12 woningstichting wat betreft de verhuiskostenvergoeding. Er wordt in dat kader gewerkt aan een zo efficiënt mogelijke regeling zonder allerlei ingewikkelde procedures om een en ander zo snel mogelijk te kunnen uitvoeren. Over de herhuisvesting kan ik nog medede len dat er recent weer overleg is geweest tussen de Federatie van Leeuwarder Woning corporaties en het gemeentebestuur. Tijdens dat overleg is de afspraak herbevestigd dat probleemgevallen pondspondsgewijs over de corporaties zullen worden verdeeld. Niet-pro- bleemgevallen worden aan de hand van de normale woningtoewijzingssystematiek behan deld Mevrouw Jongedijk en ook andere woordvoerders hebben gevraagd naar de laatste stand van zaken met name in relatie tot de berichten in de krant. De heren Van der Wal en Rozema hebben twijfels uitgesproken over het zoeken van een oplossing in de richting van studentenhuisvesting. Het lijkt mij niet in het belang van de werkwijze die wij de komende maanden gaan hanteren om nu alle mogelijkheden en onmogelijkheden met elkaar door te spreken. Ik heb in de commissie al aangegeven dat er een behoorlijk aantal mogelijkheden voor een nieuwe beheersvorm aanwezig is. Ik heb toen dacht ik vijf mogelijkheden genoemd. De heer Ybema heeft ze vanavond ook nog eens geformuleerd. Wij zijn nu in de fase dat wij alle suggesties/mogelijkheden afwegen. Ik wil er overigens op wijzen dat het niet zo is dat het gemeentebestuur alleen bepaalt wat er gebeurt, want er is ook een eigenares die daar grote belangen heeft liggen. Wij zullen samen met de woningstichting een zoda nige oplossing proberen te vinden dat de bewoonbaarheid van de buurt en met name van de S8-flat daarbinnen op de langere termijn verzekerd is. De heer Van der Wal heeft terecht geconstateerd dat de Meenthe en de S8-flat als onderdeel daarvan als een molensteen om de nek hangt van de woningstichting. Die con statering is al eens eerder gedaan. Welke oplossing ook gekozen wordt, uiteindelijk zal de corporatie een aanzienlijk verlies blijven lijden aan de Meenthe. In het plan van aan pak is ook al aangegeven dat het alleszins de moeite loont/verstandig is om een nieuwe beheersvorm voor de Meenthe of voor een deel daarvan te kiezen, in die zin dat andere eigenaren zich daarmee gaan bemoeien. Wij zullen dus de komende maanden alle mogelijk heden die er zijn en worden aangedragen naast elkaar zetten en gezamenlijk met de wo ningstichting komen met een voorstel voor aanpak van dat specifieke onderdeel. De heer Sijbesma heeft ook namens zijn fractie ingestemd met het voorstel. Hij pleit voor een duidelijk tijdspad. Op dit moment is het zo dat de projectleider voor het gebied is aangetrokken. Wij hopen op korte termijn de netwerkplanning - het vastleggen van welke stappen achtereenvolgens dan wel gelijktijdig genomen moeten worden - te realise ren en de financiële consequenties van een en ander daaraan te koppelen. Zo snel moge lijk hopen wij daar inzicht in te krijgen zodat er concreet gewerkt kan gaan worden voor zover er nu al niet gewerkt wordt op een aantal onderdelen. Maar ik ben het er mee eens dat die helderheid er moet komen. Ik heb in de commissie al aangegeven dat wij zullen trachten de raad daarover zoveel mogelijk blijvend te informeren. De heer De Beer heeft uitgesproken dat wat zijn fractie betreft de enige kans van slagen voor de Meenthe is de sloop van de S8-flat. Er mogen wat de VVD-fractie betreft geen risico's en dergelijke meer worden gelopen. Ik weet eigenlijk niet zo goed, mijnheer de voorzitter, hoe