30
opstelling om het uiteindelijke onderwijsaanbod zo gevarieerd mogelijk te doen zijn. Hoewel
de rol als bevoegd gezag heel gering is, zijn er misschien mogelijkheden in de rol van in
termediair tussen de verschillende bevoegde gezagen, om op die manier het eindresultaat
zo goed te doen zijn als bij het hbo.
De raad, voorzitter, moet niet alleen in naam, maar ook feitelijk het hoofd van de ge
meente zijn. Daar is iedereen het mee eens. Toch is ook in Leeuwarden die situatie nog
niet bereikt. Daar komt dan nog bij dat door de machtsverhoudingen in deze raad de be
sluitvorming vrijwel volledig ^rdt bepaald door de PvdA. Dat is geen verwijt in de rich
ting van de PvdA, maar gewoon een gevolg van de getalsverhoudingen in deze zittingspe
riode. Deze situatie betekent echter wel dat de positie van alle andere fracties getalsmatig
gezien relatief zwak is en, als gevolg daarvan, een verdere verzwakking van de positie
van de raad als hoofd van de gemeente. Voorzitter, D66 stelt daarom voor dat het college
in overleg met alle raadsfracties het komende jaar concrete voorstellen formuleert ter ver
sterking van de positie van de raad. Daarbij zal aansluiting moeten worden gezocht bij
het lopende organisatieontwikkelingsproces. Dit voorstel heb ik verwoord in een motie die
als volgt luidt.
Motie 8.
„De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
14 en 15 december 1987,
overwegende dat:
- de raad niet alleen in naam maar ook feitelijk het hoofd van de
gemeente moet zijn;
- de positie van de raad van de gemeente Leeuwarden nog verder
kan worden versterkt;
- voorstellen voor het versterken van de positie van de raad
zouden moeten worden geëffectueerd in het thans lopende orga
nisatieontwikkelingsproces
draagt het college op in overleg met alle raadsfracties in 1988
concrete voorstellen te doen ter versterking van de positie van
de raad,
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is pro forma mede-ondertekend door de heer Van der Wal. (De Voorzitter: De
motie is voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Voorzitter, bij het versterken van de positie van de raad moet bijzondere aandacht
worden gegeven aan de informatievoorziening aan de niet in het college vertegenwoordigde
fracties. Zo staat het ook in het collegeprogramma beschreven. En het was tegen deze
achtergrond toen ik bij de desbetreffende afdelingsvergadering bij het college aandrong
op het wekelijks aan alle raadsleden toezenden van het besluitenlijstje van b. en w. Dit
voorstel, dat in het verleden meerdere malen en vanmiddag opnieuw door de VVD-fractie
is geformuleerd, herhaal ik namens D66 bij deze gelegenheid. Voorzitter, ik hoop dat het
college deze keer aan deze wens tegemoet zal komen. Ik zou het zeer betreuren als het
college door een motie van VVD en D66 tot toezending zou moeten worden gedwongen.
Financiële beschouwingen.
Vorig jaar lag bij de algemene beschouwingen een beleidsplan voor waar, door een
aantal ontwikkelingen, de financiële bodem onder was weggeslagen. Dit heeft vervolgens
geleid tot een aanvullende herwaarderingsoperatie, waarbij eind april van dit jaar pijnlijke
beslissingen zijn genomen. Daarmee is volgens D66 een belangrijke aanzet gegeven tot een
sanering van de gemeentelijke financiële situatie. Maar wij zijn er nog niet. Dat blijkt wel
uit het opnieuw tegenvallende rekeningstekort over 1986, een tekort van nota bene 11,4
miljoen. Voorts zijn door het college ook al weer tegenvallers ten opzichte van het thans
voorliggende beleidsplan gesignaleerd. Gelukkig is er ook sprake van een belangrijke
meevaller.
Bij de in mei 1988 uit te brengen voorjaarsnota krijgt de raad voor het eerst als on
derdeel van een vaste procedure inzicht in de dan actuele financiële situatie en de stand
van zaken ten aanzien van het de komende dagen vast te stellen beleidsplan 1988-1992.
Deze procedure, waarvoor D66 jarenlang heeft gepleit, betekent een belangrijke verbete
ring van de betrokkenheid van de raad bij het financiële beleid en een vergroting van de
mogelijkheden voor politieke sturing door de raad.
Voorzitter, D66 heeft steeds aangedrongen op een proces van permanente herwaarde
ring. Volgens ons zal van jaar tot jaar, ook bij een meerjarig sluitend beleidsplan, sprake
moeten zijn van een afweging van bestaand beleid tegen nieuw beleid. Het college onder
schrijft die benadering, zo heeft wethouder Kessler verklaard. Dit betekent echter wel
dat, indien bij de voorjaarsnota blijkt dat het beleidsplan 1988-1992 geen grotere tekorten
vertoont dan nu het geval is, er besloten zal moeten worden tot een beperkte aanvullende
herwaardering voor de jaren 1992 en 1993 om daarmee de raad in december 1988 in staat
31
te stellen bestaand beleid voor 1992 en 1993 af te wegen tegen nieuwe beleidsinitiatieven.
Onderschrijft het college deze uitwerking van de keuze voor een proces van permanente
herwaardering?
