26 rekening een bijsluiter zullen doen voor wat betreft de mogelijkheid om kwijtschelding aan te vragen. Daarnaast vindt binnen de stuurgroep minimabeleid ook een verdere studie plaats naar de verruiming en intensivering in dat kader. Wellicht kan mevrouw Vlietstra daar straks ook nog even op ingaan. Ik ben dan nu toe aan een aantal meer inhoudelijke punten. Allereerst Echo. De PAL- fractie zegt dat de 4%-operatie niet moet gelden voor het Echo-budget. Wij zijn het daar niet mee eens. Als wij het geld namelijk al verdeeld hadden, was Echo ook voor die 4% korting in aanmerking gekomen. Bovendien denk ik dat een en ander in zijn algemeenheid niet tot die hoofdprioriteiten gerekend mag worden zoals dat voor de andere prioriteiten wel geldt. De PvdA heeft een vraag gesteld en PAL heeft een motie, nummer 16, ingediend over wat er gebeurt wanneer wij de Echo-middelen in het kader van de fondsen eerder nodig hebben. Mocht blijken dat wij het geld eerder nodig hebben dan zullen wij, rekening houdend met de geluiden die wij vanavond hebben gehoord, daar een oplossing voor proberen te vinden. Daar zijn twee manieren voor, namelijk door het eerder ongedaan maken van de storting die wij nu tijdelijk in de algemene reserve doen en door het voor-financieren van de middelen die je een tijdje eerder nodig hebt. Over beide opties zullen wij tegen de tijd dat het nodig is verder praten. Ik doe dus een toezegging in de richting van de PvdA-fractieterwijl ik motie 16 van PAL afwijs. Hetzelfde geldt voor motie 6 van de VVD. Wij vinden het niet terecht om alles uit de Echo-reserves te halen en alle andere reserves intact te laten. Het college denkt dat de be nadering die wij hebben toegepast - ik ben het met de heer Buurman eens dat er wat dat betreft sprake is van een lapmiddel - de beste is. Het Project Mensen Zonder Werk. Ik herhaal nogmaals de toezegging dat wij in overleg met de provincie zullen nagaan of het mogelijk is om hetgeen wij hebben bezuinigd voor haar rekening te laten komen, aangezien het werk van Pro-F zich over de gehele provincie uit strekt. Wij wijzen motie nummer 10 van PAL af. Daarin wordt namelijk gevraagd om de kor ting van 4% op de werkgerichte projecten ongedaan te maken. Het college is van mening dat binnen de taakstelling die het Project Mensen Zonder Werk heeft een kleine korting op alle projecten moet worden doorgevoerd in plaats van een korting op een specifiek project, bij voorbeeld de sluiting van een houtwerkplaatsWij vinden ons voorstel wat dat betreft even wichtig De heer Buurman heeft gevraagd af te zien van de korting op de activiteitenkosten van de Stichting Anders Aktieven. Ik denk dat wij consequent geweest zijn door ons voorstel aan te passen in die zin dat ook voor deze stichting de 4% korting geldt. Het lijkt mij niet logisch om daarop een uitzondering te maken voor de Stichting Anders Aktieven. Tot slot het Lesbisch Archief. Eén opmerking vooraf. Het is toch wel verbazingwekkend - ik sluit mij wat dat betreft in zekere zin wel aan bij een opmerking van mevrouw Westra - dat wij het in elke raadsvergadering waarin het Lesbisch Archief aan de orde is weer preste ren om altijd op dezelfde manier te discussiëren. Er zijn twee zaken aan de orde. In de eerste plaats de inhoudelijke beoordeling van het Lesbisch Archief en in de tweede plaats de financiële vertaling daarvan. Deze twee zaken moeten niet door elkaar worden gehaald. Ik krijg heel vaak het gevoel dat je op elk moment dat je niet bereid bent een blanco cheque af te geven aan het Lesbisch Archief beticht kunt worden van niet emancipatievriendelijk of niet homobeleidsvriendelijk te zijn. Ik wil die suggestie van de hand wijzen. Wij moeten het Lesbisch Archief op dezelfde wijze behandelen als de andere instellingen