10
dringt er bij provinciale staten op aan te bewerkstelligen dat de
provincie gezamenlijk met de gemeente Leeuwarden blijft pleiten
voor de onverkorte rijksstatus van het Princessehof en dat - zo
lang dat doel nog niet volledig is bereikt - de provinciale mede
verantwoordelijkheid voor de instandhouding van het Princessehof
op basis van de huidige verdeelsleutel (naar evenredigheid) ge
handhaafd blijft.
De motie is mede-ondertekend door de heer Ten Hoeve. (De Voorzitter: De motie is vol
doende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Wij zijn overigens bereid de gemeentelijke inspanningen voor het Princessehof voorals
nog te handhaven.
In de tweede plaats wil ik stilstaan bij de situatie rond de Westerkerk. De PvdA-frac-
tie vindt dat de restauratie van de Westerkerk niet langer uitgesteld kan worden. Het
verval schrijdt voort en onherstelbare schade dreigt. Het onderbrengen van een concert
zaal in de Westerkerk lijkt een goede en serieuze mogelijkheid. Wanneer onverhoopt be
sluitvorming hierover te lang op zich laat wachten, moet in de loop van 1988 met de res
tauratie van het casco worden begonnen.
Een aantal kanttekeningen wil ik ook plaatsen bij het onderwijsbeleid. Mijnheer de
voorzitter, wij zijn zeer te spreken over het beleid op het terrein van het onderwijs. Op
het hbo ben ik al eerder ingegaan.
De voorkeursbehandeling van vrouwen bij leidinggevende functies in het onderwijs.
Deze maatregel, die in feite te maken heeft met het algemene personeelsbeleid, is recente
lijk nogal in het nieuws gekomen. Het beleid in deze is overigens geheel in overeenstem
ming met het collegeprogramma dat op een breed draagvlak in de raad steunt. Het college
geeft actief uitvoering aan een welbewust door deze raad vastgesteld beleid. Wij steunen
het college in deze dan ook volledig en voelen ons daarbij gesteund door cijfers die er
niet om liegen. Slechts 1,8% van alle directeursfuncties in het voortgezet onderwijs in Ne
derland wordt door een vrouw bekleed en in Leeuwarden nog niet door één. Het aantal
vrouwelijke directeuren in het basisonderwijs is eveneens zeer gering. Helaas is de ge
meente Leeuwarden slechts een van de weinigen die structureel op dit punt aan de ach
terstandspositie van vrouwen het nodige wil doen.
Mijnheer de voorzitter, het zal u niet verbazen dat wij ook in deze algemene beschou
wingen een moment stil staan bij de financiële situatie van de gemeente. Vorig jaar was
dat in de algemene beschouwingen een van de hoofdthema's. In het afgelopen jaar werden
veel discussies beheerst door het geld. Ook nu is het helaas nog zo dat dekking van
voorstellen vaak het grootste probleem is. Op het terrein van het financieel beheer is
duidelijk vooruitgang geboekt. De inmiddels vastgestelde nota Middelenbeheer is in die zin
een stap in de goede richting. Het laat echter onverlet dat de beheersing van de uitga
ven ook in de komende jaren centraal dient te staan. Aandacht voor het middelenbeheer
achten wij, mede tegen de achtergrond van de in december 1986 door ons ingediende mo
tie, onverminderd belangrijk. Verder noem ik met name de analyse van de rekeningscij-
fers waar nu hard verder aan gewerkt moet worden.
Wij zijn gelukkig met het idee van een voorjaarsnota. Wat ons betreft bevat die nota
niet alleen actuele informatie over de financiële situatie, maar legt zij de raad ook al vast
politieke keuzes voor ten aanzien van het te voeren beleid.
Uiterst vervelend in financieel opzicht is het feit dat het sociaal-cultureel programma
nog niet kan worden vastgesteld. Samen met een aantal onduidelijke herwaarderingsrap
portages vormt dit een financieel risicowaarvan wij de gevolgen op dit moment niet kun
nen overzien.
Mijnheer de voorzitter, ook dit jaar moest onze fractie bij de algemene beschouwingen
afwegen welke onderdelen van beleid de meeste aandacht vereisten. Wij kozen voor het
werkgelegenheidsbeleid dat ondersteuning vraagt van een goed pr-beleid en voor de soci
ale ongelijkheid en het minimabeleid. Verder heb ik voor een aantal terreinen kort aange
geven aan welke zaken en op welke manier naar ons idee de komende jaren verder ge
werkt moet worden. De noodzakelijke beperking die wij ons hebben opgelegd bij het sa
menstellen van de algemene beschouwingen had tot gevolg dat een aantal op zich ook be
langrijke onderwerpen nu niet aan de orde is gekomen.
Het reorganisatieproces is op gang gebracht en zal in de komende jaren zijn beslag
krijgen. Dit neemt niet weg dat in de tussentijd knelpunten in de organisatie opgelost
moeten worden. Over een aantal onderdelen van de organisatie hebben wij onze zorg. Wij
denken daarbij aan de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting waar de plan
ning van werkzaamheden duidelijk verbetering behoeft. Daarnaast denk ik aan het niet
gereedkomen van het sociaal-cultureel programma en de onduidelijkheid over de herwaar
deringsrapportages
Op het welzijnsbeleid willen wij graag wat uitvoeriger ingaan bij de bespreking van
het sociaal-cultureel programma. Homobeleid en taalbeleid staan apart op de agenda. In
het kader van het vredesbeleid dan wel het anti-discriminatiebeleid komt binnenkort het
gemeentelijk beleid ten aanzien van Zuid-Afrika aan de orde.
