- 22 -
Wij denken dat bij afwijzing van het "herenakkoord" het Frysk Orkest in september van dit
jaar toch zal worden opgeheven, want dat beslist namelijk de minister van WVC omdat die be
taalt. Dat is vervelend, maar dat is zo. Onze inschatting is vervolgens dat ook het Conservato
rium en de bijbehorende kunstopleidingen In Leeuwarden op termijn zullen verdwijnen. Wij be
treuren dat zeer, maar wij denken dat het zo zal gaan. (De heer E.M. Janssen: Heeft D66 ook een
mening of alleen maar inschattingen?) Inschattingen zijn de meningen. Het moeten Inschattingen
zijn, omdat het zaken zijn die door anderen worden bepaald. (De heer Ten Hoeve: Zijn die ook
gebaseerd op informatie?) Voor zover dat mogelijk is wel. (De heer Ten Hoeve: Ik word onderhand
echt ziek van al die verhalen van mensen die elkaar napraten bij juist dit soort zaken.) Nog
maals, voor zover mogelijk is een en ander gebaseerd op informatie. Hoe deze problematiek zich
de komende jaren zai ontwikkelen kun je alleen maar inschatten en dat baseert iedereen op zijn
eigen informatie. (Mevrouw VI ietstra (weth.): Waarop baseert u de inschatting dat het Conser
vatorium op termijn toch zal verdwijnen?)
Het Conservatoriurn is een opleiding die binnen de constructie van de Noordelijke Hoge
school financieel geld kost. Het bevoegd gezag van de Noordelijke Hogeschool is in staat om het
Conservatorium overeind te houden, omdat er binnen de totale budgetten die men daar voor heeft
mogelijkheden zijn om te schuiven. Het betekent wel dat het per saldo natuurlijk gaat ten koste
van andere faculteiten, want het moet ergens vandaan komen. (Mevrouw VI ietstra (weth.): Dat is
toch hun keuze? U hoeft toch niet voor hen te kiezen?) Ik zeg dat onze inschatting Is dat die
situatie op termijn waarschijnlijk niet overeind zal blijven, nog los van de vraag of de des
betreffende bewindslieden daarin zullen Ingrijpen.
Voorzitter, ik kom dan bij de derde inschatting op dit punt, namelijk het Groninger onder
deel van de Lerarenopleiding Ubbo Emmius en het hoger agrarisch onderwijs inclusief de milieu
kunde. Wij denken dat bij het verwerpen van het "herenakkoord" die opleidingen zeker niet naar
Leeuwarden zullen komen. Kortom, als wij het akkoord verwerpen en de staten van Friesland
zouden dat ook doen, dan spelen wij Groningen geweldig in de kaart en is Friesland en dus
Leeuwarden nog verder van huis. Het betekent dat wij waarschijnlijk niets krijgen en wel be
langrijke culturele voorzieningen kwijtraken. (De Voorzitter: Als u hier verwerpt gebeurt er
niets. Dat wil zeggen er gebeurt niets plus of niets min. Wij hebben alleen maar over de con
certzaal echt te besluiten. Verder geven wij een oordeel.) Er gaat natuurlijk een zekere wei
king vanuit als in de raad van Leeuwarden en in provinciale staten een uitspraak in deze
kwestie wordt gedaan. Het is niet zo dat dat niets betekent en dat wij alleen maar over de con
certzaal hoeven te spreken.
Voorzitter, ik dacht dat ik omstandig heb aangegeven wat onze inschatting is van het ver
werpen van het "herenakkoord" zoals het voorligt. (De heer Pruiksma: Voorzitter, mijn inschat
ting is dat de heer Ybema steeds ten onrechte van de meervoudsvorm gebruik maakt.) Ik kom bij
de conclusie van D66, voorzitter. Voor mijn fractie is het "herenakkoord" van 17 februari poli
tiek gesproken een voldongen feit. Dat betreuren wij zeer, maar wij menen dat wij dat moeten
constateren. Het afwijzen van het akkoord ingegeven door de beste bedoelingen, ik twijfel daar
geen moment aan, maakt de zaak voor Friesland en voor Leeuwarden tn het bijzonder politiek
gezien alleen maar slechter. Daarom is onze keuze: Wij hebben geen keus meer. Wij moeten accep
teren en wij moeten proberen in de uitvoering van het akkoord toch het beste er van te maken.
Daar zitten nog mogelijkheden en die moeten wij aangrijpen. Als wij dat niet doen dan lopen wij
nog grotere risico's dan wij nu al lopen. (De heer Meerdtnk: Is dat niet té pragmatisch voor
D66?
De heer Rozema: Mijnheer de voorzitter, ik wil geen opmerkingen maken over de procedurele
kant van de zaak, want deze Is al voldoende aan de orde geweest. Er is over ons en zonder ons
beslist. Dat is een treurige zaak. Daarom enkele inhoudelijke opmerkingen.
De GPV/RPF/SGP-fractie in deze raad is van mening dat het verdwijnen van het volledige
Frysk Orkest alsmede van het gehele hoger kunstonderwijs uit onze stad zowel voor de provincie
Friesland als voor de stad Leeuwarden niet minder dan een ramp betekent. De gevolgen zijn op
dit moment nog nauwelijks te overzien.
