10 Benoemd worden de voorgedragenen met algemene stemmen. Voordracht van het rooms-katholiek onderwijs: 1. de heer C.W.M. van Kollenburg; 2. mevrouw G.H. Nijland-Jorritsma; 3. de heer J. van der Meer. Benoemd worden de voorgedragenen met algemene stemmen. Voordracht van het neutraal bijzonder onderwijs: 1. de heer W. Olijnsma; 2. de heer K.M. Roeda. Benoemd worden de voorgedragenen met algemene stemmen. Voordracht van burgemeester en wethouders: 1. mevrouw J. Vlietstra; 2. de heer Tj. Heidstra; 3. de heer H. Veenstra; 4. de heer H. Rei ding; 5. de heer M. Roosjen; 6. mevrouw J. Waslander. Benoemd worden mevrouw Vlietstra, de heren Veenstra, Reiding en Roosjen en me vrouw Waslander met algemene stemmen en de heer Heidstra met 35 stemmen (1 stem blanco) Mevrouw Westra en de heer Nestra vormden met de voorzitter het stembureau. Punten 4 t.e.m. 18 (bijlagen nrs. 127, 144, 122, 132, 124, 121, 120, 146, 145, 126, 123, 131, 142, 125 en 151). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 19 (bijlage nr. 150). De Voorzitter: Dit punt luidt: Bodemsanering op de hoek Frittemastate/Idzerdastins De heer Buurman: Enige tijd geleden, zo meldt de raadsbrief - ik dateer het liever wat nader namelijk op 30 september jl.dat is dus ruim een halfjaar geleden - heeft Hak- pijpleidingen BV geconstateerd dat buizen op de aangegeven plaats waren aangetast door een in de bodem aanwezige milieuvreemde stof. Uit onderzoek bleek dat de verontreini ging van de grond bestond uit een verfverdunningsmiddel. Mogelijk heeft iemand bijvoor beeld in dienst van een schildersbedrijf in de buurt werkzaam een kleine hoeveelheid verfverdunningsmiddel doodgemoedereerd en in flagrante strijd met elk normbesef ten aanzien van de bodem en het milieu ter plekke geloosd. De hoeveelheid was overigens groot genoeg dat sanering van de grond moest volgen. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het minstens 20 a 30 liter is geweest. Tijdens de op 23 maart jl. gehouden vergadering van de Commissie voor Openbare Werken en Milieu heb ik de wens naar voren gebracht dat er een onderzoek naar de ver vuiler wordt ingesteld. De wethouder heeft toen opgemerkt - ik neem direct aan te goe der trouw en wellicht routinematig - dat wel proces-verbaal is opgemaakt. De feiten blij ken anders te liggen. Er was namelijk nog geen proces-verbaal opgemaakt. In de tweede plaats is meegedeeld dat de reinigingspolitie bij de zaak betrokken was. Ook dat blijkt niet juist te zijn. Eind maart - dus na de commissievergadering - wist de reinigingspolitie nog nergens van. En dan staan wij met z'n allen verbaasd te kijken dat de vervuiler nog niet gevonden is! Mijn fractie tilt hier zwaar aan, mijnheer de voorzitter. Ik verzoek het college dringend de toezegging te doen: a. deze zaak tot op de bodem uit te zoeken en daarvan verslag uit te brengen in de eerstkomende vergadering van de Commissie voor Openbare Werken en Milieu en b. maatregelen te treffen die voorkomen dat in de toekomst de reinigingspolitie veel te laat wordt ingeschakeld. Wanneer dat laat ste tijdig gebeurt dan wordt de kans de boosdoener op te sporen vergroot, wordt meer bewijsmateriaal inzake opzet of ongeluk verkregen, ontstaan meer mogelijkheden de ver vuiler te doen betalen en wordt het milieubesef bevorderd. 11 De heer Timmermans (weth.): Ik neem nu kennis van de opmerkingen van de heer Buurman. Voorts neem ik aan dat hij gelijk heeft en dat ik derhalve ongelijk heb met mijn uitspraken in de commissie. Ik zeg hem toe dat wij in de Commissie voor Openbare Werken en Milieu - ik weet niet zeker of dat de eerstkomende vergadering zal zijn, maar in ieder geval wel de daarop volgende - nader met elkaar over dit punt zullen spreken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 20 (bijlage nr. 138). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 21 (bijlage nr. 140). De Voorzitter: Aan de orde is thans Overdracht in eigendom, beheer en onderhoud van de secundaire weg nr. 1 aan de provincie Friesland en de reconstructie van het kruispunt Mr. P.J. Troelstraweg-Keegsdijkje-Vierhuisterweg. De heer Burg: Dit raadsvoorstel is in drie gedeelten te splitsen. De VVD-fractie gaat zonder meer akkoord met de punten I en II van het besluit. Het gaat daarbij om de over dracht aan de provincie Friesland van het wegvak Leeuwarden-Stiens en de symbolische betaling van 1,De achtergrond van een en ander is de al lang gekoesterde wens, die ook door mijn fractie van harte wordt ondersteund, om deze weg te verbeteren. Punt III van het besluit betreft het verlenen van een bijdrage van 350.000,aan de provincie Friesland in de kosten van het reconstrueren van het kruispunt Mr. P.J. Troelstraweg-Keegsdijkje-Vierhuisterweg. Daar dit punt in de laatste vergadering van de Commissie voor Openbare Werken en Milieu al de nodige aandacht heeft gehad, zal ik mij nu beperken tot het toelichten van de conclusies uit ons fractieberaad. Wij vinden het noodzakelijk dat, wanneer de weg wordt gereconstrueerd zoals de pro vincie dat voorstelt, er dan een veilig kruispunt wordt gerealiseerd. Moet de provincie, nu zij gaat reconstrueren, niet zorgen voor veilige kruispunten? De wethouder zegt, te recht vind ik, dat de gemeente Leeuwarden belang heeft bij een dergelijk goed beveiligd kruispunt. Ook het Ministerie van Defensie, dus het vliegveld, heeft daar belang bij. De kostenfactor zoals ons die hier wordt voorgelegd kan als volgt worden gesplitst. A. Wat kost de wezenlijke aanleg van het kruispunt? B. Wat kost op dit punt een ver keerslichteninstallatie? C. Welk aandeel moet van de verschillende kosten door wie worden betaald? De aanleg van het kruispunt hoort gewoon, zoals ik zojuist al heb gesteld, bij de aanleg van de gehele weg. Wij willen het kruispunt graag beveiligd zien door middel van verkeerslichten. Ik kom dan bij de vraag die ik ook in de commissie heb gesteld namelijk welke en hoeveel ver keerslichteninstallaties wij in Leeuwarden op het verlanglijstje hebben staan en of er een prioriteitenlijstje is. Voor het antwoord van de wethouder citeer ik uit de notulen van de betreffende vergadering: „Het prioriteitenlijstje is puur theoretisch, aangezien er geen ruimte meer is voor nieuwe investeringen." Wel, mijnheer de voorzitter, ik meen te mogen stellen dat wij hier praten over een forse investering waarin een verkeerslichteninstallatie is opgenomen die niet op het prioriteitenlijstje voorkomt maar waaraan wel een x-bedrag wordt besteed. Zonder bedoeld lijstje kan ik moeilijk beoordelen of er in onze stad ook verkeerslichteninstallaties of kruispuntreconstructies zijn die belangrijker zijn dan de thans voorgestelde. Mijn intentie in de commissie om het thans aan de orde zijnde raadsvoorstel even te vertragen zodat wij beter inzicht zouden kunnen krijgen, is door de snelheid van het verschijnen van deze raadsbrief doorkruist. Een en ander krijgt nog een extra belang wanneer wij ons realiseren dat wij binnenkort hier met elkaar over aanzienlijke extra be zuinigingen zullen praten. Een uitgave van 3^ ton zou dan wel eens een heel andere pri oriteit kunnen krijgen. Uitstel van het vanavond nemen van een besluit zou het voordeel hebben dat wij een aantal onderdelen van de investering gesplitst kunnen bekijken en tot een andere verde ling zouden kunnen komen. Tevens zouden wij dan meer inzicht kunnen verkrijgen in de bijdrageverhouding tussen participanten te weten de provincie, het Ministerie van Defen sie en de gemeente. Bovendien kunnen wij dan beoordelen of dit kruispunt met een ver keerslichteninstallatie belangrijker is dan andere kruispunten of verkeerslichteninstallaties in onze stad. In de tussentijd zou er over verschillende aspecten nog nader met de pro vincie onderhandeld kunnen worden. Waarom kan de gemeente Leeuwarden net als Defen sie ook niet een bijdrage geven van één ton? Wij hebben dan 2| ton verdiend. Wanneer het om welke reden ook niet mogelijk is om punt III van het besluit uit te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 6