18
bediening als raadslid en als wethouder heeft hij zich met tal van onderwerpen bezig gehou
den. Daarbij mag best geconstateerd worden dat zijn belangstelling vooral lag in de richting
van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting en dat zijn kennis van wat ik in dit geval bij
wijze van uitzondering de "zachte sector" zou willen noemen ietwat minder was. Niettemin
wist hij zich ook op dat terrein altijd redelijk goed door de discussies heen te slaan en wist
hij ook altijd op het juiste moment een dusdanige opmerking te maken dat men het gevoel
had van: hij laat het niet zo merken, maar hij beheerst het wel!
De heer Miedema is door de jaren heen lid geweest van tal van besturen. Hij heeft in
het bestuur van de CBTB en vele andere organisaties gezeten; ik ga ze niet allemaal noemen.
Hij heeft de gemeente op tal van terreinen vertegenwoordigd. Ik noem er een paar. Hij is
president-commissaris van NV Frigas, voorzitter van de Stichting Bedrijfsgebouwen, voor
zitter van de Stichting Parkeergarages, voorzitter van het bestuur van de Stichting Fribourg,
hij speelt een beduidende rol op het terrein van de gasvoorziening niet alleen in deze gemeen
te, niet alleen in het Noorden, maar ook op landelijk terrein, kortom, de heer Miedema heeft
zich in de laatste jaren ontwikkeld tot een voortreffelijk bestuurder en een uitstekend en
uiterst plezierig collega.
4 september, het was jongstleden vrijdag, was de dag. Het leek mij gepast om tijdens
deze eerste raadsvergadering na dat moment - inmiddels is de 25 jaar al weer met enkele
dagen overschreden - hieraan de nodige aandacht te besteden. Ik ben blij dat ik er melding
van mag maken dat ook hogere instanties de aandacht gevestigd hebben op de lange bestuur
lijke loopbaan van de heer Miedema en dat ik hem mag meedelen dat hij is benoemd tot ridder
in de orde van Oranje Nassau. (Applaus)
De Voorzitter reikt vervolgens de bij deze onderscheiding behorende versierselen uit
aan de heer Miedema.
De heer Miedema (weth.): Op dit moment moet ik, denk ik, niet met een kwinkslag het
woord tot de raad richten. Het lijkt mij gepast met name het college dank te zeggen voor de
activiteiten die in een vroeg stadium zijn gestart om dit vanavond te kunnen doen. Ik denk
dat het een erg goede greep is geweestom dat in deze zaal temidden van de raad te
doen. Ik stel dat hooglijk op prijs. Hoewel het bestuur van het CDA hier niet aanwezig is,
wil ik niet nalaten dank te zeggen aan het bestuur en de leden van het CDA voor de gelegen
heid die mij is gegeven dit werk te doen
Ik zou willen besluiten met het volgende. In de afgelopen 25 jaar heb ik een groot aantal
raadsleden meegemaakt. Ik heb er behoefte aan op dit moment te zeggen dat de onderlinge
samenwerking, niettegenstaande de verschillen, altijd voortreffelijk is geweest. Wij hebben
natuurlijk wel eens, als om half 12 iemand ging staan om over een "flut-onderwerp" het
woord te voeren, gedacht: Moet dat nou. Ik heb dan het grote voorrecht dat ik 20 jaar raads
lid ben geweest en dat ik dat ook heb gedaan. Wat dat betreft heb ik daarvoor begrip, al
hoewel de waardering wat afneemt. Niettegenstaande dat, hartelijk dank voor deze erkenning
en de wijze waarop die thans plaatsvindt. Ook de raad zeg ik hartelijk dank. Ik hoop in de
toekomst op een goede samenwerking en een goed onderling contact. Dank u wel. (Applaus)
De Voorzitter: Ik ga dan nu de pauze aankondigen. U krijgt het druk, want u mag de
heer Miedema feliciteren, terwijl ik u er tevens nog even op attendeer dat na de pauze wordt
gestemd over punt 2 van de agenda.
De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Aan de orde is de stemming over punt 2 van
de agenda. Ik breng eerst in stemming het voorstel ingediend door de heer Ten Hoeve,
zijnde het meest vergaande in vergelijking met het voorstel dat gedaan is.
Mefrou WestraIk wol graach in stimferklearring jaan. Sa't de hear Rommerts al oanjün
hat is der nei de behanneling fan dit punt yn de Riedsadvyskommisje foar de Berop- en Beswier-
skriften noch wer in diskusje op gong kommen oer mooglike ynterpretaasjes fan kleurferskil-
len, H-tjes, diken dy't der doe net wienen en no al, ensfh. Wie it foar de hear Rommerts as
formeel fertsjinwurdiger fan de riedsadvyskommisje net mooglik om op nije saken yn te gean
en in mooglike stanpuntbepaling dêrtroch beynfloedzje te litten, foar yndividuele leden fan
dizze kommisje is dat wol it gefal. It sil bekend wêze dat ik lid wie fan de kommisje doe't dit
punt yn behanneling wie. Ik haw de diskusje yn my omgean litten, de arguminten oanheard
en ik sil foar de moasje fan de hear Ten Hoeve stimme.
