26
terug. In de tweede plaats aandacht voor de kwaliteit van scholing en begeleiding. Ook daar
zijn wij het mee eensIk heb meen ik al in de Overlegcommissie voor de werkgelegenheid
toegezegd - ik herhaal die toezegging hier nog eens - dat wij in de tweede helft van dit jaar
in de commissie verslag zullen doen van de stand van zaken van dit plan. Wij zullen dan
tevens de vraag meenemen hoe tot dan toe de scholing en de begeleiding zijn geregeld.
Mevrouw Westra heeft gevraagd of de deelnemers aan dit plan mee mogen doen aan interne
sollicitatieprocedures binnen de gemeente. Het antwoord daarop is ja. Ik zeg ook toe dat wij
de stuurgroep op de hoogte zullen stellen van de Nota Werving en Selectie. Het lijkt mij een
goede zaak dat ook de stuurgroep rekening houdt met het door de gemeente gevoerde beleid
ter zake.
Ik heb de heer Buurman in aansluiting op een vraag van de heer Mink al beantwoord.
De heer Burg heeft mij geen reden gegeven om te reageren.
Wenst iemand in tweede termijn het woord?
De heer Van der Wal heeft inmiddels de vergadering verlaten.
De heer Mink: Ik begrijp niet waarom alleen de Overlegcommissie voor de werkgelegen
heid op de hoogte zal worden gehouden van de stand van zaken met betrekking tot de Tijde
lijke voorziening gemeentelijke werkgelegenheidsinitiatieven voor jongeren. Is het mogelijk
om ook de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven daarvan op de hoogte te houden?
Mefrou WestraDe reaksje fan de foarsitter jout my gjin oanlieding om yn twadde ynstên-
sje noch wat op te merken.
Ik wol yn de rjochting fan de hear Buurman noch wol wat sizze. It kritykpunt fan de
FNV-jongerein is dat it plan harren yn in ütsünderingsposysje pleatst. Hja hawwe dêr gelyk
oan. En dat ien en oar by harren ek ferfelende gefoelens opropt dat kin ik my ek wol wat
foarstelle. Hoe maklik wurde der net kear op kear foarstellen lansearre om de jongerein te
ferplichtsjen papierkes yn it park te prippen of oarsoarte maatskiplike aktiviteiten te dwaan.
Soksoarte plannen wurde allinne foar de jongerein lansearre.
De redenearring fan de hear Buurman dat ek foar regulier wurk de ferplichting jildt dat
men dêr oan dielnimme moat en dat men banen net wegerje mei is fansels fierstente simpel.
By regulier wurk jildt nammentlik it ütgongspunt dat it banen op passend nivo wêze moatte
en dy't ek in ridlik beleanningsnivo hawwe. Ik fyn it opfallend dat de rop om ferplichte
wurkgelegenheidplannen op te stellen allinne mar foar de jongerein jildt en dat it, lokkich
mar, gjin algemiene rop is.
De heer Buurman: Ik vind dat u niet duidelijk hebt gemaakt, mijnheer de voorzitter,
waarom er, als het om tijdelijke banen gaat, geen sprake mag zijn van een verplichtend karak
ter, terwijl dat bij reguliere, gewone banen wel het geval is. Ik vind het een heel normale
zaak, wanneer er geld voor scholing wordt uitgegeven, dat de jongeren zich daar naar voegen.
De Voorzitter: Ik wil bij de opmerking van de heer Buurman beginnen. Ik heb in eerste
termijn niet bedoeld dat het verschil regulier of tijdelijk zal zijn, maar dat het essentiële ver
schil tussen deze tijdelijke banen en de reguliere banen het niveau van betaling is. Je mag
volgens mij niet stellen dat het betalingsniveau van een tijdelijke baan gelijk is aan dat van
een gemiddelde reguliere baan. Het college vindt derhalve dat deelname aan het type banen
waar het nu over gaat niet verplicht mag worden gesteld.
De heer Mink vindt dat ook de Commissie voor Economische Zaken en Bedrijven op de
hoogte moet worden gesteld van de stand van zaken. Ik ben daar geen voorstander van. Het
streven is er duidelijk op gericht om één commissie te laten functioneren als commissie waar
in deze zaken en de follow-up aan de orde kunnen komen. De Overlegcommissie voor de werk
gelegenheid is in dit verband verreweg de meest daarvoor in aanmerking komende commissie.
(Mevrouw Van der Kloet: De overlegcommissie is geen raadsadviescommissie en dat maakt wel
verschil.) Nee, maar in de Overlegcommissie voor de werkgelegenheid zijn wel alle fracties
vertegenwoordigd en in die zin kunt u zich goed op de hoogte stellen van wat er gebeurt.
Daarnaast is de Overlegcommissie voor de werkgelegenheid de meest in aanmerking ko
mende commissie omdat daarin bijvoorbeeld ook vertegenwoordigers van het Gewestelijk
Arbeidsbureau en van het Project Mensen Zonder Werk zitting hebben. Een discussie in een
commissie met dergelijke deskundigen erbij zal uiteindelijk mijns inziens de meeste informatie
opleveren voor raadsleden om hun standpunt te bepalen. (Mefrouw Westra: Ik soe jo wol
graach even ynterrumpearje wolle. Ik fyn dat it de léste tiid wat ündüdlik is wat de ferhêl-
ding is tusken de Riedsadvyskommisje foar Ekonomyske Saken en Bedriuwen en de Oerlis-
kommisje foar de wurkgelegenheidIt hat bygelyks sa west dat wy oer dit plan praat hawwe
yn de Kommisje foar Ekonomyske Saken en Bedriuwen. Jo wiene der doe net. No kin dat best
ris barre, mar ik fyn dat jo der yn prinsipe doe wol wêze moatten hienen. As de algemiene
line no in bytsje wurdt dat wurkgelegenheidssaken allinne mar bepraat wurde yn de Oerlis-
kommisje foar de-wurkgelegenheid, dan fyn ik dat prinsipieel gjin goede saak.)