waar wij een subsidie relatie mee hebben en niet op een andere manier. Er mag evenwel geen misverstand over be staan dat wij het werk van het Lesbisch Archief een warm hart toedragen. Desalniettemin is er in de richting van deze instelling ook een zakelijke benadering. Wij hebben in het kader van nieuw beleid f. 10.000,vrijgemaakt voor huisvestingskosten. Het Lesbisch Archief wist daarvan. Wij hebben denk ik ook geen verwachtingen gewekt. Er is dus samen met het bedrag van de provincie, namelijk f. 15.000,tot f. 20.000, ongeveer f. 25.000,tot f. 30.000,beschikbaar. Wij gaan er op dit moment vanuit dat dat voldoen de is. Er zijn nog twee opmerkingen van belang. In de eerste plaats de vraag waarom de provincie meer moet betalen dan wij. Daar zijn enkele argumenten voor te geven. De geschiedenis dat wij ooit als raad hebben gezegd dat wij helemaal maar niets moeten betalen zal ik niet naar voren brengen. Daarnaast betalen wij in het kader van het sociaal-cultureel programma - ik vind dat een belangrijk argument - al f. 6.000,en ongeveer f. 4.000,aan organisatiekosten. Met deze f. 10.000,zitten wij totaal op f. 20.000, Het is dan ook reëel om van de provincie te vragen een soort gelijk bedrag beschikbaar te stellen. In de tweede plaats wil ik iets zeggen over de brief die het Lesbisch Archief aan de fracties heeft geschreven. Die brief is niet officieel bij het college bekend. Wij hebben dan ook geen gelegenheid gehad om de brief te beoordelen. Bovendien zijn wij dat ook niet van plan. Ik vind het onjuist om heel paniekerig dit type brieven te beoordelen. Eigenlijk weiger ik ook om op die manier met een gesubsidieerde instelling om te gaan. Wij doen dat bij geen enkele gesubsidieerde instelling. Alle gesubsidieerde instellingen dienen eerst begrotingen in die zorgvuldig met de betreffende afdeling worden besproken. Er wordt 27 dan gekeken of de posten wel of niet reëel zijn. Dat is hier niet gebeurd. Het is dan ook niet juist om op dit moment het bedrag van f. 10.000,te verhogen tot f. 15.000, Ik vind overigens wel - het college is die mening ook toegedaan - dat de begroting zoals die nu voorligt op het moment dat die wordt ingediend bij de gemeente op de normale wijze beoordeeld moet wordenIk heb de globale indruk dat er posten zijn waar wel degelijk grote vraagtekens bij gezet kunnen worden. De post telefoonkosten is bijvoorbeeld begroot op f. 2.500, Ik vind dat dat organisatiekosten zijn. Zo is er nog wel een aantal andere twijfels. Er staat geen post onroerend goedbelastingen op en die moet wel worden opgenomen. Kortom, het lijkt mij verstandig om die begroting nog een keer te beoordelen via de gebruike lijke procedures. Wij zijn daartoe bereid en zijn bovendien bereid de raad daarover nadere rapportage te doen. Op dit moment hebben wij echter de overtuiging dat wij het met het be drag van f. 10.000,zeker kunnen redden. Wij wijzen dan ook de moties die in dit verband zijn ingediend van de hand. Ik wil het hierbij laten. De heer Heere (weth.): Mevrouw De Haan is begonnen met een opmerking te maken over de vermindering van de welzijnsplanning in verband met een afbouw van de afdeling Welzijn met een halve formatieplaats. Zij constateert dat, indien er inderdaad maximaal twee personen op de afdeling met deze welzijnsplanning bezig zijn, dan met die halve formatieplaats kan worden volstaan. Ik kan haar de verzekering geven dat het college op dit moment de overtui ging heeft dat het getal van twee juist is. Bovendien kan ik haar de overtuiging geven - dat geldt trouwens voor de hele raad - dat wij, indien maar enigszins mogelijk, in de sfeer van de deregulering en de vereenvoudiging op dat punt alles zullen doen om tot die vereenvou diging te komen. Voorzover daartoe aanleiding is zullen wij