gaan in de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukkenZijn die gegevens onverhoopt niet
ter inzage gelegd, dan komen wij daar nader op terug. Ik zal de heer IJestra dan meedelen
wat de baten zijn, uitgedrukt in het aantal deelnemers en het soort deelnemers.
De heer Janssen heeft ten aanzien van de reservering voor een project voor langdurig
werkloze buitenlandse vrouwen een aantal opmerkingen gemaakt. Hij is het eens met de reser
vering, maar vindt dat die niet f. 60.000,maar f. 75.000,moet bedragen. Ik heb in de
Commissie voor Welzijnsaangelegenheden de voorgeschiedenis van de verlaging van f.75.000,
naar f. 60.000,uiteengezet. Oorspronkelijk was ook het college van opvatting dat er
f. 75.000,gereserveerd zou moeten worden. Ik" heb wel begrip voor de opvatting van de
heer Janssen dat de reservering op hetzelfde niveau gehandhaafd moet blijven als het bedrag
dat wij indertijd aan de Stichting De Wonderlamp uitgaven. Ik wil wel toezeggen dat wij de
reservering van f. 60.000,weer verhogen tot f. 75.000, Maar dat kan alleen wanneer
de raad tegelijkertijd beslist - er moet namelijk dekking voor die f. 15.000,worden gevon
den - om de f. 127.394,die wij nu aan de algemene dienst toevoegen met een bedrag van
f. 15.000,te verlagen.
Mevrouw Westra heeft naast een opmerking over het Lesbisch Archief ook nog een op
merking gemaakt over het COCZij vraagt zich af waarom deze subsidiemethodiek wordt ge
hanteerd. Het antwoord daarop is dat het COC tot nu toe zijn activiteiten kan betalen uit de
inkomsten die het uit andere kanalen verkrijgt. Ik wil mevrouw Westra echter wel toezeggen
dat wij ons bij het volgende programma nog eens zullen beraden op de vraag of wij ten aan
zien van het COC dezelfde subsidiemethodiek moeten hanteren die wij ook voor de andere in
stellingen hanteren.
Mevrouw Westra heeft tot slot nog iets gezegd over het Project Mensen Zonder Werk. Zij
heeft gevraagd of ik de toezegging wil doen dat, als er een structurele meevaller mocht blij
ken te zijn, dan ook andere vrouwenprojecten worden gesubsidieerd. Als er een structurele
meevaller zal zijn dan zal het college zich nader beraden op de vraag wat wij daar dan mee
gaan doen. Wij zullen de suggestie van mevrouw Westra daarbij dan in positieve zin meene
men en meewegen, maar ik vind het wat te ver gaan om daar nu al echt bindende uitspraken
over te doen
Ik wil het hierbij laten.
Mevrouw VIietstra (weth.): Ik hoef slechts op één opmerking in te gaan. De heer IJestra
heeft gesproken over de subsidiëring van het Leeuwarder Vredesoverleg. Het zal de heer
IJestra bekend zijn dat in november in de Commissie voor Algemene Zaken uitvoerig is gedis
cussieerd over een nagekomen subsidieverzoek van het Leeuwarder Vredesoverleg. Er is
toen met name ook gesproken over de wijze waarop het vredesfonds zou moeten worden toege
past. De verordening betreffende het vredesfonds is een subverordening van de ASV. Tij
dens de commissievergadering is afgesproken dat wij dit punt nader zullen bekijken en dat
wij daar bij de raad op terug zullen komen. Ik zou willen voorstellen om dat maar af te wach
ten. De heer IJestra zegt voorts dat overschrijding niet mag leiden tot subsidiëring. Het is
denk ik aan de raad om te beoordelen of dat in dit geval juist is. Wij hebben een aantal ar
gumenten aangedragen waarom wij subsidiëring wel terecht vinden. Bij een aantal andere
voorstellen hebben wij dat ook gedaan.
