- 22 -
vernieuwingsbeleid da+ wij belangrijk vinden niet moeten worden opgeheven, want anders neem je
je eigen beleid niet serieus. Je kunt het niet maken om tegen de Zamenhofschool te zeggen: het
is prachtig wat jullie doen, het past helemaal in ons beleid, wij vinden het hardstikke
belangrijk, maar het is jammer voor jullie wij heffen de school op want wij vinden dat het nu
even geen rol moet spelen. Als bestuur van het openbaar onderwijs word je dan natuurlijk wel
heel erg ongeloofwaardig. In die zin wil ik de raad ook ten sterkste ontraden om de motie van
de heer Krol te steunen.
Mevrouw Westra heeft een verhaal gehouden dat in feite het standpunt van het college
ondersteunt. Zij is op de reactie van het CDA ingegaan op een manier die ik haar niet na kan
doen. Ik zal ook niet een poging wagen in die richting.
Voor de heer Heidstra geldt hetzelfde, voorzitter. Ik denk dat ik op zijn reactie ook
voldoende ben ingegaan.
De Voorzitter: De tweede termijn vindt plaats na de pauze die ik nu afkondig. Ik verzoek
het seniorenconvent en wethouder VI ietstra even bijeen te komen op de VertrekkamerMevrouw
Lantermans gaat naar ik aanneem naar het Blanke Ruim waar de raad gelegenheid heeft om nader
met haar kennis te maken.
De Voorzitter schorst, om 21.00 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.25 uur, de vergadering.
Punt 27 vervolg>
De Voorzitter: Aan de orde is de tweede termijn van agendapunt 27.
De heer Ybema: Voorzitter, ik wil in tweede termijn volstaan met te reageren op de motie
van het CDA. Ik kan mij echter helemaal vinden in de antwoorden die de wethouder namens het
col lege heeft gegeven.
De heer Krol heeft namens een deel van zijn fractie een motie ingediend die uiteindelijk
leidt tot de keuze voor het opheffen van de ZamenhofschoolDat gebeurt op grond van de twee
overgebleven criteria: de spreiding van de scholen over de gemeente en het perspectief van de
scholen. Anderen hebben in eerste termijn al gezegd dat bij het handhaven van die twee criteria
op de twee in het geding zijnde scholen, de Finne en de Zamenhofschooldan de keuze bepaald
niet duidelijk is. Een en ander concentreert zich dan toch op het leerlingenperspectief. In dat
verband heb je te maken met een betrekkelijk gering verschil tussen beide scholen naar het jaar
2000. Uiteindelijk komt de Zamenhofschool daar nog iets zwakker uit dan de Finne. Ik vind ech
ter dat je die cijfers bepaald niet absoluut moet hanteren, omdat je dan heel verkeerd bezig
bent.
Ik heb nog eens heel duidelijk gekeken in de spreidingsnotitie naar het perspectief voor
de ZamenhofschoolIk citeer: "Daarbij is uitsluitend gekeken naar de verwachte ontwikkeling in
het "officiële" voedingsgebied. De Zamenhof krijgt echter in toenemende mate ook leerlingen uit
andere buurten; de omvang van deze I eer Iingenstroom is echter moeilijk te schatten en is mede
afhankelijk van niet of nauwelijks grijpbare omstandigheden." Deze passage geeft heel duidelijk
aan hoe voorzichtig je moet zijn met te absoluut hanteren van deze aantallen. Daarom vind ik
het maken van een keuze op grond van deze aantallen ook niet verantwoord. Om dan wel uit die
lastige keuze te komen, vind ik het volstrekt legitiem dat je dan het derde criterium hanteert
waarbij heel nadrukkelijk het eigen vastgestelde gemeentelijke onderwijsbeleid als maatstaf
wordt gehanteerd. Alleen dat zal leiden tot een verantwoorde keuze in deze lastige zaak. Ik zal
de motie van het CDA daarom ook niet ondersteunen.
- 23 -
De heer Rozema: Ik wil in tweede termijn alleen een reactie geven op de motie van het CDA,
mijnheer de voorzitter. In eerste termijn heb ik reeds gesteld dat het derde criterium onzes
inziens wel legitiem is. Ik ben het zeker met de heer Krol eens dat het een moeilijk hanteer
baar en wellicht ook niet altijd objectief criterium is. Ik ga er echter vanuit dat de toetsing
op verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden. Vandaar dat ik de motie van het CDA niet kan
ondersteunen.
