16
Het voorstel, genoemd onder concept-besluit nummer 4523, wordt verworpen met 25
tegen 9 stemmen.
(Voor dit voorstel stemmen van de fractie van het CDA de heren Bilker, Boelens, Krol en
Sijbesma, van de fractie van de VVD de heren De Beer, Burg en Dubbelboer, alsmede de
leden van de fracties van D66 en GPV/RPF/SGP.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over het voorstel genoemd onder concept
besluit nummer 4524.
Het voorstel, genoemd onder concept-besluit nummer 4524, wordt aangenomen met 25
tegen 9 stemmen.
(Tegen dit voorstel stemmen van de fractie van het CDA de heren Bilker, Boelens, Krol
en Sijbesma, van de fractie van de VVD de heren De Beer, Burg en Dubbelboer, alsmede
de leden van de fracties van D66 en GPV/RPF/SGP.
De Voorzitter: Het is duidelijk welk advies naar de commissie gaat. Ik vraag mij nog
wel af of de opmerking van mevrouw Jongedijk onder het motto Stop de kleiduivenmoord,
geheel door dit advies wordt bestreken. In de commissie moet dat maar verder worden
uitgezocht.
Punt 17 (bijlage nr. 94).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Programma Flankerend Ouderenbeleid 1988.
De heer Meerdink: Mijn fractie stemt grotendeels in met het Programma Flankerend
Ouderenbeleid, met uitzondering van onderdeel 1.4 Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden
(SBL). De SBL vraagt subsidie voor emancipatorisch educatief werk voor ouderen. Dat
verzoek wordt afgewezen. Eerst wordt echter geconstateerd dat gespreksgroepenwerk
verricht moet worden door betaalde krachten. Vervolgens wordt gememoreerd dat niet
over methoden gepraat zal gaan worden, maar wordt wel een financiële grens gesteld
waardoor in feite nog maar één methode mogelijk is tenzij men vrijwilligers daarvoor gaat
aanstellen. Om te proberen deze zaak ongedaan heeft mijn fractie een motie gemaakt die ik
nu zal voorlezen.
„De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op
28 maart 1988,
overwegende dat:
- het emancipatorisch educatief werk voor ouderen een gewaar
deerde aanvulling is op de voorzieningen voor zelfstandig wo
nende ouderen;
- dit werk door betaalde krachten verzorgd dient te worden;
- het stellen van een financiële grens aan de kosten van professi
onele begeleiding per groep in het commentaar op de desbetref
fende subsidie-aanvraag op geen enkele wijze onderbouwd
wordt
- het stellen van een dergelijke grens impliciet een oordeel in
houdt aangaande de gewenste methode van werken;
- er geen financiële motieven zijn om de gevraagde subsidie niet
te verlenen,
besluit het college van b. en w. tot een betere onderbouwing van
het desbetreffende voorstel uit te nodigen en de besluitvorming
aangaande onderdeel 1.4 van het Programma Flankerend Ouderen
beleid 1988 tot nader order uit te stellen."
De motie is mede-ondertekend door mevrouw Westra. (De Voorzitter: De motie is voldoen
de ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Wat betreft de laatste overweging van de motie nog het volgende. Er is nog genoeg
geld over, want er wordt zelfs nog een ronde gestart om nagekomen subsidieverzoeken
binnen te krijgen.
De heer Miedema (weth.) heeft inmiddels de vergadering verlaten.
De heer IJestra: Programma Flankerend Ouderenbeleid 1988. Ouderen dienen zo lang
zij dat wensen in staat te worden gesteld zelfstandig te wonen, aldus een citaat uit ons
verkiezingsprogramma 1986. Om deze wens gestalte te geven is een goed flankerend oude
renbeleid daarbij voorwaarde. De invoering van de Welzijnswet, met ingang van 1 januari
1987, heeft onder andere consequenties voor de bevoegdheden van provincie en gemeente
op het terrein van het flankerend ouderenbeleid. In het ons gepresenteerde programma
17
wordt naar de mening van mijn fractie daaraan op een verantwoorde wijze gestalte gege
ven. De financiële ruimte zal de mogelijkheden bepalen voor de initiatieven die aangedra
gen worden door de plaatselijke groeperingen en instellingen.
Mijnheer de voorzitter, de VVD-fractie kan zich vinden in het aangeboden Programma
Flankerend Ouderenbeleid 1988 en gaat derhalve akkoord met het raadsvoorstel.
De heer Ybema: D66 is voor de voorstellen die betrekking hebben op het Programma
Flankerend Ouderenbeleid 1988 met uitzondering van de subsidie aan een politieke partij
genoemd onder punt II.7. Het gaat bij die aanvraag met name over het informeren van de
deelnemers/partijgenoten omtrent het flankerend ouderenbeleid om vervolgens tot beleids
aanbevelingen aan de politiek te komen. D66 vindt die activiteit bij uitstek bedoeld voor
het Centraal Orgaan Samenwerkende Ouderenbonden in Nederland (COSBO), afdeling
Leeuwarden. De aanvraag van het COSBO Leeuwarden waarin het ook gaat om het infor
meren van ouderen omtrent het ouderenwerk en het ouderenbeleid, ligt in dezelfde sfeer.