ik die opmerking moet begrijpen. Het plan van aanpak geldt natuurlijk niet alleen voor de S8-flat, maar geldt voor de hele buurt. Hoe wij het ook wenden of keren, de S8-flat is structureel niet anders als de S5-flat of de S12-flat. Moet ik uit uw verhaal afleiden, mijnheer De Beer, dat, wil de wijk geen risico meer lopen/een kans van slagen hebben, in principe die andere flats ook gesloopt moeten worden? Want dat is ei genlijk de consequentie van uw benadering. Ik heb daar nog geen argumenten voor ge hoord. Overigens stemt de heer De Beer in met het plan van aanpak, maar hoe een en ander met elkaar in relatie staat is mij niet geheel helder. Ik ben in de loop van mijn antwoord al ingegaan op diverse opmerkingen van de heer Ybema. Hij heeft nogmaals benadrukt dat wat hem betreft de beslissing over de S8-flat vanavond een voorlopige beslissing is. Wij hebben afgesproken dat wij gedurende het ge hele proces terug zullen koppelen en dat wij ons opnieuw kunnen beraden over te nemen stappen. Dat geldt niet alleen voor de S8-flat, maar ook voor een aantal andere maatre gelen. Het doel is uiteindelijk de verbetering van de buurt. Wij kunnen nu niet met el kaar exact inschatten waar de meeste accenten zullen moeten worden gelegd, welke maat regelen het beste doorwerken, en dergelijke. Ik vind dat wij met elkaar de ruimte moeten houden om op ieder moment nieuwe gedachten/ideeën te verwerken. De heer Van der Wal geeft een wat engere interpretatie van de toezegging die ik in de commissie heb gedaan. Wij zijn met elkaar van mening dat de Woningstichting Leeuwar- den-Leeuwarderadeel verlost moet worden van de hele Meenthe of een deel daarvan. Ik heb de opmerking van de heer Van der Wal onderschreven dat er voordat wij met de verhuur gaan beginnen duidelijkheid moet zijn. Ik ga echter niet zover als de heer Van der Wal dat de verhuur per se pas kan plaatsvinden nadat er absolute duidelijkheid is over de beheersvorm. Ik kan mij namelijk een mogelijkheid voorstellen waarin het verhu 13 ren verantwoord is zonder dat wij precies weten naar welke andere corporatie of stich ting het gebouw zal gaan. Wel heb ik toegezegd - ik doe die toezegging ook gestand - dat voordat met de verhuur wordt begonnen de commissie zal worden gehoord opdat de commissieleden op basis van de dan beschikbare argumenten hun mening kunnen geven. Tot slot de heer Rozema. Hij is akkoord met de voorgestelde aanpak en wijst nog eens op het grote belang van de sociale veiligheid in de buurt. Die veiligheid mag reeds blijken uit het feit dat een van de eerste maatregelen is het afsluiten van de algehele toegang, de liften en de verschillende galerijen. Wat dat betreft delen wij dus de opmer king van de heer Rozema. Wat betreft de politiesurveillance denk ik dat de voorzitter daar wel een opmerking over wil maken. Ik wil hiermee volstaan, mijnheer de voorzitter. De Voorzitter: Ik wil een paar opmerkingen maken over het politietoezicht. In de raadsbrief staat dat daar nog nadere afspraken over moeten worden gemaakt. Dat neemt niet weg dat het mij bekend is dat reeds geïntensiveerd toezicht wordt gehouden, al zal dat niet door iedereen als zodanig worden waargenomen. Maar het is zeer gericht wat daar gebeurt. Wat betreft de wijkagent moet ik u zeggen dat ik dit soort verhalen ook wel heb ge lezen. Over het algemeen ben ik niet gewend om op dergelijke verhalen die langs allerlei andere wegen tot mij komen te reageren. Ik denk toch dat er wel wat misverstanden zijn. Er is nimmer een wijkagent speciaal alleen voor de