2
punt omschrijving bijlage blz.
8. Realisering van het pleinafsluitend gebouw aan de oostzijde van
het Wilhelminaplein. 215 7
9. Uitgifte in erfpacht/opstal van het perceel met opstal Tuinen 2a. 210 19
10. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke
ordening voor enkele plangebieden 222 19
11. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke
ordening voor een deel van het plangebied Schoolstraat e.o. 223 19
12. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke
ordening voor een perceel grond aan de Kempenaersreed onder
Wirdum. 220 21
13. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke
ordening voor een deel van het gebied Wirdum-de Kamp. 221 21
14. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke
ordening voor een deel van de zuidoever van de Grote Wielen. 224 21
15. Goedkeuren van de exploitatie- en investeringsbegrotingen 1987
van de ziekenhuizen, het verzorgingshuis en het verpleeghuis
van het Medisch Centrum Leeuwarden. 217 21
15a. Goedkeuren van het bestuursbesluit van de Stichting Medisch
Centrum Leeuwarden (MCL) om over te gaan tot het sluiten van
een erfpachtovereenkomst met de Stichting Klinisch Chemisch
Laboratorium Centrum Leeuwarden (KCL)226 23
16. Gemeentelijke medewerking bij de bouw van een dorpshuis
Hempens/Teerns. 216 23
17. Verzoeken om medewerking ingevolge artikel 74 van de Wet op
het basisonderwijs en artikel E28 van de Overgangswet Interimwet
op het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs. 207 23
18. Tijdelijke voorziening gemeentelijke werkgelegenheidsinitiatieven
voor jongeren. 214 23
19. Wijziging van enkele rechtspositieregelingen. 208 27
20. Wijziging Bezoldigingsverordening 1960. 209 27
21. Wijzigen van de gemeentebegroting en de begrotingen van de
Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst voor Sport en Recreatie,
de Dienst Brandweer en het Woningbedrijf voor het dienstjaar 1987. 225 27
De Voorzitter: Er is bericht van verhindering binnengekomen van de heer Krol.
Punt 1.
De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.
Punt 2.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A t. e. m. G.
De berichten, de uitspraken, de besluiten en de brief worden voor kennisgeving aan
genomen
Sub H.
3
De Voorzitter: Aan de orde is de brief van 7 mei 1987 van medewerkers buitendienst
Bouw- en Woningtoezicht DSO inzake een in het kader van de tussentijdse herwaarderings
operatie 1987-1991 overwogen afstoting van toezichthoudende taken.
De heer Burg: Met de beantwoording van het gestelde in de brief van de medewerkers
buitendienst Bouw- en Woningtoezicht zijn wij het op zich wel eens. Het lijkt ons ook beter
de brief en de daarbij behorende stukken te betrekken in de totale problematiek van de be
zuinigingen bij de DSO. Voorgesteld wordt deze brief voor kennisgeving aan te nemen. Wij
hebben al eerder in een ander verband gereageerd op het wel of niet beantwoorden van brie
ven aan b. en w. of, zoals hier, aan de raad. Wij vinden het onjuist dat de inhoud van het
hier voorliggende antwoord niet schriftelijk wordt meegedeeld aan genoemde briefschrijvers, die
de moeite hebben genomen ons grondig over de problematiek die hun werk betreft te informeren.
Onze vraag is dan ook het antwoord aan de betreffende briefschrijvers schriftelijk mee te delen.
De heer Timmermans (weth.): Het is de bedoeling de briefschrijvers van het antwoord
in kennis te stellen. Voorgesteld wordt overigens wel de brief voorshands voor kennisgeving
aan te nemen, dus niet definitief, maar dat had u wel begrepen, neem ik aan.
De brief wordt voorshands voor kennisgeving aangenomen.
Sub I en J.
De brieven worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub K.
De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub L.
De Voorzitter: Aan de orde is de brief van 21 april 1987 van de Vereniging voor Protes
tants Christelijk Basisonderwijs Leeuwarden betreffende de verkeerssituatie rondom de
Albertine Agnesschool aan de Eu terpestraat.
De heer Boelens: Onze fractie dringt op spoed aan met betrekking tot de afhandeling van
dit verzoek. Het college stelt in het antwoord dat eventueel te nemen stappen in de Commissie
voor Openbare Werken en Milieu aan de orde zullen worden gesteld. Onze vraag is dit binnen
afzienbare termijn te doen.
De heer Ybema: De oorzaak van deze brief - één in een reeks - betreft de plaatsing van
de nieuwbouw van de Rijksscholengemeenschap aan de Douwe Kalmaleane. Ik heb hierover al
eens vaker vragen gesteld. De afhandeling van de verkeersproblematiek verloopt erg traag.
In de onderhavige brief gaat het over de spoorwegovergang. De oplossing die daar gekozen
is is gerealiseerd, althans voorlopig. Ik zou toch graag van deze gelegenheid gebruik willen
maken om de wethouder te vragen hoe het nu staat met het voetpad dat zou worden aange
legd van de school naar de bushalte - ten aanzien van de grondruil waren nog problemen met
het rijk - en met de verbinding van de spoorwegovergangen rechtstreeks naar de school.
Dit laatste zou worden gerealiseerd om te verhinderen dat alle leerlingen eerst de Douwe
Kalmaleane op moeten. Ook dat is een constructie die destijds al min of meer is afgesproken.
De situatie blijft overigens problematisch. Iedere ochtend moeten toch een 1.100 leerlingen
naar dat punt. Dat betekent dat er nogal wat gevaarlijke situaties ontstaan. Ik wil wijzen op
één zo'n situatie, namelijk die op de Sem Dresdenstraatop zich een drukke verbindingsweg
tussen Valeriusplein en Valeriuskwartier/Westeinde. Tevens is het een beruchte sluiproute.
Met name van die verbinding wordt door erg veel leerlingen die per fiets naar school gaan
gebruik gemaakt. Er ontstaan dan ook levensgevaarlijke situaties. Ik zou de gehele problema
tiek en met name laatstgenoemde situatie nogmaals nadrukkelijk bij het college in de aandacht
willen aanbevelen en vragen naar de mogelijkheden die er zijn om eenvoudige oplossingen te
treffen waardoor de situatie wordt verbeterd. Een en ander is nu erg gevaarlijk.
De heer Timmermans (weth.): Op de vraag van de heer Boelens kan ik het volgende ant
woorden. De omvang van het onderzoek lijkt mij dermate eenvoudig dat ik kan toezeggen dat
er op korte termijn een antwoord kan worden gegeven.
De heer Ybema constateert dat met betrekking tot het voetpad en het fietspad ten behoeve
van de Rijksscholengemeenschap al enige tijd onduidelijkheid bestaat. Hij heeft terecht ge
wezen op de problemen die daarbij worden ondervonden met de eigenaar, in dit geval
Domeinen, als het gaat over de eigendomssituatie van de grond waarop het voetpad en het
fietspad moeten worden gerealiseerd. Wij hebben daarover mondeling al enige tijd geleden