dat deze zaak pas na de begrotingsvergadering behandeld zou worden. Wel, die angst
heb ik weggenomen. (De heer Duijvendak: Ik was ook aanwezig bij de genoemde vergade
ring van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden. Andere voorstellen voor nieuw be
leid die op 14 en 15 december aan de orde komen zijn toen wel gewoon besproken. Er is
gezegd dat het onderhavige onderwerp in de Commissie voor het Onderwijs aan de orde
zou komen. Als je analoog redeneert, ik doel dan op de behandelwijze van andere voor
stellen voor nieuw beleid zoals het Gastouderproject, dan is het logisch dat dit punt in
de Commissie voor het Onderwijs aan de orde komt. Bovendien is er wat dat betreft een
toezegging gedaan in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden.) Voorstellen voor nieuw
beleid zijn niet in commissies besproken. Er bestond de mogelijkheid die in de afdelings
vergadering te bespreken. Nogmaals, deze voorstellen zijn niet expliciet in de commissies
aan de orde geweest. In de commissie is het Programma Sociaal-cultureel Werk, waarin
ook de tussenschoolse opvang is opgenomen, besproken. Daarom is deze zaak toen aan de
orde geweest. (De heer Duijvendak: Dat is juist het probleem. Het college heeft namelijk
een deel van de dekking van dit voorstel uit het sociaal-cultureel programma gehaald van
het totaal aan kinderopvang.) Nee, er ligt een voorstel nieuw beleid voor tussenschoolse
opvang. Dat voorstel wordt samen met de andere voorstellen nieuw beleid op 14 en 15
december besproken. Zo simpel is het. Ik kan het ook niet ingewikkelder maken.
De Voorzitter: Ik ga het nog simpeler maken. De stemming is aan de orde.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub M en N.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub O.
De Voorzitter: Dit punt luidt: Brief van 3 november 1987 van het Overlegplatform
Bedrijfsmatig Verkeer en Vervoer Friesland betreffende het op bepaalde tijden afsluiten
van een aantal straten in de binnenstad voor gemotoriseerd verkeer.
De heer Krol: De aan de orde zijnde brief gaat met name over het afsluiten van de
Nieuwestad en dergelijke. In het voorgestelde antwoord van b. en w. is een procedure
opgenomen om te komen tot besluitvorming. De procedure is als volgt. Er wordt eerst
geïnventariseerd. Wanneer die inventarisatie rond is dan komt men tot uiteindelijke be
sluitvorming. Ik vind dat een beetje mager.
Er is een hoorzitting geweest en er zijn namens de gemeente enkele toezeggingen ge
daan. De hoorzitting werd besloten door de voorzitter, iemand van de Dienst Stadsont
wikkeling, en er werd toen toegezegd dat er door middel van overleg - waarschijnlijk
door middel van groepjes betrokkenen - gekomen zou worden tot een plan van aanpak.
Naar mijn idee betekent dat dat er in ieder geval met de betrokken winkeliers zal moeten
worden overlegd over hoe men zal komen tot een plan van aanpak. Ook de Overlegcom
missie voor het midden- en kleinbedrijf zal daarbij moeten worden betrokken. Daarna zal
er mijns inziens pas tot besluitvorming overgegaan kunnen worden door middel van de
Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting en de gemeenteraad.
De heer Timmermans (weth.): Ik ben niet bij de door heer Krol genoemde hoorzitting
aanwezig geweest. Ik ben van mening dat alle argumenten zo langzamerhand door de ver
schillende partijen wel naar voren zijn gebracht. Het verslag van de hoorzitting dat in
de krant is opgenomen wekt de indruk dat er toezeggingen zijn gedaan. Ik wacht het
verslag van de hoorzitting af. Zelf heb ik de indruk dat wij alle argumenten wel zo'n
beetje kennen. Tijdens de hoorzitting zijn vooral de tegenargumenten naar voren ge
bracht. Het zal u bekend zijn dat er voor die hoorzitting nogal een groot aantal argu
menten voor zijn geformuleerd. Wij zullen alle argumenten op een rij zetten en wegen en
met een voorstel komen. Dat voorstel zal worden behandeld in de Overlegcommissie voor
het midden- en kleinbedrijf en vervolgens in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting, want ik denk dat dat de meest toegespitste commissie is. Daarna kan
de raad een keuze doen.
