10 Wij hebben ons afgevraagd of het voorstel van b. en w. het einde van het verhaal is of dat er nog een discussie in de Commissie voor Algemene Zaken komt, want de afgelopen tijd heeft er namelijk nogal een aantal dingen gespeeld naast het feit dat raadsleden zittend zouden moeten kunnen spreken. Ik heb in allerlei b. en w.-stukken prachtige schetsen gezien hoe deze raadzaal veranderd zou kunnen worden, maar ik moet constateren dat wij die niet hebben besproken in de Commissie voor Algemene Zaken. Eén van de problemen waar onze fractie mee zit - maar dat is het college wel bekend - is onze plaats hier in het midden van de raadzaal. Daarvoor zijn nu echter geen voorstellen geformuleerd. Wij gaan wel akkoord met het beschikbaar stellen van een krediet van f. 7.200, hoe wel wij enige twijfel hebben, gelet op een aantal andere uitgaven waarop wij de komende tijd juist gaan bezuinigen. De Voorzitter: Ik kan mij de opmerking van mevrouw De Haan en de heer Duijvendak goed voorstellen, omdat die het vervolg is op eerder gemaakte opmerkingen. De heer Duij vendak eindigt echter met een zinsnede die ons eigenlijk de moed in de schoenen heeft doen zinken. Wij hebben complete schetsen gehad over de herinrichting van de raadzaal die naar raming dusdanig in de papieren liepen dat wij hebben gezegd dat het in een tijd waarin van alles en nog wat moet worden bezuinigd en waarin je op allerlei punten die je belangrijk vindt in je samenleving nee moet verkopen althans forse besnoeiingen moet aanbrengen, naar ons gevoel eigenlijk helemaal niet verantwoord is om dan erg vergaande voorstellen te doen. Niettemin ligt er een wens om zittend te spreken. Een van de meest in het oog lopende ongemakken in deze raadzaal voor het functioneren van de raad is naar mijn gevoel en dat van de overige collegeleden de positie van de uiterste linker- en rechterrij gezien vanaf onze tafel. De heer Duijvendak zegt dat zijn fractie toch eerst in de Commissie voor Algemene Zaken over de herinrichting wil praten. Ik vind dat best. Mevrouw De Haan vindt de voorgestelde oplossing te beperkt en vraagt of er met name in de richting van de publieke tribune nog iets gedaan kan worden. Ik vind dat ook uitstekend. Ik wil voorstellen om punt 1 van de gemeentebegroting aan te houden. Ik begrijp in ieder geval dat het omhoog brengen van de achterste geledingen uw instemming heeft. Het lijkt mij echter beter om dit voorstel aan te houden en het gehele onderwerp nog een keer in de Commissie voor Algemene Zaken aan de orde te stellen. Wij kunnen dan met elkaar afspreken tot hoever wij bereid zijn te gaan. De commissie krijgt dan het hele pakket van eerdere plannen erbij geleverd. Ik constateer dat de raad ermee akkoord gaat dat wij deze weg zullen bewandelen. Punt 1 Herinrichting van de raadzaal maakt geen deel meer uit van de besluitvorming. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met uitzondering van onderdeel 1 Herinrichting van de raadzaal. Punt 30 (bijlage nr. 174). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 31 (bijlage nr. 161). De Voorzitter: Wij hebben, zoals u is bericht, de behandeling naar voren gehaald van het eerste punt dat aanvankelijk voor morgenavond was geagendeerd. In verband met de omvang van agendapunt 2 leek het ons wijs om nu alvast een voorschot te nemen. Mitsdien stel ik aan de orde de Uitvoering oorspronkelijke herwaarderingsoperatie 1987-1991. De heer HerremaIk wil een opmerking maken over punt 6 Apparaatskosten gemeen schappelijke regelingen. Wij hebben daarover in de commissie ook al even gesproken. Het college stelt voor het fusieproces budgettair-neutraal in te gaan. Wij hebben gezegd dat onze inzet is dat het eigenlijk zo zou moeten zijn dat er een kostenbesparing wordt gereali seerd. Wat dat betreft willen wij voorstellen wel een taakstelling aan de apparaatskosten te koppelen. Het bedrag daarvoor is op dit moment wat moeilijk vast te stellen, omdat er geen duidelijk zicht is op wat wel en niet nodig is. Ik kan mij voorstellen dat over het concrete bedrag dat als taakstelling gaat fungeren nog eens wordt gesproken in de Commissie voor Algemene Zaken op het moment dat daar wat meer zicht op is. Onze fractie is van mening dat, in een tijd dat binnen het gemeentelijk apparaat wordt bezuinigd, het niet zo kan zijn dat de regio buiten schot blijft. Vandaar het voorstel. De heer Duijvendak: Ik wil ook een opmerking maken over punt 6 Apparaatskosten gemeen schappelijke regelingen. Het was een verheugende mededeling dat er f. 20.000,structu reel beschikbaar komt voor andere doelen omdat er uit de reserves f. 200.000,naar Leeu warden terugvloeit. Wij zijn het alleen niet eens met het voorstel om dat geld toe te voegen aan de algemene middelen, omdat wij het geld hard nodig hebben om een aantal andere be ll zuinigingen die wij