wel op de juiste manier bezig is, hetgeen mijns inziens een volstrekt legitieme aangelegenheid is. In die zin heb ik ook gezegd dat jc, als die constructie consequenties heeft, daarover mag praten. Ik ben het niet met de heer Van Olffen eens dat de bestuurlijke situatie bij het KRIC geen enkele rol zou hebben gespeeld in de crisis die is ontstaan. Mijns inziens is dat wel het geval. Men heeft dat ook zelf zowel mondeling als schriftelijk toegegeven. Ook is men niet voor niets heel concreet in het beleidsplan op de managementsituatie ingegaan, hetgeen er op duidt dat men zich kennelijk wel bewust was van een zekere onvolkomenheid op dat punt. Dan nog iets over het aantal vrijwilligers van 20. Wij hebben het getal 20 uiteraard uit sluitend in de context van deze instelling willen plaatsen. De wat bredere vertaling in de richting van zeilverenigingen of andere door de wind voortbewogen instellingen is ons geheel vreemd, maar wij willen wel voorkomen dat ook dit weer luchtfietsen wordt. Dat is de reden waarom wij hebben gezegd dat er toch minstens iets moet zijn waarop men zich in redelijkheid moet kunnen baseren. Het getal 20 is niet eens door ons zelf uitgevonden. Indertijd is het door de instelling zelve op twee manieren genoemd. Ten eerste om aan te geven dat er met het beperkte aantal dat er toen was niet meer kon worden gewerkt en ten tweede door het noemen van een aantal van 20 25 waarmee het mogelijk zou zijn weer te starten, waarbij ik moet opmerken dat men al met een aantal van 11 is begonnen. Ik hoop dat ik thans voldoen de heb uitgelegd hoe wij aan dat getal komen en ook hoe wij het zullen hanteren. Dan nog iets over de notitie. De heer Duijvendak constateert dat er bladzijden uit zijn weggelaten. Hij bedoelt waarschijnlijk dat hij inzage heeft gekregen in een stuk waarin tek sten staan die in de definitieve tekst niet meer staan. Hij heeft overigens zelf de oplossing ook al gevonden, hij zegt namelijk dat de commissie zelf eventuele teksten zou kunnen toe voegen. Ik nodig hem daartoe overigens niet uit, ik herhaal slechts wat hij zegt. De politieke vluchtelingenkwestie komt waarschijnlijk wel aan de orde als binnenkort de toegezegde notitie over het vluchtelingenbeleid in de commissie wordt behandeld. Op dat moment kunnen wij daarover wel uitvoeriger met elkaar van gedachten wisselen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 16, 17 en 18 (bijlagen nrs. 73, 74 en 80). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 19 (bijlage nr. 91). De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanvaarding schenking van de Vereniging Vrienden van Het Princessehof. Mevrouw De Haan-Laagland: Uiteraard zijn wij blij met deze schenking van de Vereniging Vrienden van Het Princessehof en ik wil namens de raad de dank hiervoor uitspreken. Voor ons staat buiten kijf dat Het Princessehof een museum is van nationale of misschien zelfs internationale allure. Minister Brinkman lijkt hiervan echter nog steeds niet overtuigd te zijn. Misschien is deze uitbreiding het laatste duwtje in de rug van de minister. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 20 (bijlage nr. 90). De Voorzitter: Aan de orde is de wijziging van de gemeentebegroting en de begrotingen van de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst voor het Marktwezen en de Frieslandhal, de Dienst Sociale Werkvoorziening en de Dienst voor Sport en Recreatie voor het dienstjaar 1987. Gemeentebegroting De heer Buurman: Ik wil een opmerking maken over punt 2, Raadsuitzendingen door Lokale Omroep Leeuwarden Aquarius. Zoals u zich zult herinneren heb ik op 12 januari jl. bezwaar gemaakt tegen de wijze waarop het voorstel was gepresenteerd, als gevolg waarvan het college snel het voorstel van de agenda afvoerde. De formulering is nu heel wat zorgvul diger en geeft nu duidelijk aan welke kosten in totaal moeten worden gemaaktDe in het stadhuis aan te brengen PTT-verbinding kost eenmalig f. 1.000, de daaruit voortvloeien de lasten belopen jaarlijks f. 1.320, Deze eenmalige en structurele kosten kunnen in feite als een indirecte subsidie worden aangemerkt. Mijn fractie kan best instemmen met het geheel of gedeeltelijk uitzenden van de vergaderingen van de raad. Wanneer daardoor de politiek dichter bij de burger wordt gebracht, is dat een goede zaak - een en ander behoeft overi gens niet altijd integraal uitzenden te betekenen -, maar dat betekent niet dat ik verder zou willen gaan dan de indertijd genoemde f. 25.000, Het is bekend dat Aquarius reeds

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 7