21 28
vi De Voorzitter: Nog een korte aanvulling. Er komt een rapportage in de Commissie voor
di Algemene Zaken aan de orde met betrekking tot de beïnvloedingsmogelijkheid van gemeen-
m schappelijke regelingen, naamloze vennootschappen en wat dies meer zij. Het moet mogelijk
d. zijn deze rapportage voor de komende zomervakantie af te ronden. Daar maakt de nu aan de
orde zijnde materie ook deel van uit. Wij zullen dan in de Commissie voor Algemene Zaken
b nog een keer ten principale moeten spreken hoe nu precies de verantwoordelijkheidsverde-
w ling is, omdat wij bij een nv als Frigas te maken hebben met een privaatrechtelijke rechts
persoon die een eigen verantwoordelijkheidsstructuur heeft. Aan de andere kant zijn wij ook
h aandeelhouder. Ik denk dat daar een behoorlijke sturingsmogelijkheid in opgesloten ligt.
n Kortom, deze problematiek komt in de Commissie voor Algemene Zaken voor het zomer-
E reces - ziekte en andere ongemakken voorbehouden - aan de orde. Een en ander kan mis-
h schien redelijk sporen met de discussies die binnen de commissie waar wethouder Miedema
h over heeft gesproken zullen worden gevoerd. De betreffende problematiek kan dus nog een
t: keer op twee fronten worden besproken,
k
d Mevrouw Van der Kloet: Ik wil met name nog even ingaan op het te laat betrekken van
r de raad bij een en ander. Wij kunnen ons best voorstellen dat je bij dit soort onderhande
ls lingen voorzichtig bent met het betrekken van teveel mensen daarbij, maar zelfs de algemene
n discussie die is toegezegd in de commissie is niet aan de orde geweest. Mijns inziens was er
s geen enkele reden om die discussie niet te voeren. Die algemene discussie had wat meer
Is handvaten kunnen bieden voor een meer specifieke discussie over de situatie van het GEB
v in Leeuwarden.
De wethouder zegt dat je ook kunt redeneren in de zin van de raad privatiseert en dat
e die dus vervolgens zijn handen er van aftrekt. Ja, dat is misschien wel zo - ik begrijp
overigens dat hij niet echt kiest voor die benadering -, maar ik denk ook dat je je goed moet
realiseren dat de aandeelhouders en commissarissen wel functioneren namens de gemeente
a Leeuwarden en dat de standpunten die in hun vergaderingen worden ingediend het alleszins
c rechtvaardigen om dergelijke dingen ook in de Commissie voor Economische Zaken en Bedrij-
i ven te bespreken. De wethouder zegt dat wel toe, maar houdt toch een beetje een slag om de
r arm
c Tot het onmogelijke is niemand gehouden hebben bekendere sprekers dan ik al eerder
I gezegd. Slagvaardig besturen vind ik prima, maar de raad blijft toch wel hoofd van de gemeen-
r te. Praktische onmogelijkheden moeten mijns inziens geen excuus worden om een aantal zaken
i niet in commissies of raad aan de orde te stellen.
i De heer Ybema: Ik wil alleen nog een opmerking maken over de procedure. Hoe je het
ook wendt of keert, er is sprake van een procedure die valt onder de term "slikken of stik
ken". Het is terecht dat veel fracties aandringen op het inhoud geven aan het primaat van
de raad. Er worden, ook in het collegeprogramma, mooie woorden aan gewijd, maar als wij
i bijvoorbeeld op het nu aan de orde zijnde punt daar geen inhoud aan geven dan stelt het
ontzettend weinig voor.
Wat ik in het antwoord van de wethouder heb gemist is dat hij te weinig oog heeft voor
het bieden van mogelijkheden aan de raad om ook zijn verantwoordelijkheid in deze kwestie
kwijt te kunnen. Op dit moment zit dat er volstrekt niet in. Ik vind dat je daar oog voor
moet hebben en dat je toch moet bekijken welke constructies er denkbaar zijn via de betref
fende raadscommissie of via het fractie voorzitter so verlegWat dat betreft wil ik er nogmaals
bij het college en de andere fracties op aandringen ons op dat punt sterk te maken voor het
inhoud geven aan het primaat van de raad. Als wij dat bij zo'n punt niet doen dan is de raad
niet meer dan een papieren tijger.
