12 zodat de plannen die al besteksklaar waren niet meer behoefden te worden gewijzigd. Door de weg op die plaats iets rechter te maken - dus de bocht iets vlakker te doen zijn - is het mogelijk om in plaats van twee meter tot een afstand van vier meter te komen. Stedebouw kundig gezien levert dat nauwelijks wijziging op. Een en ander kom dus iets meer tegemoet aan de wensen die de heer Van der Wal heeft uitgesproken. De heer Van der WalDe situatie zal er door die wijziging niet veel slechter maar ook niet veel beter van worden. De wethouder zegt dat de stedebouwkundige situatie door deze wijziging en wanneer de hal is gerealiseerd niet veel zal veranderen. Ik heb in de commissie gesproken van een soort Schilkampen-effect, een (water) weg met een enorme muur er langs. Een dergelijk effect vrees ik ook bij de nieuwe belangrijke zuidelijke invalsweg van Leeuwar den Mijn fractie wenst derhalve geacht te worden te hebben gestemd tegen de stedebouwkun dige oplossing en de daaruit voortvloeiende grondverkoop Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de PAL-fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punten 6 t.e.m. 14 (bijlagen nrs. 97, 96, 110, 117, 111, 93, 94, 112, 119 en 113). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 15 (bijlage nr. 115). De Voorzitter: Aan de orde is thans: Voorontwerp Provinciaal Afvalstoffenplan De heer Boelens: Zoals het college in de raadsbrief reeds stelt wordt er overleg gevoerd met onder andere gemeentebesturen alvorens provinciale staten over de vaststelling van het Afvalstoffenplan beslissen. Het college heeft voor de behandeling van het voorontwerp Pro vinciaal Afvalstoffenplan een procedure gekozen waarbinnen, ondanks de snelheid die gebo den is in verband met de door de provincie geplande hoorzitting, naar het oordeel van onze fractie een verantwoorde besluitvorming mogelijk is. Met name doel ik daarbij op de behande ling van het ontwerp in de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven - het is daar twee keer aan de orde geweest - en in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu. Op deze wijze wordt ook meer gelegenheid geboden aan belanghebbenden om wensen en inzich ten kenbaar te maken aan commissies c.q. raadsleden. En dat is erg belangrijk. Afvalverwij dering is namelijk niet alleen een probleem van overheden die op grond van wetten beleids plannen moeten vaststellen en daar uitvoering aan moeten geven. Aan de andere kant zal de betrokkenheid van particulieren niet alleen ingegeven moeten worden door financiële con sequenties die het gevolg zijn van de betreffende beleidskeuze. Langzamerhand dringt het besef door dat wij niet door kunnen gaan met het storten van alle mogelijke afval. Eens zal de rekening worden gepresenteerd. Zeker in Friesland is het onverantwoord met dat storten door te gaan, omdat wij hier te maken hebben met een vrij hoog peil van het grondwater. De nadelige gevolgen voor het milieu van de gestorte schade lijke afvalstoffen zijn daardoor veel moeilijker te bestrijden. Het kwaad is al geschied, dat besef is er. Nu moet er nog een methode worden gekozen om de 220.000 ton vuil in Friesland jaarlijks af te voeren. Hoe beperk je de hoeveelheid vuil, hoe verzamel je het, hoe voer je het af en wat doe je daarmee? Wat zijn de kosten daarvan? Is de burger bereid een hogere afvalstoffenheffing te betalen? De overheid zal de burgers moeten stimuleren om medewerking te verlenen bij de wijze waarop het afval wordt en zou moeten worden aangeboden. Bij de behandeling in de commissies is het aspect van de voorlichting nadrukkelijk aan de orde geweest. Mijnheer de voorzitter, voor wat betreft de algemene opmerkingen wil ik het hierbij laten. Het college is met de voorstellen die in de raadsbrief staan tegemoet gekomen aan een aantal wensen en verlangens van commissieleden. Wij zijn het eens met de benadering die in de raadsbrief tot uitdrukking komt. B. en w. zullen namens de raad aandringen op een studie naar afvalverwerking, waarbij wordt uitgegaan van grootschalige vuilverbranding met ener gieopwekking en naar de invloed daarvan op het uniforme tarief. Pas dan kan een verant woorde beslissing worden genomen over het gewenste verwerkingsmodel c.q. composterings- plan uit het voorontwerp. Een vraag in dit verband. Wanneer moet een dergelijk onderzoek afgerond zijn? Is het college bereid te delen in de kosten van het onderzoek indien de middelen daartoe niet toereikend zijn? Of dienen die kosten louter door de provincie gedragen te worden? Kan er gebruik gemaakt worden van de plannen tot integrale afvalverwerking die het stadsgewest Den Bosch heeft? Die plannen omvatten een scheidingsinstallatie, een composteringsveld en een verbrandingsoven die energie terug kan winnen en voorzien is van een rookgaswassingsmogelijkheidDie opwek king van energie kan ais een zeer goede vorm van hergebruik worden gezien. Indien de pro 13 vincie de gevraagde studie doet dan zou het college on zes inziens een aantal zaken moeten aandragen welke in die studie betrokken moeten worden. Wij nemen aan