27
De algemene lijn is dat raadsvoorstellen op dit gebied in de Commissie voor Economische
Zaken en Bedrijven aan de orde komen. Dat is ook nu gebeurd. Thans is echter de vraag
aan de orde op welke manier de raad op de hoogte gehouden moet worden van hoe het plan
zich uiteindelijk ontwikkelt, welke knelpunten er zijn, enz. Het standpunt van het college is
dat de Overlegcommissie voor de werkgelegenheid daarvoor de meest in aanmerking komende
commissie is. Wij zijn toe aan de stemming.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en wmet inachtneming van
de toezeggingen van de voorzitter en met aantekening dat de heer Buurman wenst te worden
geacht te hebben gestemd tegen punt 2 van het besluit.
Punten 1 9 en 20 (bijlagen nrs. 208 en 209).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 21 (bijlage nr. 225).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Wijzigen van de gemeentebegroting en van de begrotingen
van de Dienst Stadsontwikkeling, Dienst voor Sport en Recreatie, Dienst Brandweer en het
Woningbedrijf voor het dienstjaar 1987.
Dienst voor Sport en Recreatie.
De heer Ten Hoeve: Ik heb een opmerking over punt 3 Wijziging beheer van twee zich in
eigendom van de gemeente bevindende molens. Wij gaan daar mee akkoord. In de toelichting
wordt gesproken over een maximalisering van de subsidiemogelijkheden. In dit verband zou
ik willen vragen of het college wil onderzoeken of het ook aanbeveling verdient aansluiting
te zoeken bij de Stichting Monumentenwacht. Het gaat dan niet alleen om deze monumenten
maar ook om een aantal andere monumenten in onze gemeente. De Stichting Monumentenwacht
werkt tegen een uurtarief van f. 20, Bovendien zijn er in dit kader subsidies van het rijk
en de provincie beschikbaar. Langzamerhand rijst toch ook in het licht van de begrotings
positie de vraag of wij ook niet van die mogelijkheden gebruik zouden moeten maken.
De heer Timmermans (weth.): Datgene wat de heer Ten Hoeve naar voren brengt is nieuw.
Een dergelijke discussie heeft voor zover mij bekend nog nooit binnen onze gemeente plaats
gevonden. De aanzet die de heer Ten Hoeve heeft gegeven is op zich zelf van voldoende ge
wicht om nader onderzoek te doen. Wij komen daar in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening
en Volkshuisvesting op terug.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van
de toezegging van de wethouder.
De Voorzitter: Voordat ik de vergadering sluit nog deze opmerking. Op 29 juni a.s. is
de laatste raadsvergadering voor de zomervakantie. Zoals te doen gebruikelijk is er dan weer
sprake van een lange agenda. Het college beraadt zich er momenteel op hoe wij dat moeten
oplossen. De kans is erg groot dat wij u zullen voorstellen om maandag 29 juni al om 14.00
uur te beginnen. Wij willen dit ook nog met burgemeester Te Loo overleggen wanneer die
weer terug is. Het is nog niet helemaal zeker dat het die kant op gaat, maar de kans daarop
is betrekkelijk groot.
De heer Ten Hoeve: Ik maak daar bezwaar tegen, mijnheer de voorzitter. In het regle
ment van orde staat dat, wanneer een raadsvergadering niet tijdig afgelopen kan zijn, dan
de volgende avond verder vergaderd moet worden. Ik kan mij voorstellen dat dat nu niet kan,
omdat er dinsdagavond een vergadering van de regioraad is. Er wordt hoe langer hoe meer
getornd aan het principe van 's avonds vergaderen. Ik teken daar bezwaar tegen aan, want
dat maakt een aantal mensen het functioneren in de raad onmogelijk.
De Voorzitter: Ik kan daar voor een groot deel in meegaan, in die zin dat op grond van
het reglement van orde uiteindelijk 30 juni 's avonds de eerst in aanmerking komende gelegen
heid zou zijn om verder te vergaderen. Op 30 juni vergadert echter de regioraad en dan blijft
er geen andere mogelijkheid over dan maandagmiddag. Woensdagavond is het stadhuis geslo
ten en dan komt donderdag, maar dat is weer veel verder weg. Wij hebben vanmorgen alles
afwegende gezegd dat wij vermoedelijk uit komen op de maandagmiddag. (De heer Ten Hoeve:
Een aantal dagelijkse bestuurders is in principe overdag en 's avonds beschikbaar. Dat geldt
ook voor diegenen die dan toevallig vrij hebben. In het algemeen hebben raadsleden echter
banen. Die combinatie is ook altijd voorgestaan door de wetgever en dat moet mogelijk blijven.)
Ik ben het daar mee eens. Ik sluit hierbij de vergadering en wens iedereen wel thuis.
De Voorzitter sluit, om 22.30 uur, de vergadering.