- 83 - Ik kom bij de opmerking van wethouder Heere over het minimabeleid. Ik kan daarbij meteen de opmerking meenemen die mevrouw De Haan daarover heeft gemaakt. Voor alle duidelijkheid het volgende. D66 ondersteunt het minimabeleid zoals dat de laatste jaren Is ontwikkeld en zoals dat nu nog vorm krijgt volledig. Ock de automatische kwijtschelding die per 1 januari a.s. gaat plaatsvinden heeft onze volledige steun. Wij hebben ock niet geprobeerd aan te geven dat wij op dat punt terug zouden moeten. Zeker niet. Wij hebben geprobeerd bij de ontwikkelingen van het minimabeleid - ontwikkelingen die nu gelukkig bij veel gemeenten plaatsvinden - te wijzen op het effect dat het zou kunnen hebben In de relatie tussen de lagere overheid en de rijkso verheid. Als heel veel lagere overheden een minimabeleid ontwikkelen, dan zou dat de landelijke overheld kunnen stimuleren In het verder gaan met een op dit punt falend rijksbeleid. Sociale gevolgen van dat beleid worden dan afgewenteld naar lagere overheden. Wij vinden dat een heel kwalijke ontwikkeling, omdat de primaire verantwoordelijkheid voor dat sociale beleid, gelet op de uitkeringen die daarmee annex zijn, hoort bij de rijksoverheid. Daarom hebben wij ervoor gepleit ock dit probleem met name In VNG-verband eens aan de orde te stellen. Wethouder Timmermans heeft gezegd dat het op dit moment niet opportuun Is al samenwerking met andere gemeenten te zoeken om te reageren In de richting van het rijk om daarmee de positie van Leeuwarden verder te versterken. In onze algemene beschouwingen hebben wij gewezen op de situatie die zeer waarschijnlijk na zaterdag a.s. zal ontstaan, als In het definitieve stand punt van het Kabinet over de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Leeuwarden niet Is opge nomen als een gedeeld knooppunt. Dan ontstaat er een nieuwe situatie en dan zullen wij ons opnieuw moeten bezinnen op de te volgen strategie. Doelend op die situatie heb Ik gevraagd of het geen goede zaak zou zijn om de mogelijkheid te overwegen om met andere gemeenten die zich In een min of meer vergelijkbare positie bevinden dan handelend op te treden. Het doel daarvan Is vooral om een soort tegenwicht te bieden tegen het blek dat momenteel al Is gevormd door de gemeenten die nu al als knooppunt zijn aangewezen. Die gemeenten trekken nu al gezamenlijk op en dat heeft - dat Is mij duidelijk geworden - al een bepaald effect op landelijk niveau. WIJ moeten proberen om daar tegenwicht tegen te bieden. Ik geef de wethouder echter onmiddellijk toe dat die discussie plaats moet vinden nadat het definitieve standpunt van het Kabinet er Is. Ik heb een reactie gemist van wethouder Timmermans op de suggestie om Leeuwarden te laten aansluiten bij het concept Friesland-Waterland. Ik heb daarover vorig jaar tijdens de algemene beschouwingen een opmerking gemadet. Er Is toen door het college positief op gereageerd. De vraag was daarom nu of er al vordering Is gemaakt met de gedachtevorming daarover. Dan het voorstel van onze kant om te komen tot een hoogwaardig bedrijvenpark op de Ickatle Werpster hoek Ik begrijp best dat daar heel veel problemen en ock financiële kanten aan zitten. Ik denk alleen dat wij op dat punt niet zoveel keus hebben. Op dit moment Is landelijk de ont wikkeling van hoogwaardige bedrijvenparken langs autosnelwegen heel duidelijk waarneembaar. Wij hebben kunnen constateren dat er ock binnen Friesland een aantal gemeenten daar heel actief mee bezig Is, de gemeenten Skarsterlan en Heerenveen. Het zou mij niet verbazen als ock de gemeente Smal IIngerland gelet op haar ligging op dit punt niet stilzit. De achtergrond van onze opmerking Is dat Leeuwarden de aansluiting bij die ontwikkeling niet mag missen en het zich daarom niet kan permitteren om nu nog een paar jaar te wachten. Want als het dan al zo Is dat er Initiatieven In Friesland van de grond komen, dan verkeren wij al weer In een achterstands situatie. En dat zullen wij moeten voorkomen. Daarom ons pleidooi om nu wat ons betreft op zijn minst een soort marktverkennend onderzoek naar deze mogelijkheid te verrichten. Over onze suggestie om tot een woonlckatle ten noorden van Bllgaard te komen, heb Ik van de wethouder begrepen dat die wordt meegenomen In de discussie over het bosplan en struc tuurschets en ock kan worden betrekken bij de nota over de vrije sectorkavels waarover In het begin van het nieuwe jaar zal worden gespreken. Ik zou In tweede Instantie toch wel graag een reactie van het college willen hebben op onze suggestie om het Gemeentelijk Woningbedrijf op te heffen en het wonlngbezlt In te brengen In de resterende Leeuwarder corporaties, om op die manier stimulerend te kunnen functioneren om te komen tot verdere fusies binnen de Leeuwarder corporaties. Je hebt dan Iets belangrijks te bieden, waarmee je volgens mij een en ander kunt realiseren. Ik wil dan nu nog een reactie geven op de