34
zodat ook het besluit van het college - dat is een nieuw element - er op toe te zien dat voort
aan alle diensten en bedrijven van deze koffie gebruik zullen maken uiteraard niet mijn
instemming heeft. Ik beperk mij nu tot het voorstel van het college, want daar draait het nu
om. De meerkosten zijn nu eenmaal gemaakt. Of die nu beïnvloed zijn door een vleugje opti
misme of veroorzaakt zijn door de ontwikkelingen op de wereldmarkt voor koffie, laat ik nu
maar in het midden. Het fonds is uitgeput. Enkele projecten zijn reeds in gang gezet. Be
stuurlijk gezien is het niet redelijk deze in dit stadium stop te zetten. Financieel-technisch
bekeken ligt het dus voor de hand dat deze taxatiefout daar terecht komt waar deze thuis
hoort en dat is de stelpost Reservering correcties wegens taxatiefouten. Dat gebeurt met
andere posten ook, naar mijn beste weten. Ik steun dus het voorstel van het college.
De heer Ybema: Ook mijn fractie heeft zich in de commissie uitgesproken tegen een uit
breiding van de invoering van solidariteitskoffieWij twijfelen aan de effectiviteit van dit
instrument en wij zijn daarom niet bereid om dit voorstel te steunen. Wij zijn realist genoeg
om te accepteren dat voor de kosten die in 1987 zijn gemaakt en die nu financieel worden
geconstateerd een dekking moet worden gevonden. Het gaat om een bedrag aan meerkosten
van zo'n f. 7.000, Wij kunnen er mee instemmen dat die kosten worden gedekt ten laste
van de post Reservering correcties wegens taxatiefouten. Wij hebben echter bezwaar tegen
een uitbreiding van deze post tot totaal f. 16.000, Er komt dan wel een kwart via de
rendabele sektor weer terug, maar per saldo moet wel f. 12.000,— uit deze post worden ge
dekt. Wij zouden er wat dat betreft de voorkeur aan geven om het geld voor de arme landen
op een andere manier via het Fonds Ontwikkelingssamenwerking te besteden aan projecten
direct in de arme landen.
De heer Kessler wethDe opmerking van de heer Bijkersma dat hij het niet met deze
dekking eens is neem ik voor kennisgeving aan. Het is een keuze die hier voorligt. Overi
gens merk ik nog wel op dat het hier niet zozeer om een taxatiefout gaat, maar meer om een
ontwikkeling op de wereldkoffiemarkt die niet kon worden voorzien. Koffiedik kijken is wat
dat betreft heel moeilijk! Er zijn zodanige stijgingen opgetreden dat wij met het oorspronke
lijke bedrag niet meer uit de voeten kunnen. Vandaar deze verhoging.
Op de vraag van de heer Bijkersma of en wanneer een en ander terugkomt in de raad
kan ik antwoorden dat deze kwestie niet weer wordt behandeld. Wij nemen thans in feite de
beslissing om het te verwerken in de verschillende begrotingsposten. Het punt komt dus
niet weer als expliciet besluitvormingspunt terug. Uiteraard staat het u vrij om er, dit
wetende, bij de begrotingsbehandeling toch nog een keer op terug te komen, omdat dan de
gehele begroting wordt vastgesteld.
De heer Buurman redeneert consequent. Ik kan daar verder niets aan toe- of afdoen.
Het college is het niet met de heer Ybema eens dat dit geld niet direct ten goede komt
aan de derde wereld. Het is een vorm van ontwikkelingssamenwerking, waarbij heel direct
de kleine boeren in de ontwikkelingslanden worden gesteund. Ook dat is, zij het dat het
niet een gerichte hulp is voor één bepaald project, wel degelijk een (kleine) bijdrage aan
het ontwikkelingsproces in de derde wereldlanden. In die zin is dit inhoudelijk gezien een
te motiveren beleid op het gebied van ontwikkelingssamenwerking.
