- 8 -
De heer Helns: Wij zijn blij met de koppeling van het onderzoek van de Werkgroep 2duizend
in de naoorlogse woonwijken aan het uitsluiten van de naoorlogse woningen. In het najaar komen
wij daar nog een keer op terug.
Wat betreft de procedure. Ik vind het een beetje een woordenspel. Alhoewel de beschikkin
gen nog niet zijn afgegeven, hebben de mensen wel aan het loket te horen gekregen dat hun aan
vraag niet gehonoreerd zal worden. Ik vind dus wel dat er geanticipeerd is. Maar goed, het is
maar net hoe je daar tegenover staat.
Dan het punt waar Ik in eerste termijn mee begon. De wethouder stelt dat het uitsluiten
van naoorlogse woningen financieel is doorgerekend en dat daar een schatting van gemaakt is.
Dat klopt. Van de subsidiebedragen voor de woontechnische verbeteringen is ook een financiële
raming gemaakt. Echter, er kon geen financiële schatting gemaakt worden van het uitsluiten van
volgens de wethouder 80 woningen buiten de rondweg. Dat is logisch, want als er niets wordt
aangevraagd dan scheelt het gewoon niets. Het enige argument dat de wethouder doorslaggevend
vindt is dat het verstandig is en dat het de helderheid bevordert. PAL denkt dat dat niet het
geval Is. Het is zo'n kleine gebiedsbeperklng dat ik mij ten zeerste afvraag wat voor effect
het heeft. Het enige effect dat het zou kunnen hebben is dat er van die 80 woningen al een paar
aanvragen bekend zijn en dat nu bekend is wat straks geschrapt kan worden als dit besluit vana
vond wordt genomen.
Nogmaals, onze mening is dat, als je nu de hele regeling gaat beperken voor het gebied
binnen de rondweg inclusief de dorpen, want het is duidelijk dat die blijven bestaan, je dan
een visie zoals wij die voorstaan om één algemene subsidieregeling voor de hele stad te laten
gelden en één toegespitst op bepaalde wijken al bij voorbaat afschermt. Bovendien geeft het
naar de burger toe het idee dat de gemeente van plan is om in de toekomst verdergaande bezuini
gingen door te voeren op die subsidieregeling, want je kunt elk jaar weer een stukje van het
gebied afhalen. Dat bevordert de helderheid niet, zolang stadsvernieuwing nog een hoofdpriori
teit is. Wij handhaven ons amendement.
De heer Ten Hoeve: In de commissie hebben wij ten aanzien van het onderzoek en eventueel
twee soorten gebieden hetzelfde standpunt ingenomen als dat wat de heer Heins zojuist heeft
verwoord. Het onderzoek is er nog niet. Daarom bevinden wij ons in 1989 in een soort overgangs
jaar. Wij vinden het wel wenselijk dat in de eerste plaats de mogelijkheid tot gebiedsaanwij-
zing er komt. Daarnaast vinden wij het toch ook goed dat in dit jaar al begonnen wordt met het
aanwijzen van een gebied, om de helderheid - dat woord gebruikte de wethouder - maar ook om
mensen te laten wennen aan het feit dat wij aanstonds niet meer met regelingen zullen werken
die op de hele stad slaan maar juist in gebieden specifiek zijn.
Deze maatregel Is voor een aantal mensen heel plotseling gekomen en dat zal met de volgen
de maatregelen ook gebeuren. Dat kan heel vervelend zijn en dat moet ook niet te vervelend
zijn. Daar hebben wij het overigens in de commissie ook over gehad. Nu is door de wethouder al
leen het woord "noodprocedure" gebruikt. In de commissie hebben wij echter de toezegging gehad
dat er naar onvolkomenheden, schoonheidsfoutjes, problemen enz. in verband met die 80 woningen
gekeken zal worden en dat daar oplossingen voor gezocht worden. In die zin zijn wij toch voor
die helderheid om een gebied aan te wijzen, met daarnaast de mogelijkheid om problemen op een
bepaalde manier aan te pakken. Wij zullen daarom het amendement van PAL niet steunen.
Tot slot wil ik nog zeggen dat het feit dat wij in 1989 f 500.000,te kort komen voor
wenselijke woningverbetering in stadsvernieuwingsgebieden wat dreigt onder te sneeuwen. Ik vind
dat j ammer
De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, voorlopig is het gebied binnen de rondweg aangewe
zen als voorrangsgebied. Er komt een onderzoek, dat is zojuist ook al genoemd. Naar aanleiding
van dit onderzoek zullen nieuwe prioriteiten gesteld worden. Het amendement lijkt mij ook
gehoord de argumenten van de wethouder op dit moment overbodig.
- 9 -
De heer Sijbesma: Ik sluit mij bij de vorige spreker aan, mijnheer de voorzitter.
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de heer Heins is nog teruggekomen op het anticipe
ren op het besluit van vanavond. Als het zo zou zijn dat mensen teruggestuurd zouden zijn met
de opmerking dat zij geen subsidie meer krijgen, dan vind ik dat een vorm van anticiperen die
niet hoort. Ik kan mij wel voorstellen dat er in zo'n geval gezegd zou zijn - ik weet dat
natuurlijk niet en daarom geef ik al leen. maar de mogelijkheden aan - dat de behandeling wordt
aangehouden. Zo'n antwoord zou ik acceptabel vinden. Het zonder meer terugsturen van mensen met
de opmerking dat men niet voor subsidie in aanmerking komt zou onjuist zijn.
Tot slot, voorzitter, het amendement. De heer Ten Hoeve heeft een paar opmerkingen in de
richting van de heer Heins gemaakt. De heer Heins noemt het argument dat de indruk zou bestaan
dat er verdergaande bezuinigingen op til zijn. Je kunt dat zo uitleggen, maar ik denk dat het
niet gestaafd kan worden door het feit dat wij op het terrein van de particuliere woningverbe
tering niet bezuinigen. Je kunt hooguit met de heer Ten Hoeve constateren dat de vraag naar een
goed werkende regeling zodanig groot is dat wij daaraan niet meer kunnen voldoen en dat wij
zonder aanpassing van de regeling f 500.000,meer nodig zouden hebben om die regeling van
toepassing te verklaren. Dat is een juiste constatering. In de toekomst zal goed in de gaten
gehouden moeten worden of daar toch geen andere oplossing voor moet worden gevonden.
Het amendement van PAL wordt verworpen, voorzitter.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst in stemming het amendement inge
diend door de heer Heins.
Het amendement van de heer Heins en mevrouw Westra wordt verworpen met 33 tegen 3 stemmen.
(Voor het amendement stemmen de leden van de PAL-fractie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 8.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 9 (bijlage nr. 36).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 10 (bijlage nr. 41).
De Voorzitter: Aan de orde is thans Herinrichting Jacob!jnerkerkhof
De heer Bljkersma: Mijnheer de voorzitter, ik wil op deze raadsbrief ingaan vanuit de fi
nanciële sector. Ik heb boven de raadbrief geschreven: Bezint eer gij begint. Want hoe je het
natuurlijk ook wendt of keert, In de jaren zeventig hebben wij een beslissing genomen die niet
juist was. Die beslissing is toen misschien genomen op basis van onvoldoende onderzoek naar de
vraag hoe men dit gebied wilde inrichten. Het Jacobijnerkerkhof ligt vlakbij een gebiedje dat
ook al eens opnieuw is ingericht namelijk het 01dehoofsterkerkhof en dat heeft de burgerij ook
geld gekost. Het is dus nu al de tweede keer dat zaken verkeerd zijn voorbereid.