De heer Van der Wal: Sorry dat ik het zeg, maar ik vind dat de wethouder "dur soms
maar raar in omkletst" om het maar eens op z'n Liwarders te zeggen. Ik wil op drie punten
ingaan
De procedure. De wethouder zegt dat het niet anders kon en hij haalt dan volgens mij
twee dingen door elkaar, namelijk of alleen praten met de NV Frigas of alleen met het PEB
of met allebei. Dat verhaal vertelt hij dan in de procedure naar de raad toe. Daar ging in
eerste instantie de vraag niet om. Gevraagd is waarom de raad/de Commissie voor Economische
Zaken en Bedrijven er niet veel eerder bij is betrokken. Het doet er dan niet zoveel toe
of je dan alleen praat met de NV Frigas of alleen met het PEB of met allebei. Ik vind het ge
woon een warrig antwoord. Ik heb geen duidelijke reden van de wethouder gehoord.
In de Commissie voor het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf werden wij altijd wel tijdig bij
de voorbereidingen betrokken. Ik zie niet in waarom dat ook niet bij de Commisse voor Econo
mische Zaken en Bedrijven kan. Als het om een andere kwestie gaat waarover wordt onderhan
deld, bijvoorbeeld ten aanzien van het pleinafsluitend gebouw, dan wordt daarover de Com
missie voor Economische Zaken en Bedrijven in besloten zitting bijeengeroepen. Achteraf
vraag ik mij af waarom er besloten vergaderd moest worden. In die vergadering is een getal
genoemd voor het ergens onderbrengen van een fietsenstalling en daar moet de hele commissie
29
in besloten zitting voor bijeen worden geroepen. Nu gaat het om een belangrijke zaak en
nu kan die niet in commissie worden behandeld. De wethouder zegt later in zijn antwoord
dat wij ook niet zo vaak te maken hebben met zulke belangrijke zaken. Nee, maar daarom
juist moet de raad vroegtijdig worden ingeschakeld! Daarom moeten wat dat betreft niet
zulke procedurele fouten worden gemaakt.
De invloed van de gemeente/de raad in de NV Frigas. De wethouder zegt dat wij het
GEB gaan privatiseren, dat "verkocht is verkocht" en dat wij onze handen er van af moeten
trekken. Gelukkig heeft de voorzitter de wethouder daarin enigszins gecorrigeerd. Verkocht
is verkocht? Ja, maar aan wie verkopen wij het GEB? Aan de NV Frigas! En wie is voor ik
meen 70% eigenaar van de NV Frigas? De gemeente Leeuwarden! Voor het grootste deel ver
kopen wij dus aan ons zelf. Het gaat er om hoe wij greep houden niet alleen op het elektrici
teitsbedrijf maar ook op de NV Frigas en hoe de raad daarbij wordt betrokken.
Ik vind het best dat de Frigas-directie bereid is over van alles en nog wat met de com
missie te overleggen, maar ik zou toch wel graag op papier willen hebben wat de adviesfunc
tie van b. en w. is van de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven. In de laatste
rapportage over de herziening van het commissiestelsel is namelijk gezegd dat de twee func
ties, de raadsadviesfunctie en de adviesfunctie aan b. en w., wat deze commissie betreft in
elkaar geschoven zijn. 70% van de aandelen en in ieder geval 49% van de stemmen worden
vertegenwoordigd door b. en w. De commissie en dus de raad - dat is de meest directe lijn -
kunnen ten aanzien daarvan een advies geven. Het is allemaal prachtig wat er verteld wordt
over een goedwillende directie, maar het gaat natuurlijk om dit cruciale punt.