De heer Bijkersma: De wethouder zegt dat nu ook het besluit wordt genomen tot ver
werking in de verschillende begrotingsposten. In het besluit dat thans voorligt gaat het om
een verschuiving van het tekort naar de stelpost Reservering correcties wegens taxatie
fouten. Hetgeen de wethouder nu naar voren brengt wordt niet voorgesteld. Daarvan heb ik
kennis genomen in de stukken van de Commissie voor de Financiën. Het is uiteraard zo dat
bij iedere begrotingsbehandeling over een en ander kan worden gesproken. Laat het voor
eens en voor altijd duidelijk zijn dat mijn fractie het niet eens is met deze gang van zaken
en dat dat ook voor de toekomst geldt, want anders zijn wij bezig met steeds maar te her
halen wat al een keer is gezegd.
Wat mij wel verwondert is het volgende. In de Commissie voor de Financiën is uitvoerig
over deze verschuiving gesproken. Een van de fracties sprak in ferme taal uit wat er alle
maal moest gebeuren en gaf zelfs aan bij welke firma de koffie moest worden gekocht. Die
fractie zwijgt nu en dat begrijp ik niet.
De heer Kessler (weth.): Aan het adres van de heer Bijkersma zou ik willen zeggen dat
ik mij onzorgvuldig heb uitgedrukt als ik gezegd zou hebben dat wij nu het besluit nemen.
Dat nemen wij pas bij het vaststellen van de begroting in december. De kwestie komt dan
echter niet expliciet als keuzepunt aan de orde.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat
de leden van de fracties van VVD en D66 wensen te worden geacht te hebben gestemd tegen
onderdeel 2 van de gemeentebegroting.
35
Punt 40.
De Voorzitter: Aan de orde is thans Onderzoek geloofsbrief van de heer P.R. Rozema.
De heer Koopmans: "Aan de gemeenteraad. Krachtens aanwijzing van de voorzitter van
uw vergadering hebben ondergetekenden: H.J. de Haan-Laagland, M.F. Koopmans en J.R.
Bijkersma de geloofsbrief onderzocht van het nieuw benoemde raadslid, de heer P.R. Rozema.
De heer P.R. Rozema is bij besluit van 17 juli 1987 van de voorzitter van het centraal stem
bureau ter verkiezing van de leden van de gemeenteraad benoemd verklaard tot lid van de
raad. De geloofsbrief met bijbehorende stukken is door de benoemdverklaarde binnen de door
de wet gestelde termijn ingezonden. Uit de ingezonden verklaring of op andere wijze is ons
niet gebleken, dat de benoemdverklaarde op het tijdstip, waarop over de toelating moet wor
den beslist, een met het raadslidmaatschap onverenigbare betrekking bekleedt. Voorts heeft
de burgemeester aan uw raad een uittreksel uit het bevolkingsregister overgelegd, waaruit
blijkt, dat de benoemdverklaarde zijn werkelijke woonplaats in de gemeente heeft. Wij kunnen
uw vergadering derhalve rapporteren, dat wij de geloofsbrief met bijbehorende stukken in
orde hebben bevonden. Daar overigens geen omstandigheden bekend zijn, op grond waarvan
de benoemde niet zou kunnen worden toegelaten, mogen wij u adviseren, de heer P.R.Rozema
toe te laten als lid van de raad van de gemeente Leeuwarden."
Aldus gerapporteerd in de vergadering van de gemeente Leeuwarden op 7 september 1987
en ondertekend door mevrouw De Haan-Laagland en de heren Koopmans en Bijkersma.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Commissie voor het onderzoek
van de geloofsbrieven.
De Voorzitter: Wij zijn hiermee gekomen aan het eind van deze raadsvergadering en dat
betekent dat wij afscheid nemen van de heer Buurman als raadslid. Ik beklemtoon dat want
hij wordt fractie-assistent en zijn opvolger die fractie-assistent was wordt raadslid. Zo wor
den de rollen ietwat omgedraaid en in het jargon dat niet helemaal passend is voor de krin
gen waaruit de heer Buurman komt zou je kunnen zeggen dat op deze wijze een verstandige
afkickperiode wordt ingevoerd.
