- 24 -
in deze motie. In de tweede overweging staat dat niet elke school tegelijkertijd in staat is om
deel te nemen aan het landelijk en/of lokaal onderwijsvernieuwingsbeleid. Ik vraag mij af wat
het CDA hiermee bedoelt in het kader van het derde criterium, want dat is mij onduidelijk. Er
wordt namelijk niet meer gesproken over scholen die meedoen aan landelijk en/of lokaal onder
wijsbeleid. In de nota van het college wordt gesproken over de rol van de school in het lan
delijk en/of lokaal onderwijsbeleid en dat komt in de motie niet naar voren. Ik zou daar wel
graag een verduidelijking van de heer Krol op willen hebben. (De heer Krol: De heer Heidstra
kan die verduidelijking nu direct krijgen. In het criterium staat inderdaad "de rol". Maar als
u de spreidingsnotitie erop naleest dan wordt dat uitgewerkt en wordt er een plus of een min
gezet bij het al of niet deelnemen aan een vernieuwingsproject, een voortrekkersactiviteit. De
heer Heidstra kan dus nu begrijpen wat het CDA bedoelt.) Dan leest u precies uit de nota wat u
in dit kader wilt lezen uit de nota. (De heer Krol: Ja, maar daar hebben wij allemaal wel eens
last van!) Verder op in de notitie staat het verhaal dat het duidelijk om een meerwaarde voor
de scholen gaat. De heer Krol zei zojuist tegen mevrouw Westra: Kies exact. De basis van de
wiskunde zijn de feitelijkheden en niet de prognoses. Mijn fractie zal de motie van het CDA dus
niet steunen, mijnheer de voorzitter.
Mevrouw VI ietstra weth.) Voorzitter, ik zou alleen nog willen reageren op de heer Krol,
omdat ik er toch wat moeite mee heb als hij zinnen gebruikt als: Ik wil anderen recht in de
ogen blijven kijken en er blijven vraagtekens hangen bij het derde criterium. Dat suggereert
dat er toch iets niet in de haak zou zijn met dat criterium en daar heb ik erg veel moeite mee.
Het is op zich een helder criterium. De vraag is of je het wel of niet toe wilt passen. De heer
Krol zegt dat hij dat niet wil. Ik heb uitgelegd waarom het college vindt dat het wel moet. Wij
moeten er vind ik nou niet zo'n schimmig sfeertje omheen hangen alsof de een dan nog wel en de
ander niet meer bepaalde scholen recht in de ogen kan kijken; dan trek je de zaak toch wel een
beetje uit zijn verband.
Het gaat om het formuleren van drie criteria. De meerderheid van de raad stemt daarmee in.
Voor mijn gevoel zijn het drie objectieve criteria. Als je die legt op de situatie die aan de
orde is dan kom je tot deze afweging. Nogmaals, als de heer Krol vindt dat dat criterium niet
mee moet wegen dan is dat zijn goed recht, maar ik vind dat wij de discussie zuiver moeten hou
den en die niet op deze manier moeten gaan voeren.
Ik wil het hierbij laten.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming de motie die is
ingediend door de heer Krol.
De motie van de heren Krol en Koopmans wordt verworpen met 27 tegen 7 stemmen.
(Voor de motie stemmen van de CDA-fractie mevrouw Willemsma-de Jong en de heren Bilker,
Boe lens, Koopmans, Krol, Pruiksma en Sijbesma.)
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 27.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
toezegging van de wethouder en met aantekening dat van de CDA-fractie mevrouw Willemsma-de Jong
en de heren Bilker, Boelens, Koopmans, Krol, Pruiksma en Sijbesma wensen te worden geacht tegen
te hebben gestemd.
Punt 28 (bijlage nr. 299)
De Voorzitter: Aan de orde is Verordening gemeentelijke scholen voor voortgezet onderwijs
te Leeuwarden.