Meenthe geweest. De man heeft altijd een veel ruimere taakstelling gehad. Na de wisseling van de wacht is dat nog steeds zo. De vraag of er een wijkagent komt alleen voor de Meenthe moet met nee worden be antwoord. In het kader van de hele reorganisatie van het werk waarbij het de bedoeling is meer politiemensen op straat te krijgen - wij krijgen nog een gelegenheid om daarover met elkaar van gedachten te wisselen - past dit niet. Het is mij wat te vroegtijdig om, als je op 1 oktober begonnen bent met een andere wijze van werken, in de kortste keren te roepen dat het geen succes is. Dat is een vorm van behoudzucht die zich vaker voor doet wanneer je op gewijzigde methodes overgaat. Je moet natuurlijk een nieuwe methode ook een kans van slagen geven. Er zijn ook allerlei verhalen geweest over het al of niet houden van een spreekuur. Ik heb mij er van ver gewist dat de wijkagent gewoon zijn spreekuur houdt en daarvoor de ruimte krijgt. Als dat niet zo is dan kan men zich daarover met de korpsleiding ver staan, want er zijn heel nadrukkelijke afspraken over gemaakt. Binnen het raam van de mogelijkheden zal de Meenthe zo veel mogelijk in het toezicht worden betrokken. Daarbij is het uit de aard der zaak al heel goed dat er inmiddels een huismeester is aangesteld. Dat past ook in de hele filosofie van het rapport Samenleving en Criminaliteit. Het komt mij voor dat een goed samenspel tussen wijkagent, maar überhaupt tussen de politie en de huismeester een heel nuttige functie kan vervullen. Aan de orde is de tweede termijn. Mevrouw Jongedijk-WellesIk ben in grote lijnen wel tevreden met het antwoord van de wethouder. Hij heeft het steeds over een barometer. Ik hoop dat die ons veel hoge- drukgebieden brengt en weinig depressies, want dan zitten wij een eind in de goede richting. Ik heb de suggestie gedaan om, vooruitlopend op de nota Buurtbeheer en Bewoners participatie, de Meenthe als speerpunt naar voren te halen en eventuele experimenten met projectsubsidies te starten. Ik heb daar geen antwoord op gekregen. Wat het sociaal-cultureel plan betreft. De wethouder zegt dat er eigenlijk nog meer ruimte is gemaakt in het plan. Wij zullen bij de beoordeling van dat plan bekijken of die ruimte inderdaad naar onze mening voldoende is. Maar zoals wij er nu tegen aan kijken denken wij dat deze zaak wel wat meer accent zou kunnen krijgen. Dan een opmerking over de criteria. De wethouder zegt dat het heel moeilijk is dat soort dingen objectief op papier te zetten. Ik denk ook dat dat heel moeilijk is, maar wij vinden het toch belangrijk dat die criteria inzichtelijk zijn. Voor iedereen moet duidelijk zijn waar op beoordeeld wordt. Er moeten niet allerlei subjectieve zaken een rol in gaan spelen. In de richting van de VVD-fractie wil ik opmerken dat ik het toch wel een heel ge makkelijke houding vind om te zeggen dat de S8-flat maar afgebroken moet worden en dat er maar een trapveldje aangelegd moet worden. Een trapveldje van 5 miljoen gulden! Ik denk dat Cambuur er jaloers op zou zijn. De heer Ybema: Ik heb van de wethouder begrepen dat hij het eigenlijk met mijn conclusie eens is dat wij vanavond een voorlopige beslissing nemen. Er zijn ongeveer drie maanden uitgetrokken om tot nadere voorstellen te komen over de definitieve beheers vorm. Het zou volgens mij kunnen zijn dat die nieuwe beheersconstructie leidt tot een voorstel voor de aanpak voor de komende jaren die er op onderdelen nogal anders uitziet.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1987 | | pagina 7