- 53 -
Minimabeleid is daarmee bezig en onderzoekt momenteel op welke wijze de doelstellingen van dat
fonds kunnen worden geïntegreerd in dat minimabeleid. Voorstellen daarvoor komen begin volgend
jaar deze kant op. Het "Buff er fonds" In Nijmegen Is ons ock bekend, evenals het plan dat men op
dit punt in Amsterdam heeft opgesteld. Het voornemen bestaat om beide gegevens bij die beleids
ontwikkeling te betrekken.
Er Is gevraagd naar de toekomstige structuur van het voortgezet onderwijs. Na de uitge
breide discussie die daarover vorige week in deze raad is gevoerd wil ik daar maar niet meer al
te diep op in gaan. Van één aspect wil ik toch Iets zeggen. De heer Ybema heeft namelijk gezegd
dat de besluitvorming over dat onderwerp niet democratisch zou zijn. Dat verbaast het college
zeer, want de helft plus één is nu eenmaal het meest democratische uitgangspunt dat je maar
kunt hebben. Ik neem uiteraard niet aan dat de heer Ybema bedoelt dat het allen min één zou
zijn en dat dat democratischer zou zijn. Overigens merk ik op dat daar waar geen eenstemmigheid
heerst, nog niet zonder meer gezegd is dat de stem van de minderheid niet gehoord zou worden en
niet bij de voorstellen zou worden betrekken.
De heer Ybema heeft daarbij opnieuw het consultatief referendum ter sprake gebracht en
gevraagd of dat ock in dit verband niet eens opnieuw aan de orde kan worden gesteld in verband
met het draagvlak dat nodig Is ock voor dit onderwerp. Mevrouw Vlietstra heeft vorige week tij
dens het debat al gezegd dat de insprak en de medezeggenschap die allerlei geledingen In het
onderwijs al hebben toch wel voldoende draagvlak kunnen opleveren. Dat Iedereen het daar niet
met elkaar eens Is is op zich zelf nog geen veroordeling voor het democratisch gehalte van de
manier van handelen. In de desbetreffende onderwijswetgevIng Is een zeer uitgebreide mede-
zeggenschapsregelIng opgenomen. Het consultatief referendum doet daar denk Ik alleen maar
afbreuk aan. Overigens hebben wij daar bij de behandeling van de Nota Bewonersparticipatie en
buurtbeheer ock al met elkaar over gespreken. Toen hebben wij afgespreken dat wij na verloop
van een aantal Jaren eens zouden kijken of zich een aantal onderwerpen voor een dergelijke
behandeling zou lenen. Ik vind dat wij daar maar op moeten wachten.
Het onderwijs In de eigen taal en cultuur Is door de CDA-fractie aan de orde gesteld met
een beetje de stellingname dat dat niet goed loopt. Wij kunnen intussen zeggen: het liep niet
goed. Inmiddels is er door overleg met alle mensen die daarbij betrekken zijn, ock de mensen
van het protestants-christelijk onderwijs, een aanpdc gevonden die kan lelden tot een aanpak
die wel bevredigend is. Wij hebben daarover inmiddels ock een nota vastgesteld die binnenkort
in de Inspraak komt.
Dan het kunstonderwijs en het Conservatorium. Daar zijn wel de nodige zorgen. Wij moeten
wat dat betreft niet alleen naar het Conservator I urn k ijken. In feite kunnen wij constateren dat
zowel de AVEK, als de ABK als het Conservatorium gevaar lopen. Eigenlijk zou dat voor geen van
drieën het geval moeten zijn. Wij zullen er alles op moeten zetten om te zorgen dat wij die
subsectoren als het even kan in onze gemeente houden. Dat het aantal leerlingen dan misschien
niet genoeg Is en dat het wel moeilijk zal worden, Is mijns Inziens nog niet voldoende aanlei
ding om daar nu al onmiddellijk het hoofd voor in de schoot te leggen. Wij kunnen ons namelijk
beroepen op een convenant dat de provincie Friesland met de minister van Onderwijs heeft geslo
ten en dat ons toezegt dat het kunstonderwijs In Friesland zal worden ontzien. De CDA-fractie
wil met haar motie die zij heeft Ingediend dat nog eens nadrukkelijk onderstrepen. Nu is het
met moties waar het college het mee eens is meestal zo dat wij zeggen dat wij die wel willen
overnemen. In dit geval denken wij dat het om tactische redenen beter is om de raad van harte
aan te bevelen de motie te steunen. Het college wil de motie dus wel In stemming brengen en wil
graag dat de raad die dan aanneemt.
Mevrouw De Haan heeft gevraagd naar de landelijke uitstraling van de Thorbecke Academie.
