- 26 - dat naast Leeuwarden ook In Groningen hbo met een Iandsdeelverzorgend karakter aanwezig is. Wij werden daar wantrouwend door en hebben daarop gereageerd langs verschillende lijnen. Vervolgens komt de Kabinetsbeslissing van december. Daarin staat dat de zwaartepuntfunctie van het Friese hbo geen exclusiviteit betekent ten opzichte van Groningen en Emmen. Daar zie je dat het Kabinet probeert het convenant lek te stoten en in feite van tafel te vegen. Terecht stelt de heer Meerdink dan ook de vraag wat de waarde is van een nieuwe afspraak zoals in het befaamde "herenakkoord" is neergelegd, zeker als je in de beschouwingen betrekt dat andere bevoegde gezagen daar nog mee moeten instemmen. Er zit een aantal ongewisheden in. Alleen er Is een voorschot genomen op twee fronten: 1. door de brief van minister Brinkman aan het Frysk Orkest en 2. door met name in de richting van het Conservatorium in de tijd van werving en open dagen een soort genadeschot af te vuren. De heer Meerdink heeft verder een aantal vragen gesteld over de nadelige financiële pun ten. Wellicht wil wethouder Kessler daar nog Iets over zeggen. Ik ben blij met de mededeling dat de heer Ybema van mening is dat voor de cultuur In Friesland en in Leeuwarden met name het vertrek van het Conservatorium maar toch ook van het Frysk Orkest een slechte zaak is. Hij heeft geconstateerd - dat heeft mijn instemming - dat de totstandkoming van het "herenakkoord" geen onderwerp is geweest van een open democratische procedure. Het zou mij ook verbaasd hebben wanneer de heer Ybema hier een ander geluid had gelanceerd. Hij zegt dat je je niet mag afleiden van de hoofdzaak, daar ben ik het mee eens. Vervolgens zegt de heer Ybema: Er ligt een akkoord. Ja, ik versta onder een akkoord iets anders. Ik zie hier niets anders dan een soort voorstel dat bedoeld te worden tot een akkoord, maar dat op een ontijdig moment als een fait accompli op tafel is gelegd. In mijn beleving is dat iets anders dan een akkoord. (De heer Ybema: Ik wil graag even Interrumperen, voorzitter, want anders blijft het misverstand bestaan. Als Ik het heb over het feit dat er een akkoord ligt, dan bedoel ik het "herenakkoord".) Ja, maar het woord "akkoord" heeft voor mij een andere inhoudelijke waarde, zeker in de politieke discussie, dan een stuk als waar het hier om gaat. Maar goed, hiermee is dan de helderheid gecreëerd. (De heer Ybema: Hier ligt dus een concreet voorstel.) Akkoord, dan zijn wij het eens want dat heb ik zojuist ook gezegd. Dan zegt de heer Ybema dat het nakomen van het convenant, als Ik hem vrij vertaal, moet komen van de landelijke politiek. Op dat punt ben Ik van mening dat er aanleiding is om wat retoucheringen aan te brengen. Het convenant is een contract dat aan de ene kant is getekend door het provinciaal bestuur van Friesland en aan de andere kant door drie ministers namens het Kabinet, te weten de minister van Onderwijs en Wetenschappen, de minister van Landbouw en Visserij en de minister van Economische Zaken als coördinerend bewindsman voor het Integraal Structuurplan. Ik heb nooit anders geleerd dan, als je een contract sluit, dat dat beide contractpartners bindt en dat de een de ander kan aanspreken op nakoming. Het gaat mij te ver om het te behan delen alsof het een soort beleidsnota is die in het kader van politieke krachtenvelden eenzij dig kan worden ingetrokken, gecorrigeerd en bijgesteld. Het aardige van een contract is juist dat je dan beide contractpartijen daarvoor aan de tafel moet roepen en dat Is niet gebeurd. Contract is contract. En wie dat heeft ondertekend is er aan gebonden. Ik ben van mening dat het provinciaal bestuur van Friesland op dat punt wel eens wat eerder en wat vaker met de vuist op tafel had kunnen slaan om te zeggen: Dit accepteren wij niet. Wij hebben dat goed met elkaar afgesproken. Het is niet een afspraak geweest die voortvloeide uit vrijgevigheid van een aantal ministers. Het Is een afspraak die voortvloeide uit een ruil, een doodgewone ruil. De ruil was de claim die Friesland had, waar Leeuwarden belanghebbende partij in eerste linie was, op een stuk universitair onderwijs. Het Conservatorium kost geld, zegt de heer Ybema. Ik heb vanmorgen nog eens de moeite ge nomen de vocrzitter van het college van bestuur te bellen om te vragen hoeveel