8
het zo zijn dat, wanneer in wijken planvorming en een groot deel van de uitvoering heb
ben plaatsgevonden, dan niet onnodig wordt doorgegaan met een zwaar opgetuigde orga
nisatie die ook heel veel geld kost. Er zou eens opnieuw gekeken moeten worden of er
geen andere manier is om de dingen die nog moeten gebeuren te begeleiden waardoor het
een stuk goedkoper kan.
Ik wil ook nog een opmerking maken die heeft te maken met de afdeling Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting (ROV) die het verdeelbesluit heeft voorbereid. In het Pro
gramma stadsvernieuwing 1988/1989 komt drie keer de opmerking voor dat een toch be
langrijk onderzoek niet op tijd gereedgekomen is. Gelukkig wordt voorgesteld om over te
gaan tot uitbesteding voor wat betreft het opstellen van de rapporten over de naoorlogse
wijken, over wonen boven winkels en over de uitvoering van het buurtbeheer door bewo
ners. Wat wij hierover in het programma lezen is naar het gevoel van mijn fractie toch
wel illustratief voor de situatie op de afdeling ROV als gevolg van onder andere ziekte.
Wij verwachten van het college - dat is ook bij de begrotingsbehandeling gezegd - dat er
zodanige maatregelen worden getroffen dat de afdeling en de commissie op een behoorlijke
manier kunnen werken.
Tot slot. Met heel veel moeite hebben wij kunnen ontdekken dat wij vanavond met het
vaststellen van het verdeelbesluit tegelijk uitspreken dat wij structureel 200.000,be
zuinigen op het Fonds stadsvernieuwing. Wij vinden in de eerste plaats de presentatie
van dat punt onjuist. Deze zaak heeft gespeeld bij de begrotingsvaststelling, terwijl er al
eerder rapporten over waren. Nu wordt in drie zinnen zo tussen neus en lippen dit
voornemen kenbaar gemaakt. Wij vinden die manier van presenteren niet juist. Het voor
nemen van het college had op een duidelijke manier aan de raad voorgelegd moeten wor
den
Ik wil nu wat inhoudelijk op dit punt ingaan. Ik heb het daar in de afdelingsverga
dering ook al over gehad. De situatie is zo dat wij voor enige tijd 3 miljoen gulden stort
ten in het Fonds stadsvernieuwing. Dat bedrag is teruggebracht tot 2,5 miljoen gulden.
Nu is het voorstel om nog eens 200.000,daarop te bezuinigen. Al met al een structu
rele bezuiniging van ongeveer 25%. Wij hebben ons afgevraagd of dat wel kan. In de
commissie hebben wij veel antwoorden gekregen en daarna hebben wij nog een aantal
stukken daarover gekregen. De wethouder heeft in de commissie een uitvoerige toelich
ting gegeven en wij zijn het met hem eens dat de bezuiniging die bedoeld was voor de
DSO niet binnen de begroting van die dienst gevonden kan worden. Wij zijn het ook eens
met het feit dat door een aantal verschuivingen, door een aantal meevallers en door opti
mistisch ramen in het verleden het toch mogelijk is om 200.000,op de traditionele
stadsvernieuwing te bezuinigen. Het is mogelijk om op de traditionele stadsvernieuwing
- ik doel dan op de stadsvernieuwing in de vooroorlogse wijken, de schil en de binnen
stad - met een geringer bedrag dan wij in het verleden dachten toe te kunnen. Intussen
speelt er wel iets anders.
Toen de rapporten voor de traditionele stadsvernieuwing werden opgesteld, speelde
de problematiek van de naoorlogse wijken helemaal nog niet want die is pas later op ons
afgekomen. Voor deze naoorlogse stadsvernieuwing hebben wij nog geen plannen en ook
geen financiën. Het is echter nu al duidelijk dat er in een aantal naoorlogse wijken veel
moet gebeuren. 5.000 a 6.000 woningen moeten nog worden verbeterd. Dat zal veel in
spanning en veel geld vragen.
