32 23 stuks, en ik neem aan dat ik dan de meeste discussiepunten wel heb behandeld. Gelet op de tijd zal ik mij wat een aantal moties betreft aansluiten bij de motivatie van het college om dat wij het daarmee eens zijn. Wij hebben ons in eerste instantie in grote lijnen aangesloten bij de voorstellen van het college. Ik kan mij ook nu in tweede instantie in een groot aantal gevallen bij het college aansluiten. In motie 1 van het CDA wordt bepleit om het algemeen maatschappelijk werk uit te zonde ren van de korting van 4%. De heer Koopmans heeft naar mijn idee zeer treffend aangegeven hoe pijnlijk het is om deze bezuiniging door te voeren. Wat ons betreft zou je even pijnlijke verhalen kunnen houden voor andere gesubsidieerde instellingen. Ik wil de argumenten van de heer Koopmans echter bepaald niet afdoen als zijnde niet waar of iets dergelijks. Wij willen alleen om het feit dat bezuinigingen zo pijnlijk zijn geen uitzondering voor het algemeen maat schappelijk werk maken. Voor de rest willen wij de rapportage afwachten die het college ons heeft toegezegd voor wat betreft de consequenties. Motie 1 wijzen wij dus af. Motie 2 van het CDA gaat over de korting op de subsidie van het Gereformeerd Pedago gisch Centrum. Wethouder Vlietstra heeft daar zojuist een uitvoerig betoog over gehouden waarbij wij ons willen aansluiten Motie 3 van het CDA gaat over het Kreativiteitscentrum. Wethouder Heere heeft al gezegd voor wat betreft de motivatie van de heer Koopmans dat in het Kreativiteitscentrum ook de niet-traditionele kunstbeoefening zit. Wij zijn van mening dat daar ook de Echo-middelen voor moeten worden aangewend. Om die reden willen wij deze motie niet steunen. Bovendien is er nog gesproken over samenwerking tussen het Kreativiteitscentrum en het Gemeentelijk Muziekinstituut hetgeen misschien nieuwe mogelijkheden met zich mee kan brengen. Motie 4 van het CDA gaat over het niet doorvoeren van de lastenverhoging. In de motie wordt een aantal dekkingsvoorstellen gegeven waar mijn fractie de grootste moeite mee heeft. De heer Koopmans zegt terecht dat er in het collegeprogramma staat dat lastenverhoging pas als laatste mogelijkheid mag worden aangewend om tekorten te dekken, maar hij zet daar een aantal andere bezuinigingsmiddelen tegenover die in hetzelfde collegeprogramma ook heel hoge prioriteit hebben. Als wij alternatieven zouden weten die minder prioriteit zouden hebben dan hadden wij die hier ongetwijfeld zelf aan de orde gesteld, want ook voor ons is lastenverho ging het laatste middel. Wij hebben echter aan alle nu voorgelegde bezuinigingsvoorstellen geen nieuwe willen toevoegen, omdat hetgeen er nu ligt al erg pijnlijk is. Wij willen daar niet nog pijnlijkere voorstellen zoals het CDA die in onze ogen nu doet aan toevoegen. Om die reden zullen wij motie 4 dan ook niet steunen. Ik kom dan bij de moties van de VVD. De VVD wil de uitzonderingen zoals die door het college zijn gemaakt bij het subsidiebeleid niet overnemen en wil op alle instellingen die sub sidie krijgen 4% korten. In eerste instantie heb ik zeer uitvoerig aangegeven waarom wij het met de methodiek van het college eens zijn. Daar past motie 5 niet in en die wijzen wij dan ook af. Motie 6. In deze motie gaat het over de reserve van Echo. Ik sluit mij wat dat betreft aan bij het antwoord van wethouder Kessler. Wij hebben in eerste instantie zeer nadrukkelijk gezegd, voorzover er ontwikkelingen zijn ten aanzien van de accommodatie voor Echo, dat er een poging gedaan moet worden om een en ander al in 1987 door te laten gaan. De wethou der heeft gezegd bereid te zijn om dan eventueel voorstellen met betrekking tot voor-finan ciering te doen. Wij gaan daarmee akkoord en hoeven deze motie dan niet