Wat er bij een eerste analyse ook in gevaar komt door deze maatregel Is bijvoorbeeld het
- 23 -
hoge niveau dat blaasensembles in deze provincie hebben bereikt met als gevolg dat de Friese
brassbands internationaal meetellen. Een ander punt, het niveau van de koorzang. Er zijn zo'n
500 koren in Friesland met in totaal meer dan 15.000 koorzangers waarvan er zeer velen onder
leiding staan van studenten aan het Conservatorium. Verder de orgelschool met het beroemde
M'ullerorgel in de Jacob ij ner kerk in relatie tot de meer dan 300 historische orgels in
Friesland. Deze lijst, mijnheer de voorzitter, Is moeiteloos uit te breiden.
Wat zou Leeuwarden daarvoor terug krijgen? Veel. Zoveel - en dat meen ik echt - dat de
ruil ook in Groningen pijn doet. Maar voor Leeuwarden is wat wij krijgen meer van wat wij al
hadden - ik citeer hierin de voorzitter -, terwijl wat wij verliezen uniek is. Een symfonie
orkest en een conservatorium met beide een uitstraling tot over de provinciegrenzen. Een cultu
rele verarming zonder weerga.
Wij beseffen heel goed dat niet alles bij het oude kan blijven. Er moeten afspraken worden
gemaakt. En wat er ook uit de bus komt, het zal pijn doen. Maar wat hier is voorgesteld is naar
de mening van mijn fractie een onaanvaardbaar verlies. Wij ondersteunen dan ook de ingediende
mot!e.
Ik dank u wel
De heer Koopmans: Voorzitter, mijn fractie heeft de motie mede-ondertekend en daarom is
het duidelijk hoe wij denken over deze zaak. Toch nog een enkele opmerking.
Direct na het openbaar worden van het akkoord heeft mijn fractie een reactie gegeven die
in feite aan duidelijkheid niets te wensen overliet. De reactie had zowel betrekking op de
gevolgde procedure als op de inhoud.
Als wij de inhoud nog eens op zijn merites bekijken dan kunnen wij er niet onderuit dat
daarin ook voor Leeuwarden en Friesland een aantal zeer positieve elementen zitten. Evenwel het
probleem bij dit akkoord is dat je zaken die eigenlijk niet vergelijkbaar zijn met elkaar moet
vergelijken. Het is zoals u een aantal keren hebt gezegd, voorzitter, dat wij meer krijgen en
als het allemaal doorgaat belangrijk meer van datgene wat wij hebben. Er verdwijnt zoals ook de
heer Rozema heeft gezegd Iets unieks. Onze culturele infrastructuur krijgt een enorme knauw.
Daarom heeft mijn fractie besloten voor deze motie te stemmen. Dat is natuurlijk overeenkomstig
de motie die wij drie weken geleden indienden toen wij nog dachten dat wij invloed op deze
beslissing zouden kunnen uitoefenen.
Nog een enkel woord, voorzitter, naar aanleiding van het betoog van de heer Ybema. Ik vind
de heer Ybema eigenlijk een beetje defaitistisch in zijn hele opstelling. Ik zou hem willen
uitnodigen om eens bekend te maken - dat kan wellicht bij wijze van interruptie - wat zijn
inschatting is op het behalen van de knooppuntstatus voor Leeuwarden. Want ten aanzien daarvan
zou je precies zo'n verhaal kunnen houden. (De heer Ybema: Ik denk dat dit zaken zijn die niet
vergel ijkbaar zijn. De knooppuntstatus is een heel andere discussie. Mijn bijdrage is bepaald
niet defaitistisch. Ik denk wel dat die politiek realistisch is en dat is af en toe heel
pijnl ijk.)
De heer BIJkersma: Mijnheer de voorzitter, onze waardering voor het Frysk Orkest hebben
wij nimmer onder stoelen of banken gestoken. De VVD-opstelIing zowel op lokaal als provinciaal
niveau had duidelijk een zeer positief karakter, ook nu nog. Maar, mijnheer de voorzitter, de
realiteit dwingt ons om de toestand rond alles wat met het Frysk Orkest te maken heeft helder
en zonder emoties onder ogen te zien. Ik wil daarbij duidelijk de hoofdlijnen hanteren, want Ik
heb geen behoefte aan een aantal details die natuurlijk wel waar zijn maar de discussie niet
verhel deren.
Mijnheer de voorzitter, wat is de realiteit? De adviezen aan de minister van WVC wezen in
de richting van één orkest met één vestigingsplaats. Zelfs In kringen van het Frysk Orkest
heersten die opvattingen. U kunt dat in de krant lezen. Ook voor wat betreft het Conservatorium
was het bijna zeker dat ook dit instituut zou verdwijnen uit onze stad. Aangekomen in die situ
atie en het ventileren van de gedachte van de minister van WVC - de CDA-minister Brinkman - was
het duidelijk dat hij van plan was het Frysk Orkest te laten verdwijnen uit onze stad. Dat werd