De ervaringen met deze academie zijn nog maar betrekkelijk kort, want de school bestaat nog
niet zo lang. De eerste Indrukken zijn echter heel positief. Het aantal studenten dat van
bulten Friesland komt Is van 40In 1986 Inmiddels gestegen tot 65? vorig Jaar. Ik denk dat dat
op zich zelf wel Iets zegt over deze school. De leer l i ngen komen eigenlijk uit alle windstreken
van het land. Ock verzoeken om allerlei voorlichtingsbijeenkomsten In het midden, zuiden en
westen van het land te beleggen om de school wat beter Ingang te doen vinden zijn nogal fre
quent. Mij is verteld dat ock docenten en studenten heel actief deelnemen aan allerlei lan
delijke activiteiten op het vlak van bestuurskunde en de studie van het openbaar bestuur. Ik
- 54 -
heb de indruk dat de Thorbecke Academie bezig Is zich ock op dat terrein waar te maken.
Voorzitter, de PAL-fractle heeft een vraag gesteld waar ik zo u zult begrijpen wat mee
zit, maar waar ik wel een antwoord op heb. PAL heeft namelijk gevraagd wat nog de kracht is van
de socialistische onderwijsidealen In een vereconomiseerde discussie. Los van de vraag dat ik
wel eens zou willen weten wat een "vereconomiseerde discussie" is - ik zou mij kunnen
voorstellen dat dat een korte discussie is - denk ik dat Ik namens het college en dus de PvdA
- dat zeg Ik dan maar even in de richting van PAL - mag zeggen dat ons geen signalen hebben
bereikt dat de kracht van die onderwijsidealen nog maar enigszins zou zijn afgenomen. (De heer
Prulksma: Zo zij al bestaan!) Ik moet namens het college spreken, mijnheer Pruiksma. (De heer
Ten Hoeve: Kost dat moeite?) Ik stel dat alleen vast.
Tot slot nog een paar opmerkingen over het minimabeleid. De CDA-fractie heeft gezegd dat
het minimabeleid doorzichtig moet zijn en samenhang moet hebben. Het eerste begrip heeft te
mek en met een duidelijke voorlichting. Het voornemen is om daar de grootst mogelijke aandacht
aan te geven op alle mogelijke manieren zoals in Aan de Grote Kick en voorlichtingsfolders van
de GSD. Wat de samenhang betreft wijs ik op het bestaan van de stuurgroep en met name de
samenstelling daarvan. Naast de wethouder van sociale zduen zijn daarbij betrekken deskundigen
op het gebied van financiën en belastingen, ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, welzijn
en onderwijs. Die samenhang is dus op voorhand aannemelijk.
De heer Ybema heeft gevraagd hoe ver je als tckale overheid moet gaan met het opvangen van
de negatieve gevolgen van rijksbeleid in verband met de armoedeproblematiek. Hij heeft in dat
verband ock gevraagd of je in VNG-verband niet iets moet doen. Het antwoord Is ja en het
gebeurt al. Ik weet uit eigen waarneming dat de VNG met name als het gaat om de beweking van
het bestuursakkoord en eventuele deelakkoorden heel alert is. Vooral als het gaat om financiële
gevolgen van allerlei overheidsmaatregelen op rijksniveau springt zij voortdurend op de
ketting. Ock wat dat betreft doet de VNG goed werk.
Ik wil het hierbij laten, voorzitter.
De Voorzitter schorst, om 21.10 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21.30 uur, de vergadering.
De heer Timmermans (weth.): Ik wil gelet op de eenheid in reacties van een aantal fracties
In mijn verhaal eerst uitwijden over twee hoofdthema's en vervolgens een aantal afzonderlijke
vragen beantwoorden.
Een van de gemeenschappelijke thema's heeft betrekking op de centrumpositie, de stedelijke
kwaliteit en de Vierde nota over de ruimtelijke ordening. Ik wil beginnen met de centrumpositie
van Leeuwarden In het Noorden.
De PvdA heeft een motie Ingediend over de aansluiting van Leeuwarden op het Interclty-
EurocityspoorwegennetU zult begrijpen dat deze motie en met name de motivering daarvoor wordt
gezien als beleidsondersteunend. Het college beveelt deze motie derhalve graag aan bij de
raad.
Ock de CDA-fractie heeft met betrekking tot de noodzaak dat Leeuwarden onderdeel gaat uit
maken van het gedeelde noordelijke knooppunt Groningen-Leeuwarden een motie ingediend. Ock deze
motie wordt door het college onderschreven en aan de raad aanbevolen.
Ik zou belde fracties willen vragen eens te bezien of het misschien zinvol Is deze twee
moties te Integreren, want zij hangen heel nauw met elkaar samen. Bovendien komt dat de duide
lijkheid in Den Haag ten goede.
De CDA-fractie constateert eveneens, net als D66, dat het gedeelde knooppunt Gron1ngen-
Leeuwarden weliswaar formeel het standpunt van de provincie Friesland is, maar dat uit signalen
anderzijds weieens de Indrik wordt gekregen dat dat inhoudelijk - als het op daden aankomt -
niet zonder meer wordt waargemadet. Met name uitspreken in de Commissie Economische Zeken dat
Leeuwarden voorlopig wel genoeg gesteund Is, baren zorgen. Het spreekt mij aan dat de woord
voerder van de CDA-fractie deze zaak vanmiddag naar voren heeft gebracht, want Ik constateer
dat met name In de CDA-fractie binnen de staten van Friesland dat geluid helaas veelvuldig