te steunen. In de moties 7 en 8 gaat het over de verlaging van de rioolretributie en de dekking daar van Wij zullen daar overigens ook nog over praten in het kader van het dekkingsplan 1988- 1992. Op zich zelf zouden wij dit voorstel natuurlijk graag ondersteunen als wij alternatie ven zouden zien voor de dekking. De alternatieven die de VVD aandraagt spreken ons aller minst aan. Het gaat daarbij over een algemene korting op gesubsidieerde instellingen waar ik het zojuist over heb gehad, een onttrekking aan de accommodatie-reserve Echo waar wij niet andere voorstellen voor willen en de korting op voorstellen voor nieuw beleid waarvan wij tot nu steeds hebben gezegd dat nieuw beleid moet kunnen blijven doorgaan. Op zich zouden wij dus wel met de moties 7 en 8 willen meegaan als er reële alternatieven zouden worden aangedragen, maar wij vinden niet dat daar in deze moties sprake van is. Motie 9 gaat over de reorganisatie. Wij willen niet vooruitlopen op de discussie die over de reorganisatie zal worden gevoerd in de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en In formatiezaken. Om die reden willen wij op dit moment geen uitspraak doen over een onderzoek naar de kosten bij inschakeling van een extern bureau en naar de kosten bij uitvoering door het eigen apparaat. Zoals gezegd willen wij de discussie over dit punt in de commissie af wachten. Wij nemen dan nu ook geen standpunt ter zake in. Ik kom dan nu bij de moties van PAL. PAL heeft gezegd dat, als andere fracties vinden dat PAL met moties komt waarover zij niet eerder hebben kunnen nadenken, zij daar niet zo erg mee zit. Op zich zelf is dat bij ons niet het probleem. Het probleem zit meer in het feit dat PAL een aantal dingen tegenover elkaar zet als zijnde een politieke afweging in de zin van: wij willen dit liever dan dat. In een aantal gevallen wordt echter niet vermeld dat er bepaalde dingen compleet verdwijnen. In de voorstellen van het college wordt bijvoorbeeld een korting 33 toegepast, maar de instelling waar het om gaat blijft wel bestaan. Wij gaan in een aantal ge vallen niet zo ver dat wij dingen helemaal willen laten verdwijnenDat is de grootste moeite die wij met de moties van PAL hebben. Motie 10 betreft het niet door laten gaan van de voorgestelde herwaardering op de werk- gerichte projecten van het Project Mensen Zonder WerkIn de commissievergadering hebben wij gezegd dat wij deze korting op zich wel willen accepteren omdat er toch behoorlijk veel geld extra naar de projecten voor mensen zonder werk gaat. In motie 10 wordt ook het infocentrum genoemd. Ik was even verbaasd over de reactie van de burgemeester zojuist, omdat in de commissievergadering wethouder Kessler naar ik meen heeft gezegd dat er een poging gedaan zal worden om te kijken of het infocentrum met minder middelen gerealiseerd kan worden. (De Voorzitter: Dat is juist, maar ik heb niet be grepen dat u op dit moment een vermindering van het bedrag bepleit. Volgens mij zegt u dat wij moeten proberen door sober en doelmatig te werken met minder geld toe te kunnen. Die conclusie is correct.) Wij hebben ook geen pleidooi gehouden voor het infocentrum, maar ik herinner mij alleen die opmerkingen uit de commissievergadering. (De Voorzitter: Ik heb ook niet op u gereageerd, maar ik heb meer gereageerd op suggesties om nu al bedragen in te vullen Motie 11. In deze motie wordt voorgesteld de voorgestelde herwaardering op etnische groepen niet door te laten gaan. Wij hebben al gezegd dat wij geen specifieke uitzonderingen willen maken. Je komt anders in een heel moeilijke discussie ten aanzien van ontzettend veel activiteiten die op zich zelf ook te maken hebben met zwakke groepen, niet alleen hier maar ook binnen het