- 12 -
ma: Ja, i nder daad-Dan moet ik dat terugnemen. (De heer Koopmans: Ik verbaasde mij toen nog.)
Ja, nu herinner ik het mij weer. Hoe het zij, ik constateer dat wij er niet in geslaagd zijn de
heer De Beer te overtuigen. Het zal ook duidelijk zijn dat de heer De Beer er niet in is
geslaagd ons te overtuigen.
De heer Meerdink zegt dat hij niet gezegd heeft dat het hier gaat om een zaak van het
college alleen, maar dat deze zaak is behandeld als een zaak van het college en de collegepar
tijen alleen. Ik wil er nog eens op wijzen dat in het college de CDA-wethouders geen enkele
aanleiding hebben gezien om te zeggen: Wij vinden dat wij er ook bij moeten. De CDA-wethouders
zijn volledig akkoord gegaan met de procedure zoals die gevolgd is en daar zou mutatis mutandis
hetzelfde kunnen gelden.
Voor het overige kan ik denk ik verwijzen naar de reactie die mevrouw De Haan heeft gege
ven. Zij heeft het mij wat dat betreft in niet geringe mate gemakkelijk gemaakt doordat zij een
beduidend deel van de verdediging reeds voor haar rekening heeft genomen. Wat er overblijft is
dat een aantal uwer blijkbaar niet tevreden is over de gang van zaken maar wel over het resul
taat - ik heb dat goed beluisterd -, dat wij er niet in geslaagd zijn een aantal uwer te over
tuigen en dat omgekeerd u er bepaald niet in geslaagd bent om ons te overtuigen van de onjuist
heid van de gekozen procedure. Nogmaals, wat er overblijft is het resultaat.
Ik stel voor dat wij thans overgaan naar de stemming. Wij zullen de uitslag van de stem
ming meteen opmaken, want mevrouw Lantermans zit op de publieke tribune met klamme handen te
wachten hoe het resultaat zal zijn.
Benoemen gemeentesecretaris.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
mevrouw ir. J.A. Lantermans.
Benoemd wordt de aanbevolene met 30 stemmen (5 stemmen blancd
De Voorzitter: De benoeming van mevrouw Lantermans is hiermee een feit. Ik denk dat zij
hier nog wel even even blijft. Ik stel voor dat zij in de pauze om negen uur op het Blanke Ruim
is zodat de raadsleden gelegenheid hebben kennis met haar te maken.
Punt 5b bij lage nr. 293)
Benoeming in diverse commissies.
Aanbeveling van burgemeester en wethouders:
1. Commissie voor Algemene Zaken
2. Commissie voor het Onderwijs
3. Commissie voor Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesti ng
4. Bestuurscommissie voor het Centrum voor
Beroepsoriëntatie en Beroepsoefening
de heer Jde Beer
mevrouw F.J. van UI zen-Hakker;
mevrouw F.J. van UI zen-Hakker;
mevrouw F.J. van UI zen-Hakker.
Benoemd worden de aanbevolenen met algemene stemmen.
- 13 -
De dames V1sscher-Bouwer en Wlllemsma-de Jong vormden met de voorzitter het stembureau.
De heer BIjkersma heeft inmiddels de vergadering verlaten.
Punten 6 t.e.m. 9 (bijlagen nrs. 304, 289, 292 en 294)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 10 (bij lage nr. 317)
De Voorzitter: Dit punt luidt: Verbouw en nieuwbouw St. Elizabethklooster (artikel
19-procedureD
De heer De Beer: Mijnheer de voorzitter, onderaan op bladzijde één van de raadsbrief staat
dat het definitieve inrichtingsvoorstel onlangs van de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting haar instemming heeft verkregen in haar vergadering van 13 september 1988. Ik
heb die vergadering ook bijgewoond, maar ik kreeg toen de indruk dat een groot deel van de com
missieleden het niet eens was met het voorstel dat daar ter tafel lag. Mocht dit inmiddels een
ander voorstel zijn dan wil ik dat graag van de wethouder weten.
n
De heer Ybema: Ik wil mij graag bij de woorden van de heer De Beer aansluiten. Wij hebben
in de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting nogal indringend gesproken over
de inrichting van het binnenterrein. Er waren op zijn minst drie fracties die uitdrukkelijk be
zwaren hadden tegen het voorstel dat er lag. Wat dat betreft is de wethouder zeker namens het
college een antwoord schuldig.
De heer Timmermans weth.) Voorzitter, de heren De Beer en Ybema hebben gelijk, maar in
de raadsbrief staat dat de commissie heeft Ingestemd. Dat betekent dus in Ieder geval de meer
derheid van de commissie in casu de meerderheid van de raad.
De heer De Beer: Ik geloof dat dat niet helemaal correct is, mijnheer de voorzitter. Er
zijn in de commissievergadering drie fracties geweest die bezwaar hebben gemaakt tegen de in
richtingsplannen zoals die toen ter tafel lagen. Als je de neuzen telt en het blijkt dat de
commissieleden van de PvdA-fractie en de CDA-fractie voor zijn, dan kun je zonder meer datgene
stellen wat de heer Timmermans nu stelt. Ik vind dat dit voorstel terug moet naar de commissie,
waarna het opnieuw in de raad kan worden behandeld. Ik wil wel graag precies weten wie voor het
voorstel zijn. Het is niet correct om te zeggen dat twee commissiel eden van de PvdA-fractie
voor zijn en dat je dan mag aannemen dat de hele PvdA-fractie voor is. Zo ligt de zaak natuur
lijk niet. In het verleden is tenminste wel eens anders gebleken.
De heer Ybema: Voor de volledigheid sluit ik mij aan bij de woorden van de heer De Beer.
De heer Timmermans (weth.) Ik wil nogmaals zeggen dat de heren De Beer en Ybema gelijk
hebben als zij constateren dat een drietal fractievertegenwoordigers tegen dit inrichtingsvoor
stel hebben gestemd. Dat wil niet zeggen dat daarmee de hele commissie voor is. Als dat de
beeldvorming is die hieruit naar voren komt dan hebben beide sprekers gelijk. Wij hebben echter