- 85 -
PvdA. Vorig jaar Is daarover een uitgebreide motie van de PvdA aangenomen, die toen heel
nadrtkkel ijk als signaal Is gebruikt. Op dit moment zie Ik niet direct de zin In van deze
motie. De motie kan geen kwaad, maar Ik weet niet of je er veel mee opschiet.
Motie VI Is Ingetrokken.
Motie VII Is teruggenomen.
Motie VIII - een motie van D66 - heeft tot nu toe nog weinig steun gekregen. Wij betreuren
dat, want deze motie legt nu juist de vinger bij een van de grootste problemen waar wij mee
zitten en probeert daarvoor In alle bescheidenheid een aanzet tot verbetering te geven.
Wethouder Timmermans zegt dat de oorzaken van suburbanisatie wel bekend zijn. Ja, dat ben Ik
helemaal met hem eens. Alleen de ontwikkeling van suburbanisatie was In de Jaren zeventig. In
de jaren tachtig kwam er toch landelijk een trend op gang om terug te keren naar de stad.
Vergelijk de ontwikkelingen In de stad Groningen. Dat herstel heeft In Leeuwarden niet plaats
gevonden en dat Is zeer ernstig. Ock de laatste jaren Is er een trend merkbaar van mensen die
vanuit het dorp terucjceren naar de stad. In Leeuwarden vindt dat niet plaats, althans het
levert per saldo niet meer Inwoners op. Dat Is een heel ernstige zadcWat ons concreet bij
deze motie voor ogen staat Is het volgende.
Vorig jaar heeft onze gemeente een onderzoek laten verrichten door de afdeling Onderzoek
van de provincie naar Leeuwarden als vestigingsplaats voor bedrijven. Op zich een belangrijk
onderzot met belangrijke resultaten. Wij zouden graag willen dat het college opdracht geeft
aan bijvoorbeeld genoemde afdeling Onderzoek om nu eens te kijken naar Leeuwarden als woonstad.
Waar schort het concreet aan, toegespitst op een aantal zeken en wat kunnen wij eraan ver
beteren? Ik weet best dat het stagneren van de woonfunctie met ontzettend veel beleidsterreinen
te meken heeft. Maar omdat het zo vreselijk breed Is en omdat het overal mee te meken heeft, Is
het denk Ik erg moeilijk om dan nu op grond van het beleid zoals dat thans wordt gevoerd ock
tot effecten te komen. Het lijkt mij veel beter om de oorzaken van het stagneren van de woon
functie In kaart te brengen en dan een zo gericht en zo samenhangend mogelijk beleid te ont
wikkelen, waarbij de onderdelen elkaar versterken, om op die manier te proberen de woonfunctie
In Leeuwarden te verbeteren. In de visie van D66 Is de woonfunctie In wezen de achillespees van
de hele gemeente. En de achillespees, mijnheer de voorzitter, Is, zoals ledereen weet, zeer
essentieel voor het draagvlak.
Ik wil het hierbij laten.
De Voorzitter schorst, om 15.45 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 15.55 uur, de vergadering.
De heer PruJksma heeft Inmiddels de vergadering verlaten.
De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, Ik zal proberen om binnen een kwartier een aantal
opmerkingen te maken over de algemene beschouwingen van de verschillende fracties.
Mijn fractie deelt met de PvdA de opvatting dat wij zorg zullen moeten hebben voor de
minima. Ock zullen wij er alles aan moeten doen om Leeuwarden te promoten voor werkgelegenheid
te zorgen om zo de positie van de Leeuwarder bevolking en zeker ock van de minst draa^<.Tachti
gen te versterken.
De PAL-fractle vindt alleen progressief beleid goed. Mijnheer de voorzitter, u wilt het
misschien niet geloven maar mijn fractie heeft dezelfde mening. Een vooruitstrevend beleid In
de politiek - want dat betekent het woord "progressief" - gericht op de verbetering van de
positie van Leeuwarden Is ock ons doel. De opmerkingen over de controle op de milieuwetgeving
ondersteunen wij. Overigens Is het niet alleen een zaak van controle, maar ock een kwestie van
het uitbreiden van de mogelijkheid tot het verstrekken van vergunningen.
Ock eens ben Ik het met de opmerking dat het markt-conforme denken stilaan gemeengoed Is
geworden bij de gemeentelijke beleidmakers. Hier bespeuren wij blijkbaar toch de Invloed van de
zogenaamde rechtse partijen, alhoewel dat wel eens wordt ontkend. De heer Ybema heeft het
- 86 -
Immers over een machteloze volgboot. Ock kan het zijn dat de meer marktgerichte opstelling komt
van de verschuivende panelen naar rechts, waarover mijn fractie tijdens de vorige algemene
beschouwingen heeft gespreken.
