waardoor op een klein oppervlak meer mensen wonen, ontstaat er een groter verkeersaan
bod. Vooral in het spitsuur wanneer iedereen thuiskomt en wanneer de scholen uit komen
kunnen zich problemen voordoen met overstekende fietsers en voetgangers. Dit gevoegd bij
de in de wijken aanwezige lange en vaak rechte wegen maakt het dringend noodzakelijk iets
te doen aan de snelheidsbeperking. Nu is het meestal zo dat de mensen uit de wijk zelf mede
schuldig zijn aan het probleem van te hard rijden, maar er kan ook ten gevolge van een ver
anderde verkeerssituatie elders spontaan een sluiproute ontstaan met alle gevolgen van dien.
Al met al, mijnheer de voorzitter, gaat het erom vooral in de naoorlogse wijken de vinger
aan de pols te houden. Wij hebben overigens goede nota genomen van de toezegging van de
wethouder dat in het midden van dit jaar het plan van aanpak voor naoorlogse wijken ter ta
fel zal liggen.
Resumerend, de PvdA-fractie gaat akkoord met het door het college voorgestelde. Wij
wachten de verdere uitwerking van de nota Verkeersluwe Gebieden en de daaraan gehechte
voorstellen via de Commissie voor Openbare Werken en Milieu af.
Ik wil het hierbij in eerste instantie laten.
De heer Ybema: D66 hecht er zeer aan dat door het vaststellen van de nota Verkeersluwe
Gebieden een serieuze aanpak wordt geformuleerd voor de bestrijding van de verkeersonvei
ligheid in de woonwijken. Wij denken dat hiermee goede initiatieven in gang worden gezet.
Het blijft natuurlijk jammer dat, gelet op de omvang van de problematiek waar wij mee te ma
ken hebben, door de financiële situatie waarin wij zitten het budget van 9 miljoen gulden dat
eigenlijk nodig zou zijn moest worden gehalveerd tot 4,6 miljoen gulden. Het zij zo en wij moe
ten wat dat betreft roeien met de riemen die wij hebben. De twee wijzigingen die na de laatste
commissievergadering nog zijn aangebracht, te weten het inlassen van een moment van in
spraak bij de verdere procedure en de constructie van het oplossen van de ergste knelpun
ten, vindt mijn fractie een verbetering van het stuk dat thans voorligt.
Ook wij hebben er behoefte aan, net als de heer Janssen namens de PvdA, te wijzen op
de situatie in de naoorlogse wijken. Wij denken daarbij met name aan de situatie in Bilgaard
en Lekkumerend. Wij zouden er bij het college op willen aandringen dat met name voor die
wijken de komende jaren wordt gekeken naar concrete knelpunten die zich daar voordoen.
De constructie van het oplossen van de ergste knelpunten door middel van een klein
deel van het budget dat uiteindelijk in de desbetreffende wijk wordt besteed is een goede
zaak zoals ik al heb gezegd. Het betekent echter wel dat op dit moment in de voorliggende
nota al een planning is gemaakt van de aanpak van die ergste knelpunten. Ik zou er met na
me op willen wijzen dat knelpunten in de tijd nog wel eens willen wijzigen. Er kunnen vrij
snel in wijken knelpunten ontstaan. Het lijkt ons een goede zaak dat wat dat betreft de no
dige flexibiliteit wordt ingebouwd in het beleid dat wij nu vaststellen.
Het concrete voorstel van D66 is dan ook om met een prioriteitenlijst voor de aanpak van
de ergste knelpunten te werken. Die lijst moet wel ieder jaar worden geactualiseerd aan de
hand van de situatie zoals die zich dan heeft ontwikkeld.
Voor de rest kunnen wij instemmen met het voorliggende voorstel.
De heer Burg: Bij de eerste behandeling in de commissie van de nota Verkeersluwe Ge
bieden heeft mijn fractie al gezegd dat deze nota een duidelijk overzicht geeft van de pro
blemen en knelpunten in de verschillende wijken en dorpen en dat het nemen van maatrege
len urgent is. Het gevaar van een dergelijke vrij volledige opsomming is dat de indruk kan
worden gevestigd dat het grootste deel van de stad verkeersluw gemaakt zou moeten worden.
Door de bezuinigingen gedwongen kan slechts een klein deel aangepakt worden. In de komen
de jaren zal een aantal wijken deels in combinatie met de planning en uitvoering van de stads
vernieuwing worden aangepakt. Het is terecht dat er in de goedkope uitvoeringsvariant een
extra inspraakmoment is ingelast.
Met het instellen van een knelpuntenpot is dus nu een oplossing gevonden voor de aan
pak van de knelpunten. Ik zou er bij het college op willen aandringen om met name ten aan
zien van de naoorlogse wijken - Bilgaard is zojuist al genoemd - de situatie goed te bekijken,
omdat daar een aantal zeer gevaarlijke rechte en lange straten is.
Zoals ik al in de commissie heb gezegd zijn wij het verder met deze voorstellen geheel
eens. De definitieve plannen zullen per object weer in de commissie worden behandeld. Mijn
fractie gaat akkoord met het voorliggende raadsvoorstel.
De heer Boelens: Wij hebben ons reeds eerder in de commissie akkoord verklaard met
het globale plan van aanpak in de nota Verkeersluwe Gebieden. Die nota heeft, zoals de heer
Ybema al heeft gezegd, op een tweetal punten een aanpassing ondergaan. In de eerste plaats
een aanpassing van het Plan van aanpak, bijlage 11, pünt i, van de nota. Daarin staat dat in
de jaren 1988 tot en met 1990 de meest urgente knelpunten in een aantal wijken alvast aange
pakt kunnen worden met de daarvoor gereserveerde middelen.