Mijn fractie heeft er langdurig over gesproken of het dan nu wel verantwoord is om
f 200.000,structureel te bezuinigen. Het vervelende daarbij is - ik heb dat zojuist ook
al gezegd - dat het plan voor de naoorlogse wijken dat er al lang had moeten zijn er nu
nog niet is. Eigenlijk kan onze fractie dus geen afweging maken. Wij hebben daarom voor
het volgende standpunt gekozen. Wij gaan nu akkoord met een bezuiniging van
200.000,omdat dat niet ten koste gaat van de stadsvernieuwing waarvoor wij de plan
nen hebben gemaakt. Daarnaast spreekt de PvdA-fractie nu al uit dat wij afhankelijk van
het rapport over de naoorlogse wijken indien nodig extra middelen beschikbaar willen
stellen voor de uitvoering hiervan. Wij vinden dat nodig en ik kan wat dat betreft ver
wijzen naar de laatste algemene beschouwingen. Er moet zeker niet het gevoel ontstaan
dat de stadsvernieuwing nu wel is afgelopen. Stadsvernieuwing is een continu proces in
de oude wijken, maar ook in de naoorlogse wijken waar nog veel moet gebeuren.
De PvdA-fractie gaat dus nu akkoord met het voorstel van het college met de aante
kening die ik daarbij heb gemaakt.
De heer Van der WalIk kan mij voor bijna 95% aansluiten bij wat de heer Ten Hoeve
over diverse onderwerpen naar voren heeft gebracht. In de commissie hebben wij in twee
instanties uitvoerig over het verdeelbesluit gediscussieerd. Wij zijn het ook eens met de
toewijzingen aan het doe-het-zelf-project maar wel onder de volgende restrictie. In de
commissie hebben wij al gezegd dat wij, mocht in de loop van het jaar blijken dat door
deze manier van subsidiëring met het vragen van een eigen bijdrage de zaak mis zal
gaan, de situatie opnieuw willen bekijken.
9
Bijna per traditie dienden wij een motie in om een verschuiving te bewerkstelligen
van sloop kosten naar onrendabele toppen. Gelukkig hoeft dat dit jaar niet, want de ver
schuiving is dan nu ook door b. en w. aangenomen - halvering van het sloopkostenbudget
en een verdubbeling van het onrendabele toppenbudget - waarvoor onze hartelijke dank.
De heer Ten Hoeve is al ingegaan op de moeilijkheden in het personele vlak - wij
hebben dat ook al gedaan tijdens de afdelingsvergadering en de algemene beschouwingen-
waardoor een aantal dringende nota's/beleidsvoornemens niet op tijd aan de raad gepre
senteerd kunnen worden.
Dan de bezuiniging van twee ton op het Fonds stadsvernieuwing. De heer Ten Hoeve
heeft ook nu weer uitvoerig beargumenteerd waarom zijn fractie moeite heeft - ik heb mij
daar in de commissievergadering bij aangesloten - met de zoveelste bezuiniging op de
jaarlijkse storting in het Fonds stadsvernieuwing van 3 miljoen, naar 2,5 miljoen en nu
naar 2,3 miljoen per jaar. Er zijn inderdaad meevallers geweest, zoals rente-ontwikkelin
gen en plannen die minder kostbaar uitvielen. Aan de andere kant is er natuurlijk ook
een enorm gebied onder de paraplu van het stadsvernieuwingsfonds gekomen, namelijk de
naoorlogse stadswijken. Een problematiek waar wij in feite nog maar heel weinig zicht op
hebben. Via de nota Verkeersluwe gebieden gaan wij daar nu snel wat doen, maar dat
beperkt zich hoofdzakelijk tot het oplossen van knelpunten. Waarom die beperking? Niet
omdat er niet genoeg 30 km-zones in wijken in te stellen zouden zijn, maar vanwege geld
gebrek.
Wij weten natuurlijk allemaal dat het wat dat betreft bij de gemeente geen vetpot is.
