14 zegd dat, als je middelen put uit de algemene reserve ten behoeve van de begroting, er op een gegeven moment een vervaging optreedt in de zin van: waar is die reserve voor bedoeld? Het is erg opvallend dat de heer Duijvendak èn wethouder Kessler spreken van een terug vloeien van gelden in de algemene middelen. Zij hebben blijkbaar niet eens meer gaten dat er een algemene reserve is. De heer Ybema: Ik kan ook instemmen met de algemene lijn die wethouder Kessler zojuist heeft verwoord om de regiogelden terug te laten vloeien in de algemene reserve. Tot slot nog een reactie op de motie van PAL. Het college heeft mijns inziens gelijk dat de tekst van de motie zoals die oorspronkelijk is ingediend op zich niet correct is. In die zin is het amendement zoals de heer Duijvendak zojuist heeft ingebracht al een verbetering. Ik zou hem de suggestie willen doen om ook het bedrag van f. 50.000,weg te laten en dan te spreken - ik noem dan even mijn besluit - over: een substantiële bezuiniging op de regio- bijdrage van de gemeente Leeuwarden ingaande 1 januari 1988 na te streven. Volgens mij brengt die tekst ook de intentie goed tot uitdrukking. De heer Buurman: Ik wil verklaren dat ik helemaal achter de mening van wethouder Kessler sta. Hoe meer hij blijk geeft van nieuw realisme hoe beter ik dat vind. De heer Sijbesma: Wij gaan uiteraard akkoord met het terug laten vloeien van het bedrag van twee ton naar de algemene middelen. (De heer Bijkersma: De algemene reserve!Ja, de algemene reserve. Wat betreft de motie van PAL het volgende. Wij moeten ons toch wel realiseren dat het gaat om een gemeenschappelijke regeling van gemeentelijke overheden. De taken die wij de regio willen laten doen zullen nog moeten worden ingevuld. Mijn fractie gaat op dit moment akkoord met de toezegging zoals die door wethouder Heere is gedaan. Wij hebben derhalve geen behoefte aan de motie van PAL. De heer Herrema: Ik wil nog graag een reactie geven op de motie van PAL. Zo lang er een bedrag in de motie wordt genoemd hebben wij er niet veel behoefte aan. De heer Kessler (weth.): De standpunten zijn duidelijk. Ik hoef dus niet meer een reactie te geven. De heer Heere (weth.): De heer Herrema zegt dat zijn fractie de taakstelling wil koppe len aan de begrotingsbehandeling in december. Dat lijkt mij het goede moment, maar ik plaats er opnieuw de kanttekening bij dat dat alleen maar kan in de zin van: Leeuwarden spreekt zich uit met de intentie om. Daarna moet er in de regioraad nog een beslissing worden ge nomen In de richting van de heer Duijvendak wil ik opmerken - de heer Sijbesma heeft ook een opmerking van die aard gemaakt - dat zijn vergelijking alsof de regio zou lijken op een ge subsidieerde instelling natuurlijk volstrekt de plank misslaat. De regio is verlengd lokaal bestuur, met andere woorden voert taken van de gemeente uit. Als je daarop zoals hij zegt substantieel wilt korten dan zul je tevens substantieel of ter waarde van f. 50.000,in zijn geval aan taken moeten afstoten, want anders ben je natuurlijk op een heel rare manier bezig. In de onderhandelingen die nu gaande zijn wordt gesproken over de omvang van het taken pakket en over de omvang van de daarbij behorende financiële middelen. De raad krijgt dus nog volop de gelegenheid om zowel aan de ene kant als aan de andere kant bezuinigingen toe te passen en zelfs indien dat wordt gewenst aanvullingen te plegen wanneer men vindt dat nog meer gemeentelijke taken zouden moeten worden uitgevoerd. Ik wil overigens bepaald niet de indruk wekken dat ik hier nu namens het college sta te pleiten voor een hoop geld uitgeven aan de regio. Ik wil mij dat stempel liever niet op laten drukken. Het college wil in de sfeer van de regio een, wat de heer Duijvendak dan noemt moedige poging doen om het bedrag dat wij nodig hebben voor de regio op een zo laag moge lijk niveau te houden. Dat betekent ook dat wij de motie van de heer Duijvendak ontraden. Mevrouw VIietstra (weth.): Het is niet zo dat wij van vandaag op morgen alle schoon maak werkzaamheden gaan uitbesteden, want het gaat om een kwestie van natuurlijk verloop. In enkele gevallen gaat het ook om overplaatsing binnen het personeelsbestand op het stad huis. Dat betekent dat deze herwaardering in een aantal jaren gerealiseerd kan worden. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de door de heer Duijvendak ingediende motie. De motie van de heer Duijvendak en mevrouw Westra wordt verworpen met 32 tegen 3 stemmen (Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie 15 De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel van b. en w. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van wethouder Heere. De Voorzitter sluit, om 20.40 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 8