Ook het beleidsplan van de politie zal binnenkort in de raad behandeld worden, zodat
ook het terrein van de openbare orde nu niet aan de orde is gekomen.
Verder ben ik niet apart ingegaan op een aantal belangrijke maatschappelijke ontwik
kelingen, zoals de op ons af komende informatiemaatschappij, de vrijwel zekere toename
van vrije tijd, de toenemende individualisering, de vergrijzing en de toenemende marktge
richtheid van de overheid.
Dat grote groepen burgers het steeds moeilijker krijgen is niet een specifiek Leeu
warder probleem. Het is de politiek die, inspelend op dergelijke maatschappelijke ontwik
kelingen, bepaalt of de sociale ongelijkheid groter dan wel kleiner wordt. Het is duidelijk
dat de PvdA nog steeds forse kritiek heeft op het huidige regeringsbeleid. Wij als lokale
PvdA-bestuurders zullen dan ook niet nalaten, daar waar mogelijk, de marges die de wet
ons laat te benutten om het beleid van dit kabinet bij te sturen op die punten waar be
paalde groepen onterecht de dupe worden. Een aantal directe en indirecte gevolgen van
het regeringsbeleid vormen ook een bedreiging voor de leefbaarheid van onze stad. Maar
dat is nog geen reden om in doemdenken te vervallen. Met een slagvaardig en creatief
gemeentelijk beleid kan het voor ons niet altijd gunstige tij wel degelijk worden gekeerd.
De PvdA-fractie zal zich ook het komende jaar daarvoor inzetten.
Rest mij nog het college en alle andere gemeentelijke medewerkers te bedanken voor
hun inzet in het afgelopen jaar.
De heer Pruiksma is inmiddels ter vergadering gekomen.
De heer Koopmans: Mijnheer de voorzitter. In de bijdrage van de CDA-fractie aan de
algemene beschouwingen ter gelegenheid van het beleidsplan 1987-1991 is in belangrijke
mate aandacht geschonken aan de economisch slechte situatie waarin naar onze zienswijze
de provincie Friesland in het algemeen en onze gemeente in het bijzonder verkeert. Ook
deze algemene beschouwingen zullen in belangrijke mate in het teken staan van het econo
misch reilen en zeilen van onze gemeente. Immers, voorzitter, de toestand van de econo
mie is in zekere mate bepalend voor het welzijn van de burgers. Die toestand is eveneens
mede bepalend voor wat er waar te maken is van begrippen als solidariteit en gerechtig
heid. Begrippen van waaruit het CDA op bijbelse gronden politiek probeert te bedrijven.
Vorig jaar, voorzitter, hebben wij gesproken over de zich toen aankondigende proble
men in de sector van het groene front. Met name over de doorwerking van die problemen
naar de op de agrarische sector afgestemde bedrijven. En helaas, voorzitter, nog eerder
dan verwacht en gehoopt doen zich de toen reeds voorziene problemen voor. Met als
trieste topper momenteel de CCFriesland, waar zich ook nog afzetproblemen manifesteren.
Wij moeten daarbij bedenken voorzitter dat de huidige situatie in de agrarische sector nog
maar slechts voor een deel doorwerkt in het peil van de werkgelegenheid. Door allerlei
gelukkige omstandigheden, die beslist niet structureel zijn, is de schade althans op pro
vinciaal niveau nog meegevallen. Maar of dit zo blijft is sterk de vraag.
Beschouwen wij de situatie zoals die naar verwachting in 1988 zal blijken te zijn, dan
wordt het beeld dat vorig jaar werd opgeroepen bepaald niet gunstiger. Integendeel. De
gevolgen van de crisis in de agrarische wereld zullen zich met name de komende jaren
verder manifesteren. Het is nogal gemakkelijk voor de oorzaken van deze tegenslag aller
lei schuldigen aan te wijzen. Men vervalt licht daarin. Evenwel naar de zienswijze van
mijn fractie lost dat niets op. Wat moet er in de ogen van onze fractie dan wel gebeuren?
Bij de algemene beschouwingen vorig jaar heeft mijn fractie op dit punt reeds een
aantal aanzetten gegeven. Wij hebben toen gevraagd op korte termijn maatregelen voor te
bereiden, die de gevolgen van al deze negatieve ontwikkelingen zouden kunnen voorkomen
dan wel indammen. Wij hebben er op gewezen dat de geschetste situatie voor een ieder
die erbij betrokken is, zowel van het college als van de raad alsook van onze burgers,
veel inventiviteit en inspanning zouden vergen. En dat alles zou moeten leiden tot impul
sen, waardoor de dreigende teruggang zou kunnen worden opgevangen. Samenvattend
werd gevraagd om een actieplan. Om een bepaalde strategie.
Nu begrijpt mijn fractie zeer wel dat het creëren van oplossingen terzake geen sine
cure is. Het is daarom ook zeer verheugend dat het college erin geslaagd is een aantal
concrete zaken te realiseren. Met name noem ik de twee rapporten die zeer onlangs zijn
verschenen en die inzicht geven omtrent de positie van onze gemeente in het Noorden,
alsmede een schets van Leeuwarden als vestigingsplaats voor bedrijven.
In deze rapporten wordt op heldere wijze uiteengezet de positie van onze gemeente in
het Noorden, afgezet tegenover de drie andere kernen, te weten Groningen, Zwolle en
Emmen. De conclusie die aan het eind van het rapport wordt getrokken, namelijk dat
Leeuwarden heel duidelijk één van de belangrijkste centra is in het Noorden, wordt door
onze fractie geheel onderschreven. Wij menen dat wij met dit rapport in de hand ons met
succes teweer kunnen stellen tegen tendensen die zichtbaar worden bij het maken van de