14 Dat het nu in wezen om een procedurele kwestie gaat blijkt al uit de zinsnede op pa gina 2 van de raadsbrief namelijkwaarbij wij aantekenen dat het standpunt van ons college inzake de verhuur van het jachtrecht voldoende duidelijk moge blijken uit ons aan de commissie gedane voorstel." Daarop wordt in de raadsbrief niet meer verder ingegaan. Wel wordt ingegaan op de wijze waarop het staken van stemmen in een beheerscommissie moet worden behandeld. Het college zegt in de raadsbrief al toe dat het de mogelijkheden voor wijziging van de beheersverordening wil onderzoeken om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen. Het verdient mijns inziens aanbeveling om een beheerscommissie in ieder geval uit een oneven aantal leden te laten bestaan. Uiteraard kan zich ook dan de situatie voordoen dat een commissielid om welke reden ook bij voortduring niet aanwezig kan zijn. Wanneer in een raadsvergadering bij de stemming over een voorstel de stemmen staken, dan wordt de volgende keer opnieuw gestemd. Staken dan de stemmen weer dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Is deze oplossing of misschien een andere oplossing niet op te nemen in het reglement voor de commissies? Het zou rnijns inziens ook de moeite waard zijn eens bij andere gemeenten te informe ren hoe daar een dergelijk probleem wordt voorkomen. Wanneer de raad beheersbevoegd heid bij de commissie wil laten dan moet hij een waterdicht systeem optuigen waardoor dit soort problemen in de toekomst zijn uitgesloten. Ik wil het hierbij in eerste instantie laten. De heer Ybema: Ik zal wat meer inhoudelijk reageren op dit voorstel, te meer ook om dat onze fractie niet vertegenwoordigd is in de Commissie voor Openbare Werken en Mi lieu. Het uitgangspunt van D66 bij het jagen is dat volgens ons gestreefd moet worden naar het bereiken van een optimale situatie ten aanzien van de fauna op deze gemeente gronden. Dat wil zeggen dat zoveel mogelijk verschillende dieren in goed evenwicht zou den moeten samenleven. De vraag die zich daarbij voordoet is hoe deze situatie bereikt kan worden. Ons oordeel is dat die situatie niet wordt bereikt door te stoppen met het verlenen van jachtvergunningen. Dat is een keuze voor de natuur haar gang laten gaan, zeg maar de klassiek-liberale benadering van „laissez faire, laissez allez". Voor de ge meentegronden betekent dit dat de kleinere kwetsbare vogels in de problemen komen door te grote concentraties van kraai-achtigenHet gaat dan om kraaien, eksters, roeken, enz. Dat is de ene benadering. D66 kiest voor een beheerste en een beheerde ontwikkeling met een sturende rol van de overheid. Een soort PvdA-benadering. In de praktijk betekent dit aan de hand van een op te stellen wildbeheerplan gericht jachtvergunningen afgeven voor het afschieten van die dieren die in te grote concentraties het bestaan van andere dieren te veel bedrei gen. Met die gerichte aanpak wordt volgens D66 de optimale situatie met een zo rijk mo gelijk dierenleven op deze gemeentegronden het dichtst benaderd. Dit standpunt sluit het dichtst aan bij het voorstel zoals dat verwoord is in besluit nummer 4523 en dat is dan ook ons advies aan de Commissie voor Openbare Werken en Milieu. Mevrouw Jongedijk-WellesHet lijkt mij niet zinvol om de discussie die in de commissie is gevoerd hier nog eens te herhalen. Om een aantal redenen zijn wij voor het afschaffen van het jachtgenot op gemeentelijke gronden. In de eerste plaats is door het Ministerie van Landbouw en Visserij gezegd dat beheersjacht in Leeuwarden niet noodzakelijk is. Blijft over de plezierjacht die wij op ethische gronden afwijzen. In de tweede plaats ver oorzaakt de jacht samen met het kleiduivenschieten een grote hoeveelheid lood in het mi lieu. Recent onderzoek heeft aangetoond dat de loodbelasting daarvan nog hoger is dan de loodbelasting door uitstoot van het verkeer. Dus ook uit milieu-overwegingen wijzen wij de jacht af. Tot slot nog een opmerking over het door andere partijen gevraagde beheerplan. Wij zien daar geen heil in omdat het hier toch weer gaat om groepen die verschillende belan gen hebben. Een en ander zal dus eindeloos veel ambtenarentijd gaan kosten. Wel voelen wij er voor om, wanneer op een bepaald moment mocht blijken dat er van de een of ande re soort een overpopulatie ontstaat, dan gericht vergunningen af te geven. Voor het ove rige zijn wij het heel erg eens met het voorstel zoals genoemd onder besluit nummer 4524. De heer Meerdink: De Commissie voor Openbare Werken en Milieu heeft de raad ge vraagd om advies uit te brengen over de vraag of de verhuur van het jachtgenot op ge meentegronden wel of niet gecontinueerd moet worden. De commissie is in haar geheel te gen plezierjacht en wel op ethische gronden. Daarmee blijft voor de raad de vraag van de commissie beperkt tot een aantal praktische zaken. De belangrijkste vraag voor onze fractie is - er vanuit gaande dat plezierjacht niet meer zal zijn toegestaan volgens de ideeën van