De heer J.F. Janssen: Ook ik was lid van die commissie, maar ik blijf, in tegenstelling
tot mevrouw Westra, bij het standpunt dat ik in de commissie heb ingenomen. Ik steun dus
het voorstel van de heer Ten Hoeve niet
19
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het door de heer Ten Hoeve ingediende
voorstel
Het voorstel van de heer Ten Hoeve en mevrouw De Haan-Laagland wordt aangenomen
met 28 tegen 7 stemmen.
(Tegen de motie stemmen van de fractie van de PvdA de heer J.F. Janssen alsmede de leden
van de fracties van VVD en GPV/RPF/SGP
De Voorzitter: Ik neem aan dat de raad met mij van mening is dat daarmee punt 2 is af
gehandeld.
Punten 14 t.e.m. 22 (bijlagen nrs. 284, 280, 287, 293, 288, 286, 273, 274 en 300).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 23 (bijlage nr. 272).
De Voorzitter: Aan de orde is het voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de
ruimtelijke ordening ten behoeve van de ombouw van Rijksweg 32.
De heer Ybema: Een korte stemverklaring. D66 heeft destijds tijdens de behandeling in
de commissie over het tracé van Rijksweg 32 uitgesproken tegen de voorgestelde oplossingen
te zijn, dat wil zeggen tegen de aftakking van de verbinding van het kruispunt Werpster-
hoek naar Wytgaard, een gelijkvloerse kruising bij Wirdum met verkeerslichten en een nieuw
aan te leggen weg van de Weidumerhoek naar Wirdum. Wij stellen andere oplossingen voor,
onder andere het openhouden van de verbinding van de Werpsterhoek naar Wytgaard en de
aanhaking van Wirdum op het autowegennet bij de Werpsterhoek. Die discussie wil ik hier
niet verder voeren. Het zal u duidelijk zijn dat ik mij, gelet op deze standpuntbepaling,
tegen dit voorstel zal uitspreken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat
de fractie van D66 wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 24 (bijlage nr. 303).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Verzoek om vrijstelling ex artikel 19, eerste en derde lid,
van Wet op de ruimtelijke ordening.
De heer Stassen: Ten aanzien van dit onderwerp een tweetal opmerkingen. Bij het naast
elkaar leggen van de diverse stukken die over deze affaire, die al lange tijd de aandacht
vraagt, beschikbaar zijn, komt als onderwerp aan de orde de studie naar de schaduwwerking,
die uitwijst dat de torenflat geen onaanvaardbare belasting voor de omgeving zal vormen. Is
na die studie, die uitging van de oude situatie, nog aanvullend onderzocht hoe de effecten
zijn in de nieuwe situatie die, zoals bekend, te zien geeft dat de torenflat 10 meter in zui
delijke richting zal worden geprojecteerd?
Een tweede punt is het volgende. In diverse stadia van dit bebouwingsplan is onderkend
dat de verkeerssituatie ter plaatse onvoldoende is. Zo is het onder andere ook gekwalificeerd
op de informatie-avonden, waar opgetreden werd namens het college van b. en w., terwijl
een zelfde kwalificatie in de discussies in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening naar voren
werd gebracht. Erkend is dus dat thans de verkeerssituatie ter plaatse reeds onvoldoende
is. Straks, na realisering van de torenflat, is dat zeker het geval; een en ander zal een
zekere overlast te zien geven die moet worden opgelost. Door het ontbreken van voldoende
parkeerplaatsen en parkeerverboden langs de Dr. Botkeweg en de Hempenserweg zijn de
doorstroming en veiligheid van het verkeer niet voldoende gewaarborgd vanaf de spitsuren
van het werk-woonverkeer tot diep in de avond. Deze onvoldoende verkeerssituatie zal nog
ongunstig worden beïnvloed als straks de torenflat in gebruik is, waardoor tevens de ont
sluiting van de flat op genoemde tijdstippen ernstige belemmeringen zal ondervinden. Is het
college bereid a. in samenhang met de beoogde bebouwing zodanige verkeersvoorzieningen,
te weten parkeerplaatsen en parkeerverboden, te doen treffen dat een onbelemmerde en
verkeersveilige ontsluiting van het terrein van de woontoren is verzekerd en b. zonder dat
van vorenbedoelde samenhang sprake is terstond alle zodanige verkeersvoorzieningen te
doen treffen die nodig zijn om aan de thans bestaande^'belemmeringen in de verkeersdoor-
stroming, met alle verkeersonveiligheid van dien, tegemoet te komen?
De heer Van der WalReeds jaren geleden tijdens de discussie over het laatste uitbrei
dingsplan dat in de raad aan de orde is geweest - Wiardaburen - hebben wij er, als alterna-