De heer Krol: Uiteraard zijn er voor's en tegen's, maar daar laat ik mij niet over
uit. Het gaat mij alleen om de procedure. De wethouder zegt dat hij het kranteverslag
van de hoorzitting heeft gelezen. Ik heb het verslag van de hoorzitting bij mij en daarin
staat dat er - dat is een toezegging van de voorzitter van die vergadering - verder zal
5
worden overlegd met betrokkenen over een plan van aanpak. Ik vind dat wij, wanneer
een dergelijke uitspraak namens de gemeente wordt gedaan, daar dan ook aan gehouden
zijn. Ik kan mij dus voorstellen dat er nog een overlegronde komt met de winkeliers en
dat deze zaak vervolgens aan de orde komt in de Overlegcommissie voor het midden- en
kleinbedrijf, de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting en de gemeen
teraad.
Ik zou er dus voor willen pleiten om datgene wat is toegezegd ook uit te voeren.
De heer Pruiksma: Ik zou graag van de wethouder willen weten wat een „toegespit
ste" commissie is.
De heer Ten Hoeve: Hoewel ik het verslag van de hoorzitting nog niet heb - overi
gens was ook ik daarbij aanwezig -, vraag ik mij af of er niet een misverstand dreigt.
Toentertijd is er gesproken over het wel of niet nemen van deze maatregel. Op de be
wuste avond van de hoorzitting was er een behoorlijk aantal tegenstanders. Toen is door
de voorzitter gezegd dat die mening zou worden overgebracht en dat bekeken zou worden
of de procedure zoals die gedacht was voortgezet zou worden. Daarnaast is toegezegd
dat, wanneer er eenmaal wel of niet een keuze gemaakt is, er dan natuurlijk over de ma
nier van uitvoering overleg zal zijn. Maar dat is een heel andere zaak. (De heer Krol: Ik
heb de indruk dat de heer Ten Hoeve niet meer helemaal weet hoe het is gegaan. Hij
moet zich mijns inziens ook baseren op het verslag. Daarin staat een toezegging. Ik vind
dat wij ons aan de toezegging moeten houden.)
Ik wil mijn standpunt baseren op het feit dat wij in de raad de keuzes bepalen, na
dat op hoorzittingen en dergelijke argumenten voor en tegen naar voren zijn gebracht.
Het is niet zaak om dan achter standpunten van de een of andere groep aan te lopen. Op
basis van wat van verschillende kanten naar voren is gebracht moeten politieke keuzes
worden gemaakt en die moeten niet uitentreuren worden uitgesteld. (De heer Krol: Wij
hechten aan toezeggingen.)
De heer Burg: Ik heb de indruk dat de heer Ten Hoeve nu al een voorschotje neemt
op de komende discussie. De heer Krol heeft het louter gehad over de procedure. Wat
dat betreft wil ik mij geheel bij hem aansluiten. Ook ik heb begrepen dat er tijdens de
hoorzitting een toezegging is gedaan dat er nader overleg zal worden gepleegd. Dat
blijkt ook uit het door de heer Krol voorgelezen citaat uit het verslag dat ik overigens
ook nog niet heb. Wij moeten ons louter aan de procedurele gang van zaken houden.
De heer Timmermans (weth.): Het is te doen gebruikelijk dat, wanneer er toezeggin
gen gedaan worden, dat door het college gebeurt en niet door mensen die een hoorzitting
organiseren. De argumenten die naar voren zijn gebracht zullen wij opnieuw wegen. (De
heer Krol: Is die toezegging niet namens het college gedaan?) Nee, maar dat geldt ook
voor u als u een uitspraak doet. (De heer Ten Hoeve: Zo is dat tijdens de hoorzitting
ook niet gezegd. Er is uitdrukkelijk gezegd dat een en ander aan het college voorgelegd
zou worden.) (De heer Van der Wal: Het verslag van deze vergadering is ook nog niet
vastgesteld!) Het college zal de argumenten die naar voren zijn gebracht tijdens de
hoorzitting wegen ten opzichte van andere argumenten. Als wij het gewenst vinden om
nader overleg te plegen met betrokkenen dat zullen wij dat zeker niet nalaten. Maar als
wij de stellige overtuiging hebben dat de tijdens de hoorzitting genoemde argumenten niet
nieuw zijn, dan is het volgens ons gewoon zinloos om dan nog een keer een overlegronde
te maken. Wij zullen dan overgaan tot concept-besluitvorming in het college. Dat besluit
zal in de verschillende commissies worden besproken. Iedereen, dus ook de betrokken
winkeliers, kan dan in het openbaar zijn standpunt naar voren brengen. Ik denk dat de
ze zaak dan wel redelijk is uitgekauwd om tot besluitvorming te komen.
Tot slot de vraag van de heer Pruiksma. Toegespitste commissies kunnen commissies
zijn die uitsluitend worden samengesteld voor dit soort zaken. De heer Pruiksma heeft
echter gelijk dat dat in dit geval niet de bedoeling is.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub P.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 4 t.e.m. 11 (bijlagen nrs. 375, 385, 389, 362, 363, 364, 376 en 368).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.