14 Toen begin 1980 plannen voor een parkeergarage annex een pleinafsluitend gebouw in studie waren, is er altijd gezegd dat het winkelgebouw gebruik zou moeten kunnen maken van en dus zou moeten meebetalen aan de garage. Op een gegeven moment zijn de plannen uit elkaar gehaald, omdat wij bezig waren met het distributie-planologisch onderzoek en wij onvoldoende zicht hadden op de hele ontwikkeling. De parkeergarage is gerealiseerd. Wel hebben wij gezegd dat wij, op het moment dat de plannen voor het pleinafsluitend gebouw gerealiseerd zouden worden, de verbinding in financiële zin voor ogen moeten houden. Je kunt dat feit natuurlijk vergeten en zeggen: dat doen wij niet, wij doen andere leuke dingen met het geld, want het tekort van de parkeergarage wordt wel op een andere wijze gedekt. Ik vind dat geen goede zaak. Wij moeten er met elkaar voor zorgen dat de exploitatie van de parkeergarage kostendekkend wordt gemaakt. Door de voorgestelde opening, die niet gezocht is maar er vanuit het verleden altijd heel duidelijk is geweest, wordt de exploitatie van de parkeergarage gemakkelijker en wordt de noodzaak om tot drastische verhogingen van de tarieven over te gaan iets kleiner. Ergo, het parkeren blijft in Leeuwarden wat goedkoper in verhouding tot andere delen van het land. Een en ander zal de gehele middenstand en het bedrijfsleven in Leeuwarden ten goede komen. Gezien de besluitvorming in het verleden is de afspraak die in de raadsbrief wordt genoemd vrij normaal. De heer Van der Wal heeft het gehad over de integratie tussen het pleinafsluitend gebouw en de parkeergarage en de betaling door de ontwikkelaar en vraagt zich af waarom de Stich ting Parkeergarage dan nog 1 miljoen gulden moet hebben. Ik moet hem er op wijzen dat er op dit punt 3 partijen in het geding zijn, namelijk de gemeente Leeuwarden, de belegger en het bestuur van de parkeergarage. Het bestuur van de parkeergarage heeft natuurlijk alle belang bij zoveel mogelijk parkeerbehoefte naast de deur. Of de behoefte aan de verbinding laat ik het populair zeggen het geknutsel aan de garage - bij het bestuur nu zo groot is, daar kun je twijfels over hebben. (De heer Van der Wal: En u vertelde zojuist dat dat altijd de bedoeling was!) Er was destijds sprake van een combinatie parkeergarage-winkelgebouw Die plannen zijn later uit elkaar gehaald, maar wij moeten een en ander nu wel weer bij el kaar brengen. (De heer Van der WalMen wil dus wel de 1 miljoen gulden, maar niet de verbin ding.) Ik geloof dat het de heer Van der Wal duidelijk wordt, mijnheer de voorzitter, en dat is plezierig. De heer Buurman heeft een opmerking gemaakt over het drievoudige snoer. Ik hoef hem er denk ik niet op te wijzen dat er in het verleden een aantal snoeren is geweest die alle maal drievoudig waren. (De heer Buurman: Ik heb er wel een beetje op gedoeld.) Het snoer dat de heer Buurman heeft genoemd bleek niet het sterkste. Het is altijd wat lastig als je daar aan wordt herinnerd. Uiteindelijk hebben wij met de bewuste toekomstige belegger op grond van meningsverschillen af moeten haken. De heer Buurman zegt echter: daarom niet getreurd, maar wat brengt het college tot het thans voorgestelde snoer? Er heeft een aantal gesprekken met een aantal eventuele beleggers plaatsgevonden. Tijdens die gesprekken zijn de opvattingen en ervaringen naar voren gebracht en hebben de beleggers een mening ge geven over de vraag hoe zij met ons willen proberen de zaak in het goede spoor te houden. Na tuurlijk is ook gesproken over de vraag wat het goede spoor is omdat wij vanzelfsprekend gezamenlijk op dezelfde toonhoogte moeten zitten. Op grond van het zojuist genoemde vindt het college het volledig verantwoord om de raad het