De heer Krol: Voorzitter, wij zijn het eens met de in de raadsbrief genoemde overwegingen
om te komen tot een verordening voor gemeentelijke scholen voor voortgezet onderwijs. Een goede
zaak. Wij kunnen ons in grote lijnen vinden in de vast te stellen verordening, maar wij hebben
nog wel een aantal vragen en opmerkingen.
In de eerste plaats wordt bij het onderdeel schoolwerkplan, artikel 57 van de verordening,
in het bijzonder aandacht besteed aan emancipatorische aspecten en een opdracht tot uitwerking
van maatregelen tegen ongewenste intimiteiten. Het CDA is het daarmee eens. Maar waarom is er
geen melding gemaakt van bijvoorbeeld het onderwerp vredesonderwijs? Wordt er misschien veron
dersteld dat vredesonderwijs een geïntegreerd onderdeel uitmaakt van andere wettelijk voorge
schreven vakken? Is dat het geval dan kan ik mij voorstellen dat dit onderwerp is weggelaten.
Ik wil graag een verduidelijking ter zake van het college.
In de tweede plaats wordt het vak Fries niet met name genoemd in de verordening. Hoewel
Fries geen verplicht vak is in het voortgezet onderwijs, zijn wij van mening dat er in Fries
land en dus ook in Leeuwarden in het voortgezet onderwijs aandacht aan het Fries zal moeten
worden besteed. Op dit moment heb ik niet helder voor ogen of dat in Leeuwarden al gebeurt.
Mocht dat niet het geval zijn dan zouden wij het op prijs stellen wanneer hier aandacht aan
wordt besteed in de notitie over het Fries in de gemeente Leeuwarden die naar ik meen In 1988
zal verschijnen onder verantwoordelijkheid van wethouder Kessler.
In de derde plaats wil ik een opmerking maken over artikel 57, lid 1, sub p, van de veror
dening, dat spreekt van een verbod op het roken binnen de onderwijsruimten van de school. Wij
kunnen ons voorstellen dat, ter bescherming van niet-rokers, naast rookvrije onderwijsruimten
ook andere ruimten, zoals een kantine, rookvrij worden gemaakt. Voorzitter, tijdens de bespre-
kingin de eerstvolgende vergadering van de Commissie voor Algemene Zaken van het voorstel tot
het instellen van een rookverbod in openbaar toegankelijke ruimten in gemeentelijke gebouwen
zullen wij hierop terugkomen. Ik wil dan nu nog wat andere zaken aansnijden.
Wij missen in de verordening een artikel dat handelt over vertrouwelijk verstrekte gege
vens van een leerling aan een leerkracht/decaan of een lid van de schoolleiding, dit uit
pri vacy-beschermi ng.
Het lijkt ons eveneens verstandig om een klachten- en beroepsrecht in de verordening in te
bouwen zoals omschreven in het leerlingenstatuut van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs.
Wij willen in verband hiermee de volgende twee moties indienen. Ik heb de moties alvast
genummerd, namelijk motie I en motie II. (De Voorzitter: Laat u dat maar aan de voorzitter
over. Ik maak er motie A en motie B van.)
Motie A.
"De gemeenteried fan Ljouwert, gearkommende op 24 oktober 1988,
behanneljend de "Verordening voor de gemeentelijke scholen voor voortgezet
onderwij s",
betinkende dat it ut it eachpunt fan privacy-beskerming fan de learling
winsklik is in bepaling oangeande fertroulike ynformaasje op te nimmen,
beslut de folgjende bepaling oan de feroardering ta te foegjen:
"Informatie die door de leerling vertrouwelijk is verstrekt aan een leer
kracht, decaan of lid van de schoolleiding, wordt niet anders dan na toe
stemming van de betrokken leerling aan derden gegeven."
Motie B.
"De gemeenteried fan Ljouwert, gearkommende op 24 oktober 1988,
behanneljend de "Verordening voor de gemeentelijke scholen voor voortgezet