- 20 - nieuws aan toe te voegen. Ik vind het alleen jammer dat de motie niet raadsbreed ondersteund zal worden, omdat dat naar provinciale staten toe - daar zullen wij ons denk ik toch in eerste instantie op moeten richten - toch een wat betere indruk maakt. Ik wil het hierbij laten. De Voorzitter: Wenst iemand van de andere raadsleden het woord te voeren? De heer Meerdink: Mijn fractie is het eens met de inhoud van de motie die wij ook mede hebben ondertekend. Bij PAL ligt het accent voornamelijk ook op de procedurele aspecten, in het jargon "de koehandel". Wat dat betreft wil ik In herinnering brengen het convenant van 1984. Dat hield destijds al het verlies in van de subfaculteit Sociale wetenschappen. De heer Janssen heeft gewezen op de vernieuwing van het convenant in 1986. Als ik kijk naar wat het convenant destijds inhield dan was dat dat Friesland - mevrouw Vlletstra heeft dat ook gezegd - een zwaartepuntfunctie zal vervullen wat betreft het hoger beroepsonderwijs en dat bij de taakver- del ingsoper at i e het Friese hbo zal worden ontzien. Een tweede punt dat ons bevreemdt is het regeringsstandpunt bij de Vierde nota over de ruimtelijke ordening. Ook daarin werd eigenlijk al een inbreuk gemaakt op de zwaarwegendheid van het convenant zoals het er lag. Dan volgt een nieuwe afspraak tussen een aantal heren op 17 februari van dit JaarDat betekende een Inbraak in het convenant. Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het een geheel nieuwe afspraak is. Deze afspraak leidt volgens onze fractie tot het verlies - dat staat er overigens ook heel duidelijk in - van de kunstopleidingen in Leeuwarden en het Frysk Orkest en houdt daarmee een ondermijning in van het niveau van culturele voor zieningen in Leeuwarden en de gehele provincie. Een ander procedureel punt brengt mij bij de vraag wat nu eigenl ijk de waarde is van een dergelijke nieuwe afspraak In het licht van het voorgaande. Zeker wanneer je nog eens een keer bedenkt dat betrokken instellingen nog met de afspraak moeten instemmen, lijkt het erop dat die van nul en gener waarde Is. Inhoudelijk hebben wij ook een aantal opmerkingen. Wanneer de nieuwe afspraak geen eigen geschiedenis had, dan zou je nog kunnen overwegen of het mogelijk Is op grond van zakelijke criteria tot een oordeel over de nieuwe afspraken te komen. Is het totaal positief of is het negatief? Maar juist omdat de geschiedenis van het convenant deze afspraak tot enkel een stuk papier dreigt te reduceren, heeft mijn fractie geen enkel vertrouwen in het nakomen van de nieuwe afspraken. Om die reden komt mijn fractie aan een weging van het "herenakkoord" niet toe en willen wij onverkorte uitvoering van het akkoord zoals dat er tot nu toe lag, dus tot 17 februari 1989. De PAL-fractie is van mening dat minister Deetman in 1984 bij het sluiten van het conve nant reeds had kunnen voorzien dat de taakverdel ingsoperatie in het hbo te zijner tijd proble men zou kunnen geven. Zeker ook gezien de beleidsdoelstellingen van de regering. Door destijds aan te geven dat hij zich verplichtte Friesland bij deze taakverdel ingsoperatie te ontzien, heeft hij zich gebonden. Provinciale staten van Friesland kunnen, wanneer zij zich zelf serieus nemen, met dit akkoord niet instemmen. Wat betreft de culturele voorzieningen in Leeuwarden. Er wordt nu van de kant van het college wat voorzichtig gereageerd of er inderdaad nog wel twee lokaties moeten komen. Ik denk dat het van kracht getuigt wanneer wij onverkort vasthouden aan die twee lokaties, omdat Leeuwarden voldoende draagvlak heeft voor zoveel culturele voorzieningen. Tot slot nog een vraag. Ik kan mij voorstellen dat het college aan het overwegen is geweest wat de nadelige financiële punten van dit akkoord zouden kunnen zijn. Als dat Inderdaad het geval is, dan zou ik daar graag inzicht in krijgen. Dank u wel De heer Ybema: Voorzitter, het "herenakkoord" van 17 februari is voor de cultuur in Friesland en in Leeuwarden in het bijzonder een slechte zaak. Daarbij komt vooral wat ons betreft het vertrek van het Conservatorium zeer hard aan. Daarover geen misverstand. - 21 - Over de procedure die heeft geleid tot de totstandkoming van het "herenakkoord" is veel te zeggen. Eigenlijk uitsluitend negatieve dingen. Het is allesbehalve een open democratische pro cedure geweest. Wat betreft de gemeente Leeuwarden wel partij in dit geheel, maar niet betrok ken bij de totstandkoming van' het akkoord. Dat betekent dat de gemeente Leeuwarden, hoewel ver