de commissie - of de moeite van het op stellen van een wildbeheerplan, waarover de heer Ybema het ook had, of een afschotplan, zoals de Vogelwacht Wirdum-Swichum voorstelt, opweegt tegen de voordelen van het voortzetten van de verhuur van het jachtgenot. Mijn fractie meent van niet. Uit de ter 15 inzage liggende stukken is ons niet gebleken dat de schade die het wild toebrengt van een zodanige omvang is dat de verhuur van het jachtgenot voortgezet moet worden. Daar bij zien wij af van de vraag of bejaging niet tot meer overlast zal leiden, zoals de Stich ting Kritisch Faunabeheer in haar brief van 27 november 1987 naar voren brengt. De brief van de heer Boelstra die op onze tafels is gelegd overtuigt niet. De heer Boelstra heeft vorig jaar ruim 3.000,vogelschade gehad. Hij zegt niet door welke vo gels die schade is veroorzaakt en of die vogels van gemeentegrond dan wel ergens anders vandaan komen. Vervolgens stelt de heer Boelstra dat hij de gemeente, als die het jacht genot niet meer verhuurt, aansprakelijk gaat stellen. Een vreemde gedachtengang die ik niet kan volgen. Mijn fractie adviseert derhalve aan de commissie af te zien van de verhuur van het jachtgenot. Overigens laat dit punt zien dat de gemeenteraad niet voorzichtig genoeg kan zijn met het delegeren van beheersbevoegdheden. Ook een beheersbevoegdheid kan kennelijk tot politieke afwegingsdiscussies aanleiding geven. Een dergelijke afweging hoort principieel niet in een beheerscommissie thuis. Ik dank u wel. De heer Boelens: Plezierjacht wordt afgekeurd en wel, zoals dat ook in de raadsbrief staat, op ethische gronden. Je moet je dan wel afvragen - in de commissie is dat ook ge zegd - of je jagers niet discrimineert ten opzichte van bijvoorbeeld vissers. Het willekeu rig doodschieten van dieren wordt nu verboden. Wij geven geen jachtvergunningen meer af. Wanneer aan de hand van een wildbeheerplan een jachtbeleid wordt gevoerd dan kan zo'n plan een aanzet zijn voor een regeling op ruimer niveau. In samenspraak met het Mi nisterie van Landbouw is een raamwerk gemaakt voor zo'n wildbeheerplan dat na invulling binnen een paar maanden in werking gesteld kan worden. Je voorkomt daarmee een situa tie waarbij voor de desbetreffende twaalf stukjes gemeentegrond het jachtrecht niet wordt verhuurd terwijl dat voor de omliggende gebieden gewoon doorgaat. Verder zal de ge meente Leeuwarden zelf jachthouder worden wanneer de terreinen niet worden verhuurd. Dat houdt verantwoordelijkheid in voor het handhaven van de wildstand en aansprakelijk heid voor eventueel toegebrachte schade. Zo kan er schade aan grasland worden veroor zaakt door ganzen en meerkoeten en aan akkerbouwgewassen door eenden, duiven en kraai-achtigen. Samenvattend, onze fractie pleit in grote meerderheid - een paar fractieleden zullen het tweede voorstel steunen - voor de totstandkoming van wildbeheereenheden waarin jachthouders en grondgebruikers ten behoeve van een optimaal wildbeheer samenwerken. Deze wildbeheerplannen moeten in gezamenlijk overleg door de betrokken instanties wor den opgesteld. Leeuwarden moet zich daarbij niet geïsoleerd opstellen en moet als aanzet voor een regionaal wildbeheerplan zelf een deel daarvan invullen. Via die weg kan veel meer invloed uitgeoefend worden op het nutteloos en ten behoeve van het plezier van de jager afschieten van dieren. Mijnheer de voorzitter, onder die voorwaarde wil mijn fractie het genot van de jacht op gemeentegronden verhuren en voortzetten. Besluit nummer 4523 kan daarbij als aanzet dienen. Dat besluit zullen wij daarom steunen. De heer Rozema: Mijn fractie vindt het geen bezwaar de gemeentegronden te verhuren mits er een wildbeheerplan wordt opgesteld. Niet bejagen kan onnodige schade en overlast veroorzaken. Het lijkt mij overigens goed die bepaling in het besluit op te nemen. Wij on dersteunen dus het eerste voorstel. De Voorzitter: Het lijkt mij nu het moment om te kijken hoe de vlag er bij hangt. Ik stel voor om nu de neuzen te gaan tellen. De heer IJestra: Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Ik heb principiële redenen om tegen het gehele voorstel te zijn. De heer Pruiksma: Ik wil ook een stemverklaring afleggen. In de eerste vergadering van de Commissie voor Openbare Werken en Milieu waar over deze kwestie werd gepraat - tijdens de tweede vergadering was ik niet aanwezig - heb ik gezegd dat ik onder om standigheden een vorm van beheerjacht noodzakelijk vind. Na raadpleging van Faunabe heer en van de wet ben ik echter tot de conclusie gekomen dat hetzij de grondeigenaar hetzij de grondgebruiker de wettelijke plicht heeft tot jagen als er schade is. Met andere woorden, een vergunningenstelsels voor beheerjacht is niet noodzakelijk. Ik zal daarom stemmen voor besluit nummer 4524. De Voorzitter: Dan stel ik voor om thans over te gaan tot de stemming. Ik breng eerst in stemming het voorstel genoemd onder concept-besluit nummer 4523.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 8