Bij de besluitvorming over het beleidsplan 1988-1992 heeft de raad een goed zicht op
de actuele financiële situatie. Alleen de vertraging bij het sociaal-cultureel programma
1988 verstoort het totale beeld toch weer enigszins. Dit gaat voor een deel ten koste van
goede afweging bij de besluitvorming en daarmee ten koste van de kwaliteit van de be
sluitvorming. Het college zal er voor moeten zorgen dat deze situatie van besluitvorming
over het sociaal-cultureel programma na de behandeling van het beleidsplan niet weer
voorkomt
In het beleidsplan 1988-1992 is een verhandeling opgenomen over het tarievenpakket
in Leeuwarden in vergelijking met andere gemeenten. Daaruit blijkt dat volgens het Til-
burgse overzicht de belastingdruk van de drie belangrijkste heffingen (de ogb, de afval
stoffenheffing en de rioolrechten) uitgedrukt in een bedrag per woning, vergeleken met
21 andere grote en middelgrote gemeenten voor Leeuwarden op een drietal gemeenten na
het laagste is. Voorzitter, D66 vindt deze voorstelling van zaken toch enigszins mislei
dend. Ten eerste omdat Leeuwarden relatief veel woningen per inwoners heeft en ten
tweede omdat woningen geen gemeentelijke belastingen hoeven te betalen. Met andere
woorden, de belastingdruk uitgedrukt in een bedrag per inwoner vinden wij een betere
factor. Een berekening aan de hand van datzelfde Tilburgse overzicht leert dan dat
Leeuwarden voor de belastingdruk van de drie eerder genoemde heffingen, maar dan uit
gedrukt in de gemiddelde opbrengst per inwoner, behoort tot de top-10 van Nederland.
Om precies te zijn, Leeuwarden komt op de negende plaats. En dat geldt dan voor de cij
fers voor 1987. Als ook nog wordt meegeteld de beslissing die de raad - tegen de zin van
D66 in - in april van dit jaar heeft genomen om de afvalstoffenheffing in de jaren 1988,
1989 en 1990 in drie stappen te verhogen tot een volledig kostendekkend niveau, dan na
dert de gemeente Leeuwarden zelfs de top-5. De conclusie kan dan ook niet anders zijn
dan dat de belastingdruk in Leeuwarden hoog is.
Voorzitter, deze feiten zullen onder ogen moeten worden gezien. De gemeente zal veel
terughoudender moeten zijn met tariefsstijgingen. Sterker, de komende jaren zal het be
leid gericht moeten worden op geleidelijke tariefsverlagingen.
Mijnheer de voorzitter, de komende jaren zullen worden gekenmerkt door grote, dy
namische veranderingen in de stad Leeuwarden, verdere veranderingen in het optreden
van de gemeente naar het publiek en het bedrijfsleven en ingrijpende veranderingen bin
nen het gemeentelijk apparaat. Stuk voor stuk positieve veranderingen en dat geeft ver
trouwen in de toekomst van onze gemeente.
Ik dank u wel.
De neer Rozema: Mijnheer de voorzitter. Bij de jaarlijkse algemene beschouwingen is
het volgens mijn fractie een goede zaak eens wat ruimer om ons heen te kijken. De lande
lijke politiek van de partijen staat nu eenmaal niet los van de politiek die wij hier in de
gemeenteraad van Leeuwarden bedrijven. Wie een beetje meeleeft kan vaststellen dat lan
delijk nogal wat in beweging is. Bij de PvdA lijken de panelen te gaan schuiven. Een
commissie onder leiding van het Tweede Kamerlid, de heer Pronk, heeft immers de knup
pel in het hoenderhok geworpen. Het gaat om de discussienota die als titel meekreeg
Schuivende panelen, continuïteit en vernieuwing in de sociaal-democratie. De commissie
stelt in het rapport een aantal dogma's ter discussie. Ik zal dit niet nader uitwerken.
Terloops wijs ik erop dat de voorzitter van de PvdA, mevrouw Sint, zich ergens in de
nazomer van dit jaar reeds liet ontvallen dat haar partij het spoor bijster is in deze mo
derne tijden. Ideologisch zou de partij te lang zijn blijven hangen aan dogma's als: „groei
is slecht", „individualisering moet" en „arbeidsverkorting levert banen op". Opruiming
van dogma's? Intussen heeft de voorzitter van de PvdA-Tweede Kamerfractie, de heer
Kok, zich laten gelden door het hoofd van de heer Pronk tussen de schuifdeuren te
plaatsen. Wij blijven op enige afstand belangstellend toezien.
Wij zullen moeten afwachten welke conclusie de achterban zal trekken uit „schuivende
panelen" en welke gevolgen dit zal hebben voor de gemeentelijke politiek van de PvdA.
Voorlopig moeten wij het stellen met een PvdA die weliswaar heeft besloten tot „verbou
wing", maar dat de „verkoop" gewoon doorgaat. Onmiskenbaar is evenwel dat de PvdA op
weg is naar wat men wel „het politieke midden" noemt.
De heer Voorhoeve, voorzitter van de Tweede Kamerfractie van de VVD, liet tijdens
een verkiezingscampagne weten dat ook de VVD naar het midden zou moeten opschuiven.
Hoeveel diep-denken achter die opmerking schuil gaat, is mijn fractie nooit duidelijk ge
worden. In elk geval liet de VVD tot nu toe na dit herkenbaar uit te werken. Duidelijk is
wel dat de VVD aanbevelingen blijft doen in de sfeer van „meer markt, minder overheid",
wat men daar passend acht bij een zogenaamde dynamische samenleving, gekenmerkt door
individualisering en een yuppie-cultuur.
Het CDA wil in tegenstelling tot de individualiseringsgedachte bij de VVD het ge-