antwoordelijkheid in deze zaak dragende, die verantwoordelijkheid niet heeft kunnen waarmaken. Wij vinden dat een slechte zaak en betreuren dat zeer. De verleiding is groot de discussie met name te voeren over de procedure die heeft geleid tot het "herenakkoord". Wij vinden dat die discussie over de procedure niet mag afleiden van de hoofdzaak waar het uiteindelijk dan politiek gesproken om gaat. Waar wij op dit moment mee te maken hebben is dat er niet meer sprake is van een blanco situatie waar wij vanuit kunnen rede neren. Er ligt een akkoord en dat is politiek gezien een belangrijk feit. Daarmee ligt vanuit de landelijke politiek gezien de bal heel duidelijk in het Noorden en ook de zwarte piet. Ik denk dat wij in de situatie zoals die zich nu voordoet geen steun van Kabinet, bewindslieden of Tweede Kamerleden mogen verwachten. Dat is triest, maar ik denk dat het zo zit. (De heer E.M. Janssen: Mijnheer de voorzitter, mag ik de heer Ybema vragen wat hij dan van de motie-Beinema vindt? En als hij praat over een akkoord: een akkoord tussen wie bedoelt hij dan?) Ik dacht dat het antwoord op de vraag over een akkoord tussen wie wel duide lijk is. Wij hebben het steeds over één akkoord, het "herenakkoord". Dat akkoord. (De heer E.M. Janssen: Dat zijn dus vier bewindslieden en twee toevallige Nederlanders, begrijp ik.) Ja, laten wij nou niet dat soort woordenspelletjes doen. Als ik het heb over het akkoord, dan neem Ik aan dat iedereen in deze zaal weet waar ik het over heb. (De heer Pruiksma: Ja, maar dan weet u ook wanneer het over de motie-Belnema gaat wat daarmee bedoeld wordt.) Ik weet inderdaad wel waarover het in de motIe-Beinema gaat. De Tweede Kamerfractie van D66 heeft zich destijds sterk gemaakt voor de motie-Beinema en die ook mee-ondersteund. Ik kan dat helaas niet zeggen van de Tweede Kamerfractie van de PvdA, maar dat zij zo. Ik weet heel goed dat via die motie Is geprobeerd om het bilokatie-model over eind te houden.(De heer Koopmans: Dat was een meerderheid.) Ja, dat was een royale meerderheid. Ik zeg alleen dat mijn taxatie nu Is - en die is mede ingegeven door contacten met mijn Tweede Kamerfractie - dat er op dit moment vanuit de Tweede Kamer niet meer zo hard gevochten zal wor den voor die motie-BeinemaDat is mijn politieke taxatie van de situatie. Het is in de landelijke politiek helaas vaak zo dat, als men regionaal tot een soort op lossing is gekomen waarover binnen de regio dan wel heel veel discussie is, de landelijke poli tiek daar vaak liever af blijft. Ik betreur dat, maar zo is het. (De Voorzitter: Maar als u zegt dat men regionaal tot een oplossing is gekomen dan suggereert dat iets meer dan waar wij het nu over hebben.) Ik heb het steeds en ook alleen over het akkoord en dan weet iedereen wie verantwoordelijk is voor het tot stand komen van dat akkoord. (De heer Meerdink: Het Is nog niet van kracht.) Ik heb willen zeggen - ik herhaal nog maar eens dat dat mijn politieke inschatting is - dat ik denk dat vanuit de Tweede Kamer, want dat zou dan de laatste steun zijn in deze discus sie, het akkoord wordt bekeken als: Daarmee is de zaak wat ons, de landelijke politiek, betreft in het Noorden beland. Dat is slecht voor het Noorden, maar ik denk wel dat het politiek zo ligt. Ik zie nog niet direct de Tweede Kamer zich sterk maken voor deze zaak. (De heer Koop- mans: Wat is in de ogen van D66 de status van het akkoord? Er moet nog een staten-besIissing komen over deze zaak. De motie spreekt zich daar ook over uit. Een oproep aan de staten van Friesland om niet met het akkoord in te stemmen.) Ik kom daar nog op. Ik heb alleen willen zeggen - dat punt is voor mij althans belangrijk - dat de steun voor het bilokatie-model en ook voor het overeind houden van het kunstonderwijs in Friesland geba seerd op het hbo-convenant uiteindelijk in de beslissende fase moet komen vanuit de landelijke politiek. Het is mijn taxatie dat die steun er waarschijnlijk op termijn niet meer zal blijken te zijn. Dat is bepalend voor de opstelling die D66 in deze zaak kiest. Voorzitter, de politieke hamvraag zoals die voor mijn fractie luidt is: Wat betekent af wijzing van het "herenakkoord"? Dat is een afwijzing door de gemeenteraad in oproep aan provin ciale staten en vervolgens afwijzing door provinciale staten van Friesland. Ik kom dan weer op de politieke inschatting zoals D66 die dan maakt over die situatie. Wij denken dat dat relevant Is voor de discussie.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 11