dat uiteraard ook uitdrukken in een vermindering van het aantal formatieplaatsen. Op dit moment hebben wij echter geen aanleiding om andere cijfers te noemen dan wij nu doen Een tweede opmerking van mevrouw De Haan was - anderen hebben zich daarbij aange sloten - dat zij akkoord gaat met het door het college bij nader inzien gedane voorstel om de vacaturestop voor gesubsidieerde instellingen niet in te voeren. Ik constateer dat en ga er vanuit dat de andere fracties die daar geen woorden aan hebben gewijd daar ook mee akkoord gaan zodat dat element in ieder geval uit de voorstellen kan worden verwijderd. Een derde element waar ik in algemene zin even op in wil gaan is de kwestie van de uit zonderingen. Ik wil vooraf zeggen dat het college daarbij heeft geprobeerd om een zo beperkt mogelijk aantal uitzonderingen in te voeren en wel voor die instellingen en groepen waaraan wij politiek een hoge prioriteit toekennen. Welke dat zijn is de raad wel bekend. Wij zijn van mening dat, willen uitzonderingen inderdaad uitzonderingen blijven, daar niet een te groot aantal aan moet worden toegevoegd omdat het anders eerder regel wordt dan uitzondering. De heer Bijkersma zegt in dat verband dat er helemaal geen uitzonderingen moeten wor den gemaakt. Hij neemt het college het min of meer kwalijk dat wij politieke prioriteiten stellen. Ik vraag mij dan af: waar zijn wij hier in de raad dan mee bezig? Ik vind dat een merkwaar dige opmerking. De heer Bijkersma noemt het dan ook nog moedig om iedereen te laten beta len. Ik denk dat het veel moediger is om een keus te maken tussen diegenen die dat wel en niet moeten. Maar wij hebben het er vanavond niet over wie het moedigst is. Ik constateer alleen dat het college weloverwogen zich tot een uiterst minimum aan uitzonderingen heeft moeten beperken. In de richting van de heer Koopmans zeg ik dat het college in de eerste plaats niet verder wil gaan - hij heeft namelijk betoogd dat het algemeen maatschappelijk werk aan de uitzonderingen zou moeten worden toegevoegd - maar ook niet minder ver wil gaan. Met andere woorden, het voorstel van de heer Bijkersma om geen uitzonderingen te maken vindt in de ogen van het college geen genade. De heer Duijvendak heeft een opmerking gemaakt over het korten op Echo, COC en BLUT. Hij heeft daar nog een vraag aan toegevoegd over Vrouwen in de Bijstand. Het college is bij nader inzien van mening dat voor wat betreft de activiteitensubsidie aan het COC en de sub sidie aan Vrouwen in de Bijstand eigenlijk sprake zou moeten zijn van een technische bijstel ling zoals die voor andere categorieën bij de aanvang van deze vergadering al is toegevoegd. Met andere woorden, in de sector Overig sociaal-cultureel werk zullen wij de subsidies voor COC-activiteiten en Vrouwen in de Bijstand eveneens uitzonderen. Daaruit volgt dat andere uitzonderingen, omdat die niet passen in door het college reeds aangegeven uitzonderings situaties, niet zullen worden gehonoreerd. Wij vinden dat zowel bij het COC als bij Vrouwen in de Bijstand een onderbrengen in de groep emancipatoire activiteiten bij nader inzien op zijn plaats is. Vandaar dat die uitzondering nu wordt gemaakt. Een volgende vraag van de heer Duijvendak is gericht op een project-aanvraag voor etnische groepen op buurtniveau. Hij verwijst daarbij naar een brief van 27 april. In die brief staat: "Het te maken plan zal u in ieder geval vóór 1 september 1987 bereiken." Wij zien dat plan met belangstelling tegemoet en constateren dat dan de mogelijkheid bestaat dat op 1 oktober - dat is de prikdatum voor de nagekomen subsidieverzoeken - dit verzoek in behandeling wordt genomen. Over de vraag of het onuitstelbaar en onvoorzienbaar was zul-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 14