voorliggende voorstel met de daarin ge noemde belegger te doen. Ik wil het hierbij laten, mijnheer de voorzitter. De heer Ten Hoeve: Ten aanzien van wethouder Miedema heb ik zelfs geen kruimels. Overigens zijn die voor de heidenen en daar reken ik de heer Miedema nog niet toe. Wat betreft het antwoord van wethouder Timmermans het volgende. Ik ben tevreden met zijn antwoord op de door mij gemaakte opmerkingen. Ik wil nogmaals benadrukken - de wet houder heeft dat ook al gezegd - dat er voor de omgeving van het gebouw en de herinrichting van het Wilhelminaplein een geïntegreerd plan moet komen. Het zou mooi zijn als deze zaak tegelijk klaar zou zijn. Dat is echter niet het belangrijkste, er moet sprake zijn van één ge heel. Wij verschillen daar denk ik niet over van mening. De wethouder heeft gezegd dat er opnieuw een voorstel zal komen over de dekking van de kosten van de herinrichting van het Wilhelminaplein. Ik vind dat prima. Ik vraag mij overigens wel af of dit soort zaken - dat geldt ook voor andere punten die in de raadsbrief worden genoemd, zoals de 1 miljoen voor de parkeergarage en de 1 miljoen gulden die naar de algemene reserve gaat - ook niet in de Commissie voor de Financiën aan de orde zouden moeten komen. Wat betreft het bedrag van 3 ton zegt wethouder Timmermans dat dat geld nog onbestemd is. Ik zou er erg voor willen pleiten om deze 3 ton in ieder geval voor de herinrichting van het Wilhelminaplein te gebruiken, zodat wij zo weinig mogelijk een beroep hoeven te doen op het stadsvernieuwingsfonds. Over de kwestie van de erfpacht het volgende. Ik dacht vanavond even dat wij een lesje in dogmatiek zouden krijgen. Er zijn termen als "drievoudig snoer" en "dogma" gebruikt. Ik moest even denken aan Multatuli - om eens een andere schriftgeleerde te citeren - die zei: 15 dogma's zijn immers om je achter te verschuilen. Wij willen dat in ieder geval niet. In de PvdA gebeurt veel, er wordt nagedacht over dingen, er wordt ingespeeld op ontwikkelingen en er worden zaken in discussie gebracht. Wij vinden dat wij niet op basis van dogma's moe ten besturen, maar op een zakelijke manier naar de dingen moeten kijken. Dat geldt ook voor dit uitgangspunt. De heer Van der Wal heeft een aantal opmerkingen gemaakt over de fietsenstalling. Wan neer wij toch praten over de herinrichting van het Wilhelminaplein dan zou ook best bekeken kunnen worden of de twee fietsroutes die er nu lopen niet gecombineerd zouden moeten wor den. Ik wil in dit verband een vergelijking met de Kelders maken. Wij hebben daar nood gedwongen, omdat er sprake was van een doorgaande fietsroute, moeten besluiten tot een combinatie van voetgangersgebied en fietsroute. Bij de fietsroute op het Ruiterskwartier is deze noodzaak natuurlijk veel minder aanwezig, omdat aan de andere kant ook een fietsroute is. Het is in ieder geval wel zo dat het Ruiterskwartier, zeker op vrijdag - maar dat geldt ook voor andere dagen -, toch langzamerhand een duidelijke functieverandering ondergaat. Er ontstaan daar conflicterende belangen tussen voetgangers en fietsers, hetgeen ook problemen geeft. Nogmaals, wanneer er toch over de herinrichting van het plein wordt gedacht dan zou ook nog eens bekeken moeten worden of daar nog wel twee fietsroutes moeten zijn. Tot slot nog een opmerking over de herinrichting van het Wilhelminaplein. Jan Stroosma heeft vlak voor zijn dood een monument ontworpen dat was bedoeld als een hommage aan de in Leeuwarden geboren kunstenaar Vredeman de Vries. Het ontwerp is tentoongesteld maar nooit uitgevoerd. Mogelijk zou dat bij de herinrichting van het plein ook nog een rol kunnen spelen Ik dank u wel. De heer Van der Wal: Wethouder Timmermans zegt dat er ten aanzien van de