Wat betreft de tweede aanpassing is het college tegemoet gekomen aan de wensen die ge
uit zijn in tweede instantie bij de behandeling van deze nota in de commissie. Wij kunnen daar
van harte mee instemmen. Het betekent eigenlijk dat bijsturing van de plannen nog mogelijk
is. Het college heeft ook toegezegd dat de reacties van insprekers aan de orde zullen worden
gesteld in het overleg tussen de wijk en de DSO. Wij willen een compliment maken in de rich
ting van het college en de dienst voor wat betreft de structurering en de flexibele aanpas
sing van de concept-voorstellen
U zult begrijpen, voorzitter, dat onze fractie instemt met dit raadsvoorstel.
De heer Van der Wal: Nu iedereen zegt het met dit voorstel eens te zijn wil ik dat na
mens mijn fractie ook doen. Ik sluit mij bij alle sprekers aan wat betreft het vinger aan de
pols houden, de naoorlogse wijken, enz. De wethouder zal dat ook zeker beamen. Het is een
prima zaak dat de nota er is.
De heer Timmermans (weth.): Alle woordvoerders van de verschillende fracties hebben
zich akkoord verklaard met deze aanpak. Er zijn een paar aandachtspunten naar voren ge
bracht. De verschillende woordvoerders hebben met name gewezen op de extra risico's die
met name de naoorlogse wijken lopen voor wat betreft de verkeersonveiligheid. In de commis
sie heb ik al aangegeven dat wij met name ook gelet op de reacties uit de verschillende (na
oorlogse) wijken constateren dat de situatie hard verslechtert. Op dit moment is daarvoor
geen andere invulling dan het plan van aanpak voor met name de naoorlogse wijken dat bin
nenkort naar voren zal komen. In dat plan zullen de verschillende knelpunten, waaronder
mogelijk knelpunten ter zake van de verkeersveiligheid, aan de orde komen. De vinger aan
de pols houden is juist ook de bedoeling van het plan van aanpak voor de naoorlogse wijken.
Wij proberen daarmee greep te krijgen op ontwikkelingen in die wijken en dat geldt dan ook
voor de verkeersveiligheid.
Rest mij nog een opmerking te maken in de richting van de heer Ybema. Hij stemt op
zich zelf in met het, mede naar aanleiding van opmerkingen uit de wijken, naar voren halen
van de oplossing van de superknelpunten. Wij hebben dat gedaan naar rato van de gedachte
budgetten voor de desbetreffende wijken. De heer Ybema pleit er vervolgens voor om binnen
die superknelpunten ieder jaar een prioriteitenlijst te gaan maken. Het lijkt mij een beetje moei
lijk om, daar waar wij per wijk een superknelpuntenpotje hebben gemaakt, daarbinnen dan ook
nog eens een keer extra een prioriteitenstelling te gaan maken. Ik vind eerlijk gezegd dat
het een beetje koeien met paarden vergelijken gaat worden en dat komt de helderheid in de
richting van de buurten niet ten goede. De buurten moeten de zekerheid hebben dat er met
name in 1988/1989 geld gereserveerd is voor het oplossen van de als ergste aangemerkte knel
punten. Wij moeten daar niet aan tornen. Ik ben dus niet voor een verdere verfijning dan die
welke wij nu hebben aangebracht.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 1 2 en 13 (bijlagen nrs. 29 en 27).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 14 (bijlage nr. 28).
De Voorzitter: Aan de orde is thans Vaststellen Programma Sociaal-cultureel Werk 1988.
De hear Bilker: Ryklik let mar it koe net oars, foarsitter, leit foar üs it Programma
Sosjaal-kultureel Wurk 1988. Dizze behanneling is ek nei de fêststelling fan de begrutting
1988 en sadwaande sil der ek wol net folie romte wêze om jün wizigingsütstellen te dwaan dy't
finansjele konsekwinsjes hawwe. Ik wol my jün beheine ta inkele punten wat üs fraksje oanbe-
langet dy't oerbleaun binne üt de diskusje. Ommers, der hat in lange proseduere fan diskusje
en ynspraak west. Dêrom kin it no koart, benammen ek omdat de fisy op it sosjaal-kultureel
wurk mei de ferskate wurksoarten twa wiken ferlyn al besprutsen is. Ik wol dan no omtinken
jaan oan de folgjende punten.
Bydrage hüsfêstingskosten Anna Blamanhüs. Yn de riedsbrief is dat bedrach op'e nij
besjoen. De argumintaasje dy't dêr yn jün wurdt, nammentlik dat provinsje en gemeente bei
de de helte yn de hüsfêstingslêsten subsidiearjeis ek dy fan üs. Al eardere kearen hawwe
wy steld dat in subsydzje op basis fan elk 50% gaadlik is. Mar dan moat der wol in grins steld
wurde en dy leit wat üs oanbelanget op f. 15.000, Dêrneist komme dan fansels noch de
materiaalkosten, de organisaasjekostenensfh., dy't wy dan elk jier op'e nij beoardielje kinne.
By dit stanpunt moat noch in betingst - ek dat is troch üs yn it ferline faak ütsprutsen -
nammentlik dat der op 'en doer wol kontakten lein wurde moatte mei it Ministearje fan WVC
Ommers, sa docht bliken, it Anna Blamanhüs wurdt hieltyd mear profesjoneel en hat in protte