De hear Bilker: Earst in opmerking oer it GastalderprojektIk kolleezje sit op ien line,
sa seit de wethalder: it bedrach struktureel meitsje en dêrby taheakjend de gearwurking fan
de Stichting Berne-opfang en it Gastalderprojekt mei dêrby belutsen de finansjele gefolgen.
Yndied sitte wy dan op deselde line.
De wethalder makket him der maklik of wannear't it giet om it bedrach fan de hierlêsten
fan de dependanse fan de De Blauwe Stoep troch te ferwizen nei de diskusje yn de kommisje.
Ik begryp dat wol, mar it is neffens my net alhiel korrekt. Wannear't de ried de ferantwurd-
like wethalder frsget nei it hanneljen fan bepaalde saken dan sil de wethalder c.q. it kolleez
je ferantwurding yn de ried óflizze moatte. Düdlik is troch ferskate fraksjes de klam lein op
in net korrekte hannelwize. It soe tinkt my de wethalder siere dat ruterlik ta te jaan.
Foarsitter, mei it punt seis geane wy akkoart. Wy wolle lykas de hear Janssen ek sei De
Blauwe Stoep net de dupe wurde litte. De suggest je dizze saak foar ien jier jilde te litten is
prima.
Fierders geane wy akkoart mei it beslüt sa as oanskreaun yn de riedsbrief.
De heer E.M. Janssen: Ik wil mij aansluiten bij hetgeen de heer Bilker zojuist heeft ge
zegd over het KreativiteitcentrumAls wethouder Heere aan het woord is dan denk ik wei
eens vol bewondering: wat een woordkunstenaar! Tegelijkertijd denk ik: is hij ook niet een
woordgoochelaar en moet ik niet oppassen met wat hij zegt? Als de wethouder zegt: het is
wel een aardig voorstel om dat eenmalig te doen en wij zullen dat volgend jaar nog eens be
kijken, dan zeg ik: volgend jaar bekijken wij het hele Programma Sociaal-cultureel Werk nog
wel eens een keer. Ik zou het toch liever wat anders willen stellen, hoewel dat een beetje
15
moeilijk is omdat wij nu over het programma voor 1988 praten en niet over het programma
voor 1989. Ik wil graag de toezegging van b. en w. dat bij het voorbereiden van het Pro
gramma Sociaal-cultureel Werk 1989 uitgegaan wordt van een begroting regulier beleid waar
die f. 5.000,van is afgetrokken en dat alles wat daar bovenop komt ons wordt voorgesteld
als nieuw beleid zodat dat er niet tussendoor glipt.
Ik vond het een aardig verhaal dat de wethouder over de Meenthe heeft verteld. Ik ben
zeer benieuwd naar de voorstellen die uit het contact met de rijksmensen voortvloeien.
Wethouder Kessler is ingegaan op het Lesbisch Archief. Ik weet niet of ik hem helemaal
goed heb begrepen, maar zoals hij het aan mij vertelde kreeg ik de indruk dat de inspreek -
ster van het Lesbisch Archief op een wat onterechte manier b. en w. dingen zat aan te wrij
ven. De inspreekster had het op dat moment - nogmaals als ik de wethouder goed heb begre
pen - over een andere begroting dan de begroting die bij de gemeente is ingediend. Als dat
zo is dan verbaast het mij dat de wethouder daar niet kwader op gereageerd heeft.
De subsidiëring van het COC. In eerste termijn ben ik daar niet op ingegaan. Ik wil mij
aansluiten bij hetgeen mevrouw Westra van PAL hierover heeft gezegd. De wethouder heeft
geantwoord dat het college zal kijken of bij het volgende programma de methodiek toegepast
kan worden die ook bij allerlei andere instellingen wordt toegepast. Ik zou daar graag aan
toe willen voegen dat, als de wethouder niet van plan is dat te doen, dan vooraf in de Com
missie voor Welzijnsaangelegenheden aan de orde te stellen.