Het investeringsprogramma. Er bestaat in dit verband een koppeling met de winstuitke
ring. Een en ander valt dus ook onder de twee/derde meerderheid. Ik kan daarmee instem
men als dat tenminste ook duidelijk uit het contract blijkt. Er is nu wel een convenant, maar
dat is bij lange na nog geen juridische basis. Ik heb hierover een meer technische vraag.
Hoe wordt het convenant straks vertaald in een juridisch waterdicht verkoopcontract? Ik
neem aan dat dat zal moeten gebeuren. Passeert dat contract de raad ook nog of zal dat ter
kennisneming worden gezonden aan de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven?
Als de meerderheid van de commissie akkoord kan gaan met de inhoud van het contract dan
kan de procedure verder worden gevolgd, maar in het andere geval zal het nog in de raad
aan de orde moeten worden gesteld. Een dergelijke constructie is wel vaker toegepast. Ik
neem aan dat de formele overdracht op basis van een contract door de raad moet worden be
krachtigd. Wij zullen dus zeker nog een keer of in de commissie of in de raad kunnen toetsen
of zaken als het investeringsprogramma, twee/derde meerderheid, wel in een juridische vorm
uit de verf komen.
De heer Miedema (weth.): In de eerste plaats wil ik ingaan op de taak van de commissie
en hoe die wordt omschreven. Een en ander is heel duidelijk in het convenant vastgelegd.
In de statuten van de NV Frigas zal worden opgenomen dat over zaken als winstuitkering,
fusies en deelneming met twee/derde meerderheid van stemmen zal moeten worden besloten.
Wat in de raadsbrief hierover staat geldt als basis van de overeenkomst.
De heer Van der Wal zegt dat winstuitkering gevolgen heeft voor de investeringen. Het
is een normaal beeld dat de directie van de NV Frigas gemotiveerd aangeeft op welk bedrag
de winstuitkering getaxeerd moet worden in verband met een aantal facetten. Het totale pak
ket staat dan ter beoordeling en dat heeft twee/derde meerderheid van stemmen nodig.
De heer Van der Wal vraagt de toezegging dat cruciale punten, zoals investeringen,
winstneming, deelneming, vaststelling van prijzen, met de achtergronden in de Commissie
voor Economische Zaken en Bedrijven aan de orde worden gesteld. Deze zaken zijn van vol
doende importantie om het primaat van de raad waar te maken. Wat dat betreft - ik hoop dat
dat duidelijk zal zijn - heb ik aan mijn toezegging in eerste termijn niets toe te voegen.
In de tweede plaats wil ik ingaan op de gang van zaken rondom deze overdracht. Een
aantal raadsleden is daarop teruggekomen. Men vindt dat het niet zo had gemogen en dat de
raad geen mogelijkheid is geboden zijn verantwoordelijkheid waar te maken. Ik kan mij voor
stellen dat de raad daar moeite mee heeft. Ik heb in eerste instantie al getracht duidelijk te
maken dat daar in dit specifieke geval ook geen mogelijkheid voor was. Als gezegd wordt
dat misschien gedacht wordt dat de commissie zo lek als een mandje is dan is dat niet waar
Zelfs het deel van het college dat niet in de onderhandelingsdelegatie zat wist op een gege
ven moment niet de juiste stand van zaken en wat de geschillen waren. De hele discussie is
gevoerd tussen zes mensen, drie van het college en drie van de NV Frigas. Het college was
van mening dat het bij deze zes mensen moest blijven, wilden wij op korte termijn deze zaak
zonder problemen kunnen afsluiten
Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter.
De Voorzitter: Ik moet nog op één punt wijzen waar kennelijk wat misverstanden over
bestaan. In dit stadium is de verkoop vrij theoretisch, want of je nu verkoopt aan de NV
Frigas dan wel aan de NV PEB, het is één pot nat. In beide gevallen kom je bij een naamloze
vennootschap terecht. Mevrouw Van der Kloet heeft gezegd dat de commissaris er namens