2? 34 Vi di m d b w h r E h b t: k d r k n s k v e i A C 1 r c f r i De heer E.M. Janssen: Zowel de meerderheid als de minderheid van mijn fractie heeft geen nieuwe argumenten gehoord en zal dan ook bij de ingenomen standpunten blijvenDe motie van PAL ligt helemaal in de lijn van het minderheidsstandpunt van de PvdAIk denk dus dat de leden van de PvdA-fractie die tegen het voorstel van het college zijn voor de PAL-motie zullen stemmen. Mefrou Westra De wethêlder seit dat er yn de diskusje jün twa punten fan belang binne, nammentlik de fraach of men twa ton beskikber stelle wol oan it NAVOM-füns en, wannear't men dy fraach mei ja beanderet, of men dan fynt dat dêr in goede dekking foar oan jün wurdt. Nei üs betinken spilet der yn dizze diskusje noch in oar aspekt mei, nammentlik de fraach oft men in stoarting yn it NAVOM-füns ferantwurd fynt yn it ljocht fan de finansjele site- waasje fan de gemeente. Oare fraksjes sizze dat de NAVOM in goede saak is - dat fynt PAL ek - en dat de dekking ek wol doogt, want it bliuwt büten beswier fan de algemiene middels, en dat men dêr fan herte mei ynstimme kin.. Wat wy no krekt sizze is dat, op it momint dat bliken docht dat der wol twa ton beskikber is om noch oan it ien of oar te besteegjen, men in politike ófweaging meitsje moat en dy fergelykje moat mei oare sak en dêr't men prioriteit oan takenne wol. Dan moat mar blike wat it grutste gewicht hat. De wethalder hat ek noch sein dat wat har oanbelanget in werhelling fan de diskusje dy't yn septimber plakfün hat gjin sin hat omdat de argumintaasjes wol bekend binne. Foar üs spilet dan noch dat de arguminten dy't wy yn septimber neamd hawwe om üs ófwizing fan de stoarting te ünderbouwen einliks sünt septimber allinne mar oan gewicht wün hawwe, omdat yn desimber düdlik wurden is wat de omfang fan de besunigingen wol wêze moat wol de ge meente har begrutting yn oarder halde. Nei üs betinken hawwe üs arguminten sa njonken- lytsen allinne mar oan krêft wün. Mevrouw Vlietstra (weth.): Mevrouw Westra wekt een beetje de suggestie alsof wij plot seling zouden hebben ontdekt dat er nog twee ton is en toen zijn gaan kijken wat wij daar allemaal voor leuke dingen voor zouden kunnen doenZo is het natuurlijk niet gegaanWij hebben gezegd dat wij het verantwoord vinden dat het bedrag van f. 150.000,uit de alge mene middelen komt en dat tegelijk minimaal vinden en dat wij gaan zoeken naar mogelijkheden om dat aan te vullen. In het onderzoek zijn wij gestuit op het legaat dat binnen de gemeente aanwezig is. Dat is natuurlijk een heel ander verhaal dan wanneer je zegt jongens, wij heb ben twee ton te besteden, wat kunnen wij daar allemaal voor doen en wat zullen wij kiezen. In die zin vind ik de benadering van mevrouw Westra een andere dan die welke het college heeft gekozen. Wij zijn heel duidelijk gestart vanuit de intentie dat wij meer willen doen dan de f. 150.000, Wij vonden deze bestemming een heel terechte bestemming gezien het verleden van de mijnheer die het geld aan ons heeft nagelaten. En zo zijn wij op het voorstel gekomen dat thans voor ligt. Wij blijven van mening dat het niet verantwoord was geweest om die twee ton nog eens extra uit de algemene middelen te halen. Nu het daar buiten om gaat, namelijk via een extra financieringsbron, lijkt het ons wel verantwoord. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie die is ingediend door mevrouw Westra. De motie van mevrouw Westra en de heer Duijvendak wordt verworpen met 24 tegen 7 stemmen. (Voor de motie stemmen van de PvdA-fractie de heren Herrema, E.M. Janssen, Schade en Terpstra alsmede de leden van de PAL-fractie De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel van het college. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat van de PvdA-fractie de heren Herrema, E.M. Janssen, Schade en Terpstra alsmede de leden van de PAL-fractie wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 23 (bijlage nr. 99). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 24 (bijlage nr. 105). De Voorzitter: Dit punt luidt: Activiteitenprogramma 1987 in het kader van de Nota Werkgelegenheid 35 De heer Nestra: Vorig jaar op 10 maart is het activiteitenprogramma 1986 in het kader van de Nota Werkgelegenheid aan de orde geweest. De VVD-fractie vond het toen voorbarig een waarde-oordeel uit te spreken over dat programma, omdat veel zaken zich op dat moment in een onderzoeks-, voorbereidings- en evaluatiefase bevonden. Wij zijn nu een jaar verder en hebben een beter inzicht hoe verschillende activiteiten zich ontwikkelen. Dat brengt mijn fractie tot de volgende opmerkingen. Op de laatste bladzijde van het voorliggende activiteitenprogramma 1987 wordt een op somming gegeven van de "afgevoerde" activiteiten. Het gaat hier om activiteiten die opge gaan zijn in andere activiteiten, uitgevoerd zijn of continue activiteiten zijn geworden. Mijn fractie zou van de wethouder de toezegging willen hebben dat er jaarlijks bij de behandeling van het activiteitenprogramma een overzicht van de werkgelegenheidseffecten van de "af gevoerde" activiteiten wordt gegeven. Dit overzicht zou een maal per jaar aan de Overleg commissie voor de werkgelegenheid moeten worden voorgelegd. Wij krijgen dan een beter in zicht in de noodzaak van de activiteiten en de werkgelegenheidseffecten. Nu sneeuwen die zaken onderDe commissie kan op die manier haar conclusie trekken en zo bepalen aan welke activiteiten meer aandacht moet worden gegeven De heer Buurman: Het activiteitenprogramma 1987 is duidelijk en overzichtelijk. Nu werkgelegenheid terecht in het centrum van de belangstelling staatdienen alle mogelijkhe den te worden benut en alle bronnen te worden aangeboord. Het gaat immers helemaal niet zo goed met de hoofddoelstelling van het kabinetsbeleid. En het parlement lijkt zijn geloof in de heilzame werking van de bekende werkgelegenheidsprojecten wel haast te hebben ver loren. Daarbij gaat het vooral om het Jeugdwerkgarantieplan en de Wet Vermeend/Moor Deze laatst genoemde wet wordt wat meer bedrijfsvriendelijk gemaakt. Minister De Graaf is met een aanvullend banenplan gekomen. Niemand zal ontkennen dat alle beetjes helpen. Het betekent echter geen andere keus, maar een opvoeren van het toerental. Er komt onder andere een voorlopige subsidieregeling voor gemeenten die al dit jaar banen scheppen voor jongeren. De regeling loopt vooruit op het Jeugdwerkgarantieplan. Mijn fractie dringt er bij het college op aan nu tot voorbereiding over te gaan en bijzonder alert te zijn bij het bieden van kansen en het benutten daarvan, dat in overeenstemming met wat in de mededelingenlijst onder punt H is vermeld naar aanleiding van de brief van de Jongerenbeweging Ik zou tot slot nog een opmerking in het algemeen willen maken. Het is toch in en in triest te lezen in een vacature-onderzoek van de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarkt onderzoek dat van de 55.000 vacatures die middelgrote en grote bedrijven in industrie en dienstverlening begin dit jaar hadden er nog 30.000 moeilijk vervulbaar waren. Dat wijst toch heel duidelijk op het ontbreken van voldoende scholing. De heer Kessler (weth.): Ik moet de heer IJestra teleurstellen wat betreft de door hem gevraagde toezegging. Het is ondoenlijk om de werkgelegenheidseffecten van de "afgevoerde" activiteiten - dat wil zeggen activiteiten die tot stand zijn gebracht - aan te geven. Ik geef als voorbeeld het Overleg Vakbonden dat een continue activiteit is. Je kunt daar natuurlijk de werkgelegenheidseffecten niet van voorspellenDat is met een groot aantal andere acti viteiten ook het geval. De toezegging waar de heer IJestra om heeft gevraagd kan ik dus niet doen. Wat wij wel doen is jaarlijks in het kader van het beleidsplan aangeven hoe de werkge legenheidsontwikkeling is in Leeuwarden en wat de positieve en negatieve kanten daarvan zijn. In dat verband wordt dus wel inzicht gegeven in de werkgelegenheidseffecten van het gevoerde overheidsbeleid inclusief een x-aantal autonome ontwikkelingen. De heer Buurman heeft de voorlopige subsidieregeling genoemd en dringt erbij het col lege op aan tot voorbereiding over te gaan wat betreft het scheppen van banen voor jonge ren. Ik heb in dat verband bij de behandeling van punt H van de mededelingenlijst al een toezegging gedaan. Ik ben het overigens met de heer Buurman eens dat het problematisch is dat een aantal vacatures moeilijk vervulbaar is. Het is niet voor niets dat het Arbeids bureau al sinds één a twee jaar het accent heel duidelijk legt in de richting van scholing, omdat men natuurlijk daar het eerst tegen dit soort discrepanties op de arbeidsmarkt aan loopt Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 25 (bijlage nr. 106). De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanvaarding van een schenking van een bronsplastiek ("Us Hounen") aangeboden door de Nederlandse Vereniging voor Stabij- en Wetterhounen Ik wijs u erop dat u bij agendapunt 12 een besluit hebt genomen dat leidt tot de nodige infrastructuur

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 18