morgenavond bespreken niet te laten doorgaan. Natuurlijk zijn wij het ermee eens dat het geld naar ons terugvloeit, maar niet met de aanwending daarvan voor de algemene reserve. Ook wij vinden, net als de heer Herrema heeft gezegd, dat het in deze tijd niet kan dat de regio niet hoeft te bezuinigen in deze nieuwe bezuinigingsronde. Ben wschrijven zelf al dat zij hebben gekeken in hoeverre er aanleiding bestaat om de uitgaven van de regio op nieuw verder te verlagen. Er staat eigenlijk alleen maar dat dat niet gebeurt omdat er een fusie aan de gang is. Er zijn meer fusies en integraties aan de orde. Daar worden wel forse taakstellingen bij gehanteerd. Ik vind dat het argument van b. en w. verder onderbouwd moet worden. Wij hebben de indruk dat ook deze fusie een kleine besparing zal kunnen op leveren, wellicht een kleinere dan bij andere integrerende instellingen in onze stad het ge val is. Ik ben het dus eens met de opstelling van de PvdA, maar het verbaast mij wel wat dat er van die kant dan geen voorstel komt welk bedrag er ongeveer als taakstelling gehaald zal moeten worden. Ook bij andere bezuinigingsvoorstellen is het zo dat wij niet precies weten of de taakstelling gehaald kan worden. Dan wordt gezegd dat een ander zal worden onder zocht en dat de zaak terugkomt. Wij weten dan in ieder geval in welke orde van grootte ge dacht moet worden. Vandaar dat wij een motie hebben gemaakt waarin wel een bedrag wordt genoemdDe motie luidt als volgt "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 27 april 1987, overwegende dat: - de regioraad tot op heden relatief ruim heeft kunnen begroten; - de regioraad evenzeer een bijdrage moet leveren aan de nieuwe bezuinigingsronde - de integratie met de Regio Noordoost de mogelijkheid biedt om het gehele uitgavenpatroon in ogenschouw te nemen, besluit een bezuiniging door te voeren op de regio-bijdrage van de gemeente Leeuwarden f. 50.000,ingaande 1 januari 1988." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Westra. (De Voorzitter: De motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingenWij kunnen het in de motie genoem de bedrag ook uitdrukken in een percentage van het bedrag dat Leeuwarden per jaar aan de regio betaalt. Dat percentage zal de raad niet onbekend voorkomen, want dat wordt ook gehanteerd bij andere voorstellen. Mefrou WestraIk wol in opmerking meitsje oer punt 5 Underhald gemeentlike gebouwen ynklusyf it skjinmeitsjen fan skoallen. Yn ferliking mei it ütstel fan desimber sit der yn dit punt ien nij aspekt, nammentlik dat it skjinmeitsjen fan skoallen fan no óf oan neffens Londo-noarmen plakfine sil. It eigen gemeentlike belied oangeande it skjinmeitsjen wurdt dêrmei loslitten. Oer dat belied hat yn it ferline nochal wat te dwaan west. It gie der doe foaral om dat by de oerdracht fan it skjinmakkerswurk oan in partikulier bedriuw de wurk- lêst foar it gemeentlik personiel net ferswierd wurde soe. Hoe komt it dêr no mei no't der neffens Londo-noarmen wurke wurde sil? Sjoen it eardere gemeentlike belied ferwachtsje wy dat it te besparjen jild fün wurdt yn oare kwaliteitsnoarmendus in fermindering fan it wurk en gjin taakferswiering fan it personiel. Wy wolle dêr graach in befêstiging fan hawwe. De heer Kessler (weth.): Ik wil ingaan op het algemene principe betreffende het terug vloeien naar onze gemeente van de f. 200.000, Wij hebben met opzet in de aanvullende raadsbrief gezegd dat dat geld naar de algemene middelen moet terugvloeien, omdat tot nu toe de systematiek van begroten zodanig is - die systematiek moet ook zo blijven - dat wij op een bepaald ogenblik het moment van voorbereiding afsluiten. Op dat moment tellen wij alle mee- en tegenvallers, zowel structureel als incidenteel, bij elkaar op en stellen dan een begrotingspositie vast. Tussentijds, en ook nu is dat het geval, zijn er ongetwijfeld bij de afdeling Financiën al weer een aantal mee- en tegenvallers bekend. Dit bedrag is een van de meevallers, maar er zijn ongetwijfeld ook weer tegenvallers bekend. Het lijkt mij niet goed om heel incidenteel een bepaald punt dat nu toevallig blijkt mee te nemen bij de verdere raadsbehandeling. Dit punt moet gewoon meegenomen worden bij het opstellen van de be groting/het beleidsplan 1988-1992. Een en ander is conform de systematiek die wij sinds jaar en dag voeren. De heer Heere (weth.): De wens van de fracties van PvdA en PAL om verder te gaan dan het college voorstelt met betrekking tot de apparaatskosten gemeenschappelijke rege lingen, namelijk de nieuwe regeling budgettair-neutraal te laten verlopen, wordt van de kant van het college heel best begrepen. In de commissievergadering heb ik al gezegd dat u deze zaak wat mij betreft best mag interpreteren in die zin van dat het woord "tenminste"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 6