Overigens zijn naar ons gevoel de opmerkingen van de PAL-fractle over de economlsche koers
die ons gemeente vaart, ontbloot van elk gevoel voor realiteit. In onze kapltalIstlsche
samenleving, waarvan wij met z'n allen de negatieve aspecten moeten beperken maar waarin wij
toch ock mogen genieten van alle zegeningen, Is het nu eenmaal zo dat de positie van de minst
draa^rachtlgen afhankelijk Is van de economische groei In ons land en In onze stad. Of moet Ik
misschien uit de algemene beschouwingen van de PAL-fractle opmeken dat zij voor een ander eco
nomisch systeem kIest? Bijvoorbeeld een plangerlchte economie zoals die bestaat In landen waar
op zijn best vandaag de dag wel een kilo perestrojka en een pondje glasnost - op zichzelf Is
dat zeer goed -, maar geen onsje worst te koop Is? Zie de cartoon In de Leeuwarder Courant van
erkele dagen geleden. (De heer Meerdlnk: Mijnheer Rozema, er zijn enkele nuanceringen mogelijk
tussen een puur liberale markteconomie en een zeer gestuurde planeconomie. Ik denk dat het gaat
om de nuances daar tussen en dat dat de kunst Is van de Nederlandse politiek.) Laat de PAL-
fractle dan aangeven waar het om gaat, want dan weten wij dat. De nuances waar de heer Meerdlnk
het over heeft zijn mij In Ieder geval ontgaan.
Over de algemene beschouwingen van het CDA kan Ik kort zijn. Mijn fractie Is het met veel
zeken daarin genoemd eens. Alleen de opmerking over het onderwijs Is naar mijn mening toch wel
wat onduidelijk. Na het onderwijsdebat heeft de CDA-fractle toch de toezegging gekregen van de
wethouder dat bij een breder onderzoek ock gekeken gaat worden naar de positie van het cate
goriaal onderwijs? Het CDA heeft zich door middel van een motie daarvoor toch sterk gemaekt,
maar heeft die motie door deze toezegging Ingetrokken. Of klopt dit niet? Mijn fractie vindt de n
bezorgdheid van het CDA nu toch wel heel erg algemeen. Ik hoor graag een reactie van het CDA
als mijn opmerkingen niet juist zijn.
Mijnheer de voorzitter, In de algemene beschouwingen van de VVD komen veel aspecten voor
waar mijn fractie het van harte mee eens Is. Bijvoorbeeld de opmerkingen over het p.r.-beleid
en de bezuinigIngsprocedure. Het milieubeleid Is Inderdaad dermate belangrijk dat een
versterking daarvan - over de Inhoud en de vorm kunnen wij natuurlijk nog discussiëren - zeker
gerechtvaardigd Is. Over de financiële onderbouwing kunnen wij dan ock nog eens praten wanneer
de VVD-motle weer zal worden Ingediend.
Wat betreft de reactie van wethouder Kessler op onze suggestie van een vorm van taek Inven
tarisatie zijn wij blij dat hij op zichzelf positief staat tegenover deze mogelijkheid. WIJ
begrijpen heel goed dat een Integrale Invoering van dat systeem erg moeilijk Is. Maar wellicht
zou, In navolging van wat er bijvoorbeeld bij de provincie gebeurt, er eens Iets per onderdeel
zijn uit te voeren. In de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en In format lezek en Is Iets
dergelijks In het klein ock wel eens aan de orde geweest, namelijk een tadcstelllng bij te
automatiseren projecten.
De mededeling van wethouder Kessler dat wij nog een heel eind af zijn van het door mij
geschetste sombere beeld van een artikel 12-gemeente verheugt mij zeer. Helaas vallen de finan
ciën elk Jaar weer tegen. Hopelijk ziet de wethouder de toestand nu In reëel perspectief.
Op onze opmerking ten aanzien van de directie-vacature bij Het Prlncessehof heeft de
wethouder nog niet gereageerd.
De beloofde Informatie over de stand van zaken met betrekking tot de algemene reserve
wachten wij af.
Mijnheer de voorzitter, een reactie op uw woorden over de openbare orde. Allereerst wil Ik
heel duidelijk stellen dat Ik van mening ben dat de openbare orde moet worden gehandhaafd door
de politie. Niettemin Is er het feit dat er te weinig politie op straat Is en dat de handhaving
van de openbare orde niet optimaal gewaarborgd Is. Daarom heeft mijn fractie een aantal
suggesties gedaan om de tadc van de politie te verlichten. Het behoeft geen betoog dat onze
duidelijke voorkeur uitgaat naar uitbreiding van het politieapparaat. In het verleden hebben
wij zelfs meerdere malen voorgesteld om de kosten van extra mankracht voor de politie te
bestrijden uit de algemene middelen. Ik meen zelfs dat de PAL-fractle tijdens een van de
laatste vergaderingen dit punt ock naar voren heeft gebracht, In leder geval de mogelijkheid
naar voren heeft gebracht. (De heer Meerdlnk: De PAL-fractle heeft gezegd dat die discussie een