Dat betekent dat alleen al op grond van het gehanteerde criterium, ik citeer: „De activi
teit dient niet door een andere voorziening ter plaatse reeds te worden aangeboden." vol
gens D66 het verzoek van de politieke partij zal moeten worden afgewezen.
Er speelt voor ons echter een argument dat wij eigenlijk nog veel belangrijker vinden.
Volgens D66 moeten de ouderenorganisaties in dit geval het COSBO, afdeling Leeuwarden,
worden gestimuleerd om de oudere mensen te motiveren om zich te organiseren en langs
die weg belangenbehartiging mogelijk te maken. De subsidie van een politieke partij met
dit zelfde doel ondermijnt volgens ons de activiteiten van de ouderenbonden. De bunde
ling van de krachten in de ouderenbonden die nu juist op gang komt zal volgens ons zo
veel mogelijk moeten worden versterkt. Dat is een reden te meer voor ons om deze subsi
die af te wijzen.
De heer Rozema: Mijn fractie ondersteunt de bezwaren van de heer Ybema. Daarnaast
zou ik ook willen noemen het feit dat wij het toch twijfelachtig vinden dat de politiek de
politiek gaat subsidiëren. In dit geval dat de gemeenteraad een politieke partij subsidi
eert. Samengevat, wij zijn tegen de subsidie genoemd onder punt II.7.
De heer E.M. Janssen: Ik wil graag reageren op de opmerking van de heer Rozema.
Hij doet alsof hier sprake is van een novum, een nieuwigheid, maar dat is natuurlijk in
het geheel niet het geval. Er zijn allerlei groeperingen die een relatie hebben met politie
ke partijen die subsidie van de gemeente Leeuwarden ontvangen.
De heer Heere (weth.): De heer Meerdink heeft gezegd dat hij bezwaar heeft tegen
het niet geheel honoreren van de aanvraag genoemd onder punt 1.4 van de Stichting Be
jaardenwerk Leeuwarden. Ook het college heeft in dat verband een afweging moeten ma
ken. Het belangrijkste argument is - dat staat ook in het stuk verwoord - dat er vol
doende gelegenheid is voor de SBL om professionele ondersteuning uit het eigen reguliere
budget te bekostigen en dat alleen datgene wat nu extra moet gebeuren met behulp van
het geld dat wij ter beschikking stellen in voldoende mate kan gebeuren. De afweging is
dus uitgevallen zoals wij in het stuk hebben verwoord. Er is onzes inziens voldoende geld
om deze activiteit op een behoorlijke manier uit te voeren. Ik moet dan ook namens het
college de motie van de PAL-fractie ontraden.
De heer IJestra is het eens met de voorstellen.
De heer Ybema heeft problemen met de subsidie die wordt verleend ten behoeve van
een activiteit van de PvdA. Ik zeg niet per ongeluk „activiteit". De heer Ybema zegt dat
wij een politieke partij subsidiëren, maar dat is niet zo. Wij subsidiëren een activiteit die
door een politieke partij wordt georganiseerd en die een open karakter heeft. Ik heb on
langs een uitnodiging ontvangen om mij bij die activiteit aan te sluiten. Of ik dat doe is
nog even de vraag maar ik kan het in ieder geval doen. Er is dus sprake van een open
activiteit. Dat is ook een van de voorwaarden van de Algemene Subsidie Verordening
(ASV). Bovendien is het een activiteit die niet zoals de ASV zegt beoogt de eigen identi
teit van de politieke partij of de organisatie die hierbij in het geding is met name te be
vestigen of te bevorderen. Het gaat om datgene wat men wil gaan doen.
Bovendien ben ik het niet eens met de heer Ybema dat er sprake is van een doublure
met de activiteit die het COSBO organiseert. Er is eerder sprake van een aanvulling. Dat
betekent dat ook zijn andere argument naar mijn mening geen hout snijdt.
Overigens zie ik nu op mijn papier dat de uitdrukking „de politiek subsidieert de po
litiek" niet van de heer Ybema maar van de heer Rozema afkomstig is. Ik heb de heer
Rozema hiermee dan tegelijkertijd beantwoord.
De heer Janssen heeft een deel van het antwoord dat het college had willen geven al
gegeven, namelijk dat hier geen sprake is van een nieuwigheid. Het is zo langzamerhand
gemeengoed dat er binnen ons sociaal-cultureel programma regelmatig activiteiten van on
derdelen van politieke partijen worden gesubsidieerd. Het gaat bovendien om de activiteit