erfpacht kwestie geen nieuwe argumenten zijn. Destijds is duidelijk gewaarschuwd voor precedent werking. Nu de heer Ten Hoeve de notulen van die bewuste vergadering voor zich heeft lig gen had hij dat ook wel even kunnen opzoeken. (De heer Ten Hoeve: Ik heb dat ook allemaal opgezocht.) Men hoeft dus helemaal niet verbaasd te zijn dat er nu tot een heroverweging ge komen moet worden. Naar mijn mening zijn er wel nieuwe argumenten, maar die zijn jammer genoeg niet hanteerbaar. De vorige belegger was de Aegon en - dat was erg duidelijk - die moesten wij lijmen. De Aegon heeft zich echter teruggetrokken. Dat is wel een ander argu ment, maar dat kunnen wij moeilijk gebruiken. Er zijn zoals gezegd dus wel andere argumen ten, maar je hebt er alleen niets aan. Enfin, wij hebben ons op deze manier verschrikkelijk in de vingers gesneden. Met "wij" bedoel ik dan degenen die wel degelijk waarde aan het erfpachtstelsel dat tot de binnenstad van Leeuwarden is beperkt hechten of, dat kan ik misschien beter zeggen, hechtten. Dat CDA, VVD en GPV/RPF/SGP het allemaal best vinden en in hun vuistje lachen dat de PvdA zich nu zo in de luren heeft laten leggen kan ik mij heel goed voorstellen, maar het blijft na tuurlijk een heel treurige zaak. Een en ander wordt dan nu achteraf, zoveel jaar na dato, door de PvdA verklaard met een soort nieuwe zakelijkheid, als smoesje van falend beleid ter zake van een toch heel belangrijk socialistisch uitgangspunt - ik spreek niet van dogma of principe -, namelijk dat grond in beginsel aan de gemeenschap hoort en dat waardevermeer dering van die grond ten gevolge van ontwikkelingen betaald door de gemeenschap ook ten goede moet komen aan diezelfde gemeenschap en niet in particuliere zakken moet verdwijnen. (De heer Ten Hoeve: Erfpacht is het uitgangspunt en niet het dogma of het principe.) Dat uitgangspunt stond altijd hoog in het vaandel van de PvdAmaar wordt nu met een soort nieuwe zakelijkheid over boord gegooid. (De heer Ten Hoeve: Die woorden komen voor uw rekening. Ik denk dat het woord "demagogie" u niet vreemd is.) Ik heb gemerkt dat dat nooit kwaad kan. Hier wekt zo iets altijd irritatie op, maar op langere termijn werkt dat wel. De herinrichting van het Wilhelminaplein en het Zaailand. De wethouder gebruikt termen als "in principe doen wij dit" en "in essentie zullen wij dat doen". Een normaal denkend mens verwacht dan dat er ook wat gebeurt, maar de praktijk heeft geleerd dat dergelijke uitspra ken van deze wethouder kunnen betekenen: wij doen een moedige poging en wij zien nog wel eens. Ik hoop echter dat deze zaak wordt gerealiseerd en ga er vanuit dat de wethouder dat ook zo bedoeld heeft. De fietsenstalling. Wij komen er niet uit of de fietsenstalling wel of niet exploitabel is te maken. Stel dat de exploitatie mislukt, dan moet er of geld bij of wij houden daar voor 7 ton voor de gemeente nuttige ruimtes onder de grond. Ik zou zo gauw geen bestemming voor die ruimtes weten. Het zal wel niet de bedoeling zijn om bepaalde zaken die noodgedwongen uit de binnenstad moeten verhuizen en met veel pijn en moeite en onder grote weerstand elders gehuisvest moeten worden in die ruimtes onder te brengen. Bovendien trekken wij daar die 7 ton niet voor uit. In de raadsbrief staat: "Bij de bepaling van dit bedrag is rekening ge houden met de omstandigheid dat de gemeente voor een huurprijs van f. 1,per jaar de beschikking krijgt over een in het complex onder te brengen fietsenstalling." Zou de gemeen te de ruimtes voor iets anders willen gebruiken, bijvoorbeeld voor de opslag van dranghekken of kraampjes voor de markt, dan zou dat op grote problemen kunnen stuiten. Bovendien

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 8