Op 7 september 1982 is de heer Buurman voor de GPV/RPF/SGP-combinatie in de raad
gekomen. Hij heeft mij terstond duidelijk gemaakt toen ik hier kwam dat hij zelf lid is van het
GPV en dat mitsdien die partij ook als eerste vermeld moet worden bij het noemen van de
combinatie. Na enig oefenen ben ik daar redelijk in geslaagd, hoewel het iedere keer weer
even denken is waar ik mee moet beginnen. Maar thans kan ik GPV/RPF/SGP met een zekere
vlotheid uitbrengen. Wat dat betreft ben ik de combinatie waartoe de heer Buurman behoort
dankbaar dat zijn opvolger tot dezelfde groepering behoort, want anders zou er waarschijn
lijk verwarring ontstaan.
De heer Buurman is vanaf het begin van de oprichting van het GPV, zo'n 40 jaar geleden,
binnen deze partij in Leeuwarden actief geweest. Voordat hij in de gemeenteraad kwam heeft
hij reeds drie keer de kandidatenlijst van het GPV voor de gemeenteraadsverkiezingen aan
gevoerd. Maar de verkiezing lukte steeds net niet. Ik wil groot respect tot uitdrukking bren
gen voor de volharding waarmee hij zich steeds in de politieke strijd heeft geworpen. Toen
in 1982 een gecombineerde kandidatenlijst werd opgesteld stond de heer Buurman voor het
GPV als nummer één vermeld. Hij is wat dat betreft een pionier geweest voor zijn politieke
partij en voor de combinatie die zijn partij samen met RPF en SGP heeft gevormd.
De heer Buurman gaat nu vertrekken en ruimt zijn plaats in voor de heer Rozema die
als fractie-assistent al een stuk ervaring heeft kunnen opdoen. Hij zal zelf wat meer op de
achtergrond gaan werken. Het is erg verleidelijk om allerlei commissies en functies te gaan
noemen. Het is veel belangrijker om groot respect tot uitdrukking te brengen voor het werk
dat de heer Buurman toch in zijn eentje in deze raad moest verrichten. Hij had - dat hebben
wij goed kunnen merken - een uitstekende steunfractie die hem van de nodige ondersteuning
voorzag.
De inbreng van de heer Buurman is echter altijd zodanig geweest dat wij daar allemaal
nadrukkelijk naar luisterden. Hij is er in geslaagd een heel eigen geluid te laten klinken in
de raad. Een geluid dat heel vaak praktisch gericht was, maar op gezette tijden ook uiterst
principieel vanuit de eigen denkrichting geformuleerd. De heer Buurman stond daar dan
ook voor; het geluid was principieel op een heel zuivere manier. Dat heeft het onderhouden
van goede relaties met de politieke groeperingen in deze raad van zeer diverse origine nooit
in de weg gestaan. Af en toe werden wij dan ook blij verrast dat de heer Buurman opeens
met de groeperingen mee stemde waar wij van dachten dat er enige verschillen te bespeuren
zouden zijn als de politieke discussie zou worden aangegaan. Maar die handelwijze werd dan
ook wel weer ingegeven door een heel zuivere lijn van denken.
Wij respecteren dat de heer Buurman tussentijds zegt dat hij wat gas terug wil nemen.
Ook de jaren gaan tellen. Wij hebben dat goed begrepen. Het afscheid heeft bovendien als
aardige bijeenkomstigheid dat wij hedenavond een plak cake kregen aangeboden die afkomstig
was van de heer Buurman. Velen uwer hebben waarschijnlijk een andere oorzaak veronder
steld, maar die was er helemaal niet.
Wij zijn u, mijnheer Buurman, bijzonder erkentelijk voor de sfeer waarin u aan de discus
sies in deze raad hebt deelgenomen en de wijze waarop u met ons allen het contact hebt onder-