De heer Krol: Voorzitter, ik heb in eerste termijn al gezegd dat er bij ons sprake was van
een moeilijke afweging. Wij hebben dat erg serieus willen doen en willen anderen In ieder geval
recht in de ogen kunnen blijven kijken. Er mag van ons niet weer gediscussieerd worden over dat
derde criterium. De heren Ybema en Rozema hebben onder meer bevestigd dat er toch enkele vraag
tekens in ieder geval rondom het derde criterium blijven hangen. Ik heb in eerste Instantie be
toogd, maar misschien is dat bij sommigen niet erg duidelijk overgekomen, dat er genoeg vraag
tekens te plaatsen zijn bij het derde criterium. Vandaar dat wij dat afwijzen.
Óns verhaal is ook niet willekeurig. Het is een verhaal waarmee wij begonnen zijn en dat
wij consequent hebben volgehouden. PAL noemt dat verrassend. Nou dat kan natuurlijk altijd. Ik
begrijp echter niet dat mevrouw Westra het begrip onvermogen erop plakt. Ik heb liever dat men
over zo'n serieus onderwerp ook inhoudelijk van gedachten wisselt als men het tenminste niet
met elkaar eens is. Mevrouw Westra heeft de tekst van een liedje aangehaald. Ik vind dat wel
leuk, maar ik zou tegen mevrouw Westra willen zeggen: Kies exactl Dat hebben wij gedaan.
Voorzitter, ik wil het hierbij laten.
n
Mefrou Westra: Ik fyn it hiel goed om mei in tsjinutstel te kommen as dat in utdrukking is
fan jins politike tinkbylden oer in bepaalde kwestje. Ik mis dy politike tlnkbylden yn it fer-
haal fan it CDA. Der wurdt net sein fan: Sa komme wy ut op in kar dy't rjochtfeardiger is. It
CDA lit ien en oar allinne ofhingje fan de sifers. It is dudlik dat dy sifers prognoazes binne,
dêr't in bepaalde banbreedte yn sit. Ik fyn it nochal in gefaarlike eksersysje om it sa kwasy
eksakt oan te pakken.
Wat it politike unfermogen oanbelanget. Ik taksearje seis it proses in bytsje sa dat it
CDA him sa lang op de flakte halden hat en him sa distansiearre hat fan it kolleezje-utstel en
op it léste momint der net mear underut koe om mei in alternatyf te kommen. Yntusken is it wol
dudlik dat dat alternatyf it net hel je sil. (De heer Krol: Dat is een mooie uitleg van mevrouw
Westra. Het is natuurlijk niet zo dat er geen weg terug is en dat wij zo wel moeten. Vanaf het
begin - u kunt daar het verslag van de vergadering van de Commissie voor het Onderwijs op nale
zen - hebben wij inhoudelijk beargumenteerd dat wij het niet eens zijn met het derde criterium.
Dat is in de tweede commissievergadering ook gebleken. En dat blijkt nu weer. Het is geen kwes
tie dat er geen terugkeer meer mogelijk is. Het is een bewuste keuze om scholen die onderhevig
zijn aan opheffing recht in de ogen te kunnen kijken.)
De heer Heidstra: Ik wil eerst reageren op de laatste woorden van de heer Krol, want daar
uit blijkt wel dat hij vanaf het begin vrij onduidelijk is geweest. Pas in de laatste commis
sievergadering Is hij gekomen met het voorstel dat hij vanavond in de motie naar voren brengt.
(De heer Krol: Maar dat hoeft ook niet eerder, mijnheer Heidstra.) U hebt altijd gezegd dat u
de reacties van het veld afwacht. U bent altijd mooi op de vlakte gebleven tot op het laatste
moment
Ik ga nu naar het antwoord van de wethouder. Ik wil daar slechts één opmerking over maken.
Uit de allerlaatste gegevens blijkt mij dat het aantal leerlingen op de Finne na de grote va
kantie nogal teruggelopen is. Is het mogelijk - ik weet dat het voor definitieve besluitvorming
hieromtrent vrij moeilijk is - om alvast te beginnen met de voorbereiding van een eventuele
fusie en die zaak nu al enigszins te gaan begeleiden, zodat wij dat soort ongewenste situaties
tegen kunnen gaan?
Tot slot nog een opmerking over de CDA-motie. Er zitten voor mij een paar onduidelijkheden