Het laatste punt betreft de reservering voor een project voor langdurig werkloze vrou
wen. De wethouder heeft gezegd dat hij wel bereid is toe te zeggen dat die reservering wordt
verhoogd en dat de dekking wordt gevonden door het bedrag dat teruggaat naar de algeme
ne middelen met f. 15.000,te verlagen. Ik wil de burgemeester vragen of hij het voorstel
zo in stemmning brengt of dat het nodig is dat daar nog een motie over wordt ingediend. Als
dat laatste het geval is dan zal ik dat alsnog heel snel moeten doen
De Voorzitter: Het is het veiligste dat u een motie indient - u hebt daar ook nog royaal
de tijd voor - want anders moet ik in het voorstel gaan knippen en het gaan splitsen.
De heer IJestra: In de richting van mevrouw Vlietstra wil ik opmerken dat onze fractie
voorzitter toentertijd om procedurele redenen ook tegen het desbetreffende voorstel was. Het
voorstel was namelijk te laat ingediend. Dat standpunt handhaven wij.
In de richting van wethouder Kessler wil ik nog iets zeggen over de kosten die worden
gestoken in de houtwerkplaats. Het gaat mij speciaal om die kosten, maar die kom ik nergens
tegen. Ik wil graag weten welke kosten wij maken en wat de opbrengst is.
De heer Heere (weth.): Er is maar één punt dat nog nadere toelichting vereist, namelijk
de kwestie van De Blauwe Stoep. Ik kan verwijzen naar het verslag van de commissieverga
dering waarin het nodige staat, maar als de heer Bilker graag wil dat ik in de raad nog eens
een keer vertel hoe het precies is gegaan dan wil ik dat best doen. Er kwam een voorstel in
het college om een aantal gebouwen die vrijkwamen omdat ze voor schooldoeleinden niet meer
nodig waren een andere bestemming te geven. Ten aanzien van de school waar het hier om
gaat werd voorgesteld om die te verkopen. Inmiddels was mij door de directeur van het Kre
ativiteitcentrum gevraagd omindien dat enigszins mogelijk was op korte termijn in - name
lijk aan het begin van het nieuwe seizoen -, te kunnen beschikken over een uitbreiding van
de accommodatie, omdat de bestaande huisvesting veel te klein was. Ik heb toen in het colle
ge gezegd: Hier is de kans, laten wij proberen het desbetreffende schoolgebouw niet te ver
kopen maar het voor dit doel ter beschikking te stellen. Het college is daarmee akkoord ge
gaan.
Daarna zijn wij nagegaan, zij het zeer globaal, wat de kosten van die manoeuvre zouden
zijn. De uitslag daarvan was dat een en ander waarschijnlijk budgettair-neutraal zou kunnen
geschieden. Ik heb toen tegen de directeur van het Kreativiteitcentrum gezegd: Akkoord,
ga je gang. Dat moest op een termijn van dagen gebeuren, want de nieuwe cursussen dreig
den te gaan beginnen en bovendien moesten er nog wat materiële voorzieningen worden aan
gebracht, namelijk krachtstroomleidingen en wat dies meer zij.
Daarna ben ik gebeld door een ambtenaar van de afdeling Onderwijs die mij meedeelde
dat hij de zaak nog eens een keer goed had uitgerekend - hij had daarbij betrokken dc boek
waarde, de onroerend goedbelastingende verzekering, de onderhoudskosten, enz.- en op
een hoger bedrag was uitgekomen dan aanvankelijk benodigd leek te zijn. Overleg met het
Kreativiteitcentrum leidde er toe dat men van die kant zei: Met alle bezuinigingen die dit
jaar al op ons zijn afgekomen en waar wij toch al moeite mee hebben, is dit een aanslag op
ons budget waar wij dit jaar niet mee kunnen leven.
Het college is vervolgens opnieuw tot een afweging gekomen en heeft gezegd dat het niet
aangaat om de nu onlangs betrokken panden met de daarin aangebrachte voorzieningen en
het cursusprogramma in het ongerede te laten komen. Het college wil daarom voorstellen om,
nu de zaak eenmaal zo gelopen is, de kosten voor rekening van de gemeente te laten komen.