Inbreng In tweede termijn van de andere frac- - 84 - ties. De eerste termijn laat Ik zitten, want anders wordt het wel erg lang. De beeldspraak over het loodsbootje, de tanker en volgboot Is er In gegaan als koek. Er Is breed op gereageerd. (Mevrouw De Haan-Laagland: Daar gaat het kennel Ijk om!) Dat doet mij deugd. Er Is ock gevraagd welke positie D66 voor zich zelf ziet In dat hele nautische gebeuren. (De heer J.F. Janssen: Een vuurtoren.) Ja, een vuurtoren zou een heel aardige positie zijn, want die Is belangrijk. Voorzitter, onze positie In deze raad Is bescheiden. Ock onze Inbreng Is bescheiden gelet ock op onze omvang In raadszetels. Tegen die achtergrond zie Ik de positie van D66 meer als een vierde boot die het hele konvooi, bestaande uit een loodsboot, tanker en volgboot, begeleidt. Wij doen dat met constructieve voorstellen om op die manier te proberen het hele konvooi goed op koers te houden en als het enigszins kan suggesties te doen voor een nieuw doel. Wat betreft die constructieve opstelling, wil Ik toch wijzen op een aantal zaken die In het verleden door ons zijn aangekaart. Ik wijs erop dat wij zo niet de eerste toch een van de eersten waren die met name de vinger hebben gelegd bij de scheefgroei op de woningmarkt tussen de koopsector en de huursector. Ik herinner mij dat Ik In het begin op dit punt met een zeker hoongelach werd ontvangen. Met name de vrije sectorbouw, mijnheer Koopmans, Is ock altijd een element geweest dat al jaren door ons Is Ingebracht. (De heer Koopmans: Ver voor 1966 deden wij dat al.) (Mevrouw Van UIzen-HakkerToen bestond het CDA nog niet eens!) (De heer Koopmans: Ach kijk eens!) (De heer Prulksma: Het was ock al zo lang stil!) (Gelach) Ik constateer, voorzitter, dat met name de CDA-fractle op het punt van de verhouding koop- huur en de vrije sector nu ock heel nadrukkelijk In beeld komt. Dat verheugt ons. Het Idee van de verzelfstandiging van het Frieslandhal complex hebben wij als een van de eersten Ingebracht In de discussie. De VVD stelt zich daar heel nadrukkelijk achter. Ock het CDA maakt zich daar sterk voor. Op zich heel verheugende ontwikkelingen. Een laatste punt betreft de suggestie die wJJ vorig jaar tijdens de algemene beschouwingen hebben gedaan, namelijk het kritisch doorlichten van de tdcen van het gemeentelijk apparaat om op die manier te komen tot substantiële besparingen. Ock dat element, dat toen aan de hand van een motie door de raad volledig van de hand werd gewezen, wordt nu door de PvdA-fractJe toch opgepakt en als een van de suggesties aan het college voorgelegd om financiële ruimte te reali seren. Op die manier proberen wij In alle bescheidenheid een constructieve bijdrage te leveren aan de discussie In deze raad. Een ander doet dat vla schreeuwen vanaf de achterbank. Zo heeft leder een zijn rol. Voorzitter, tot slot wil Ik Ingaan op de Ingediende moties en die zijn overgebleven. De eerste motie heeft de Instemming van mijn fractie, zécer met de toevoeging zoals die door mevrouw De Haan Is geformuleerd. De tweede motie van de PvdA Is door het college overgenomen, dus daar kan Ik aan voorbij gaan. De derde motie Is een motie van het CDA over het gedeeld knooppunt. Wij zijn het helemaal eens met de reactie van de PvdA op die motie. Op zich Is het doel uiteraard nastrevenswaardig. Wij vragen ons af of de motie op dit moment zo vld<. voor het Kabinetsbesluit dat volgens de planning aan het eind van deze week zal vallen nog zin heeft. (De heer Koopmans: U wilt het volgende week doen?) In het verleden hebben wij met elkaar In een goede samenwerking van alle fracties er hard aan getrekken om deze status voor elkaar te krijgen. Het CDA heeft daar ock zeker een belangrijke bijdrage In geleverd. Op zich hoeft de motie niet voor ons, maar wij zullen zeker niet uit de boot vallen als de motie toch In stemming wordt gebracht. Motie IV van het CDA over het Provinciaal Afval stoffenplan vinden wij toch wel wat te gemakkelijk. Ock bij ons komt net als mevrouw De Haan heeft verwoord de opstelling over als het wat wec^rulpen achter de provincie. Wij hebben op het punt van de gescheiden Inzameling ock duidelijk een eigen verantwoordelijkheid als gemeente. Wij vinden dat wij die ock moeten waar maken. In onze visie zou het veel beter zijn om als gemeente al vast zelf te starten met die gescheiden afvalinzameling. Het Is niet zo zoals het CDA wil doen geloven dat het nog niet vastgesteld zijn van het Provinciaal Af val stof fenpl an daarvoor een beletsel Is. Zo ligt de zaak niet. Wat ons betreft, eigenlijk geen behoefte aan deze motie. Mocht de motie worden uitgebreid met de suggestie die mevrouw De Haan heeft gedaan, dan ligt er een link naar het eigen beleid en zullen wij de motie graag ondersteunen. Motie V over het hbo-convenant. Ock op dat punt hebben wij dezelfde benadering als de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1988 | | pagina 43