dat het college de betreffende commissies en/of de raad dan informeert en om advies vraagt. Als laatste punt wil ik nog een opmerking maken over de milieuboerenprojectenHet voorontwerp stelt dat, wanneer samenwerking op regionale of grotere schaal plaatsvindt, het rendement van de bedrijven vergroot kan worden. Het milieuboerenproject in de regio Noord oost-Friesland is onder meer bedoeld om hierin duidelijkheid te krijgen. Wanneer kan die duidelijkheid verkregen worden? Zijn er mogelijkheden voor Leeuwarden om in de regio Friesland-Noord een dergelijk project op te starten? Of kan een dergelijk project geïnte greerd worden in jeugdwerkplannen? In de raadsbrief stelt het college dat het gescheiden inzameling van afvalcomponenten positief benadert. Wij willen het college in overweging geven deze suggesties te onderzoeken en daarna zo nodig met voorstellen te komen naar de raad Mijnheer de voorzitter, wij hebben een brief ontvangen, gedateerd 11 maart 1987, van het IVNde Milieu werkgroep Leeuwarden en de Vereniging Milieudefensie. In die brief zijn een aantal vragen gesteld naar aanleiding van de behandeling van het voorontwerp in de commissies. Is deze brief bij het college bekend? Ik wil nu niet ingaan op de in die brief ge noemde detailvragen, omdat er een zeer uitgebreide commissievergadering is geweest. Wel vind ik het waardevol dat deze zaak nader aan de orde komt. Vandaar mijn vraag aan het college. De heer Buurman: Mijnheer de voorzitter, er gaat bijna geen raadsvergadering voorbij of wij worden weer geconfronteerd met de milieuproblematiek. Wij produceren en consumeren met z'n allen zoveel dat wij niet weten waar wij met de restprodukten naar toe moeten. Regelmatig duiken ook weer nieuwe verontreinigde gebieden op. Het blijkt uitermate moeilijk om een ver antwoord gebruik van de schepping te maken, vooral wanneer het gaat om de afweging tus sen werkgelegenheid en milieuverzuilingHet is daarom van groot belang dat er een gefun deerd plan wordt ontwikkeld om te voorkomen dat het afvalstoffenprobleem onbeheersbaar wordt. Er moeten keuzes gemaakt worden tussen composteren, storten, verbranden of een combinatie hiervan. Een keuze die uit milieu-oogpunt en economisch verantwoord is èn vol doet op de langere termijn. De provincie heeft daartoe een aanzet gegeven door het Provin ciaal Afvalstoffenplan te produceren. De doelstellingen in het rapport spreken ons bijzonder aan In de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven hebben wij gesteld dat mooie doel stellingen en plannen ook moeten leiden tot gewenste resultaten. Onderzoek is gewenst of er andere wegen zijn die naar Rome leiden. Wij hebben wel zorgen over een 7 x 24-uurs dienst van de afvalverbrandingsinstallatie waarbij dus zondags continu wordt doorgedraaid. De overheid dient zondagsarbeid zoveel mogelijk tegen te gaan. Wij zijn overigens tevreden onze gemaakte opmerkingen terug te vinden in het raadsvoorstel en zullen het voorstel van het college graag steunen. Nog enkele opmerkingen. Het raadsvoorstel mag niet tot gevolg hebben dat een en ander nu op een laag pitje wordt gezet. De bestaande regelingen en mogelijkheden voor gescheiden inzameling moeten wel wor den voortgezet ook in de onderzoeksfase. Ook het aspect voorlichting moet niet worden vergeten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de verkrijgbaarheid en het gebruik van compostbakkenIk heb in dat verband een aanvullende vraag. Is er ook gedacht aan de mogelijkheid om scholen te benaderen in verband met de aanschaf van een compostbak? Pas na het uitkomen van de onderzoekresultaten kan worden besloten of maatregelen moeten worden uitgebreid of afgebouwd. Wij zien met belangstelling de resultaten van het komende onderzoek tegemoet. De heer Burg: Bij de behandeling in een van de betreffende commissies heb ik al gezegd het in grote lijnen eens te zijn met de reactie van het college op het voorontwerp Provinciaal Afvalstoffenplan. Uit de behandeling in onze fractie is gebleken dat ik dat standpunt namens ons allen kan verwoorden. Een aantal punten heb ik extra onderstreept of iets genuanceerd en wel de volgende. De gescheiden inzameling. Ik vind dat wij ons realistisch moeten opstellen^voor wat be treft de financiële gevolgen van een ver doorgevoerde gescheiden inzameling van afval op de lange termijn. Wij zouden bij de komende onderzoeken en proefnemingen met name bekeken willen zien of er mogelijkheden zijn de inzamelaars van oud papier ook het niet meer bruikbare textiel te laten ophalen en verkopen. Het blijkt dat ook de hoeveelheid blik in de afvalstroom aanzienlijk is. In hoeverre kan daar iets aan worden gedaan? Wij zouden deze zaken graag in het onderzoek zien meegenomen. Voor wat betreft het op grote schaal composteren steunen wij de terughoudende reactie van het college Wij zijn het eens met de toevoeging aan de raadsbrief over de voorlichtingsaspecten, met name ter bevordering van onder andere het zelf composteren maar ook voor wat betreft het klein chemisch afval

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 7