Maar om nu nog eens op een verhullende manier - ik ben dat met de heer Ten Hoeve
eens - twee ton op het Fonds stadsvernieuwing te bezuinigen gaat ons te ver. Ik had ei
genlijk verwacht dat de PvdA-fractie, gezien de toch behoorlijk stevige bewoordingen
waarin deze zaak in de commissie naar voren is gebracht, met een motie zou zijn gekomen
- dat voorbehoud is ook tijdens de begrotingsbehandeling gemaakt - om die twee ton kor
ting op de storting niet door te laten gaan. Het zal in de PvdA-fractie wel weer op een
compromis zijn uitgedraaid... (De heer Ten Hoeve: Heb je wel goed geluisterd?) Jawel,
op dit moment gaan jullie akkoord en je moet maar zien aan te tonen als raadslid dat er
nog twee ton bij zou moeten. (De heer Ten Hoeve: Als raadslid?) Ja, als raad, als
raadslid of als commissielid. Wij kunnen niet meegaan met dat compromis, dat trouwens
ook nooit aan ons is voorgelegd.
Wij verzetten ons nog steeds, zoals wij ook in het verleden hebben gedaan, tegen
verdere kortingen op het Fonds stadsvernieuwing. Eventueel heb ik daartoe een motie
achter de hand, want zo slim ben ik natuurlijk wel.
De heer RozemaHet Verdeelbesluit stadsvernieuwing 1988 geeft weinig reden tot het
maken van nu nog veel opmerkingen. Eén knelpunt is reeds voor wat mijn fractie betreft
tot volle tevredenheid opgelost, namelijk de subsidie voor het doe-het-zelf-project.
Een ander dringend punt blijft de zorg voor de naoorlogse wijken. Het lijkt mij wen
selijk om op korte termijn te beginnen met het aanpakken van de nu reeds gesignaleerde
knelpunten. Naast de integrale aanpak, ook daar waar het dringend nodig is aandacht
voor het uitvoeren van gerichte projecten. Wij kunnen instemmen met het voorstel van
het college.
De heer Sijbesma: Vorige sprekers hebben al aangegeven dat het Verdeelbesluit
stadsvernieuwing 1988 al een aantal keren is besproken in de Commissie voor Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting. In de discussie ging het voornamelijk om de volgende drie
punten.
In de eerste plaats de verpakte bezuiniging van twee ton. De bezuiniging is op tijd
uit de verpakking gehaald zodat wij er toch nog in de commissie over hebben kunnen
praten. Ook bij de voorbereiding van de begroting hebben wij dit punt mee kunnen ne
men. De CDA-fractie vindt dat deze bezuiniging van twee ton geaccepteerd moet worden,
want anders hadden er bij de begrotingsbehandeling andere alternatieven aangeboden
moeten worden.
In de tweede plaats realiseren wij ons dat een aantal bezuinigingen die wij gehad
hebben voor wat de storting betreft voor een groot gedeelte kon, omdat wij minder kos
ten hadden. Met name wijs ik dan op de renteverlagingen de afgelopen jaren. Voor deze
post is in de raadsbrief een invulling aangegeven voor een aantal budgetten die verlaagd
zouden kunnen worden. Dat betekent echter wel dat er voor het totale project twee ton
minder gestort wordt en er dus minder mogelijkheden zijn, terwijl wij - de heer Ten Hoe
ve heeft daar ook al op gewezen - betrekkelijk kort geleden geconfronteerd zijn met de
problematiek van de naoorlogse wijken die ook is meegenomen in het stadsvernieuwings
plan. In dat verband is een bedrag van 8 ton als stelpost opgenomen. Voor een deel zal
dat geld gebruikt worden voor de kosten die voor de Meenthe gemaakt moeten worden.
Voor het overige wachten wij nog op een aantal beleidsstudies. Een ander deel van ge
noemde stelpost zal gebruikt moeten worden voor de uitvoering van het rapport over de