sociaal-cultureel werk, de maatschappelijke dienstverlening, enz. In die zin hebben wij geen zin om nog meer groepen uit te gaan zonderen. Om die reden zullen wij ook deze motie niet steunen. Motie 12 gaat over het niet laten doorgaan van de voorstelde herwaardering op buurt- activiteitenOok hiervoor willen wij geen specifieke uitzondering maken. Motie 13. In eerste instantie ben ik vrij uitvoerig ingegaan op de Echo-middelen. Voor wat betreft de activiteitenkosten vinden wij dat die betrokken kunnen worden in de bezuini gingsronde. Voor wat betreft de accommodatie ondersteunen wij het verhaal van wethouder Kessler. Het COC wordt opgenomen in het rijtje van uitzonderingen. Moties 14 en 15 gaan over het niet door laten gaan van de voorgestelde herwaardering op COL/SSKWL en 't Vliet. Wij zullen beide moties niet steunen op grond van de reden die ik in eerste instantie al heb genoemd, namelijk dat de financiële situatie op dit moment zo schrij nend is dat wij vinden dat het nodig is dat deze instellingen ook een bijdrage aan de bezui nigingen leveren. Motie 16 wil afzien van de (tijdelijke) vermindering van de Echo-reserve. Ik heb het daar al over gehad. Motie 17 betreft het Lesbisch Archief. Ik ben in eerste instantie betrekkelijk uitvoerig ingegaan op het verdeelde standpunt van mijn fractie in deze. Wethouder Kessler heeft zo juist gezegd dat hij op dit moment niet concreet wil ingaan op de ingediende begroting omdat die nog niet officieel bij hem is ingediend. Ik kan mij die redenering op zich wel voorstellen. De minderheid van mijn fractie is op grond van die begroting tot de overtuiging gekomen dat er f. 15.000,subsidie moet worden verleend. Namens de meerderheid van mijn fractie wil ik opmerken dat wij vinden dat het Lesbisch Archief moet weten waar het aan toe is. Wij zeggen tegen het Lesbisch Archief en de raad dat wij op dit moment f. 10.000,willen ver lenen en niet meer. Om die reden zullen wij de motie van PAL niet steunen. Motie 18 van PAL gaat over het verhogen van de rioolretributie in plaats van verhoging van de afvalstoffenheffing. Ik wil mij, mede gezien de tijd, wat dat betreft aansluiten bij de opmerkingen die wethouder Kessler hierover heeft gemaakt. Hetzelfde geldt voor motie 19 van PAL waarin wordt gevraagd een onderzoek te doen naar een gedifferentieerde afvalstoffenheffing. De intentie van het verhaal van PAL is mijns inziens om mensen te stimuleren om minder afval te produceren. Wij onderstrepen die inten tie op zich zelf van harte, maar wij vragen ons af of dat via de afvalstoffenheffing kan. Nog afgezien van de vraag of een gedifferentieerde afvalstoffenheffing wettelijk is toegestaan zie ik daar allerlei haken en ogen aan. Ik kan dan in dit verband ook geen definitief antwoord geven. Het lijkt mij heel ingewikkeld om op de stoep het afval te wegen en dan de heffing te bepalen. Ik zie zoveel haken en ogen dat ik liever de algemene intentie zou willen onder schrijven dat wij zouden kunnen kijken naar methoden om mensen te stimuleren om minder afval te produceren. Daarbij moet geen officieel onderzoek naar een gedifferentieerde afval stoffenheffing worden betrokken. Moties 18 en 19 zullen wij dus niet steunen. Motie 20 van D66 gaat over de reorganisatie. D66 vindt een taakstelling van 4 ton te weinig. Ik kan mij wat dat betreft aansluiten bij de opmerkingen van wethouder Kessler hier over. Wij zullen de motie niet steunen. Motie 21 van D66 gaat over de Kinderboerderij. D66 heeft ons gevraagd of wij niet wat duidelijker kunnen zijn over ons standpunt. Ik denk dat het wat verwarring heeft gezaaid dat wij de hele discussie en de publiciteit in de krant buiten ons verhaal hier hebben gehou-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 17