geld dat nou ei genlijk kost. De heer Stoel inga heeft mij verzekerd dat, wanneer je kijkt naar de personeels kosten, de kosten die niet gedekt worden door daarmee overeenkomende rijkssubsidies verwaai loosbaar zijn. De overige kosten, dat heeft vooral te maken met de inadequate huisvesting, be lopen een bedrag voor de komende vier a vijf jaar van f 125.000,per jaar. Als u dat projec teert tegen de achtergrond van een miljoenenbegroting van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, - 27 - dan denk ik dat wij ook over een peanut praten. Ik ga helemaal niet zeggen dat het verwaarloos baar is, maar het vloeit wel voort uit de Inadequate huisvesting. Vandaar ook dat in goed sa menspel met de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden een plan is gemaakt voor een betere huisves ting in de naaste omgeving van de Harmonie. Daar hoef ik in dit verband niet verder op in te gaan. De heer Rozema Is eigenlijk veel inhoudelijker Ingegaan - ik ben hem daar erg dankbaar voor - op datgene wat de sporen zijn die in Leeuwarden maar meer nog wellicht in Friesland getrokken worden door de aderlatingen die wij op cultureel gebied moeten ondergaan. Hij zegt terecht dat in muziekkorpsen studenten van het Conservatorium mee blazen en het niveau mee omhoog trekken, dat dirigenten ervoor staan om het geheel op een verantwoorde manier leiding te geven, dat wij te maken hebben met experimenten als een vioolklas, brassbandensembles, koor zang, begeleiding van de orator i umvereni ging, een orgelschool en wat dies meer zij. Aan dit hele bonte pakket Is later nog het Frysk Jeugdorkest toegevoegd. Ik heb inmiddels de zekerheid gekregen dat daar helemaal niet aan gedacht Is, dat deze consequenties nu pas boven water komen en dat nu met kunst- en vliegwerk gezocht wordt naar het creëren van oplossingen daarvoor. Het had natuurlijk heel wezenlijk in de beschouwingen mee betrokken moeten worden toen onderhandeld is over de deal. Naar mijn gevoel is geschoven met instituten zo van: het Frysk Orkest daarheen en het Conservatorium daarheen, en dan krijgen wij een paar instituten terug. Maar juist in de culturele sector gaat het om veel meer dan alleen een Frysk Orkest en alleen een conser vatorium. De heer Rozema heeft terecht gezegd dat wat wij krijgen meer is van wat wij al hadden. Ik wil er best een uitzondering op maken - ik heb dat overigens al vanaf het begin gedaan -, name lijk de milieu-afdeling van het hoger agrarisch onderwijs. Niettemin, ik wacht ook nog af in hoeverre al deze elementen Inderdaad gerealiseerd gaan worden. Mocht het ergens mislopen, bij voorbeeld bij het hoger agrarisch onderwijs - ik heb dat ook in eerste termijn gezegd -, dan wachten wij ook wat dat betreft af wat de consequenties zijn in de richting van het Conservato rium en in de richting van het Frysk Orkest. Want het was immers een heel pakket, nietwaar? De heer Koopmans heeft nog eens onderschreven dat de culturele infrastructuur In Friesland een knauw krijgt. De heer Bijkersma gaat in op het geheel en zegt dat het Conservatorium vrijwel zeker uit deze stad zal verdwijnen. Ja, die zekerheid hoor ik alsmaar uitgesproken worden maar Ik lees die nergens in terug. In het convenant lees ik dat het tegendeel waar is. Minister Deetman heeft zich gebonden om bij hergroeperingen In de kunstensector het kunstonderwijs in Friesland te ontzien - dat zijn letterlijk zijn woorden - en dat daarmee de toekomst van het kunstondei wijs in Friesland is verzekerd. En dat is wat anders dan de fatalistische opmerkingen dat het Conservatorium vrijwel zeker zal verdwijnen. Dan zegt de heer Bijkersma dat er een gesprek is aangegaan op een ander niveau. Dat is het nou net niet. Er is een afspraak gemaakt met de minister van Onderwijs dat hij een poging zou ondernemen om beide provincies tot een soort afspraak te brengen. (Mevrouw Van UI zen-Hakker Met de minister van Onderwijs zijn weieens vaker afspraken gemaakt.) Dat zal wel, maar, als u mij even laat uitspreken, ik heb zelf gezeten bij de toen gemaakte afspraak. Vervolgens wordt het stil en nodigt de minister van Onderwijs, nadat hij er een aantal collega's bij gehaald heeft, twee Commissarissen der Koningin uit om met hem en met de anderen te onderhandelen over een pakket. Van enig initiatief vanuit Friesland c.q. Groningen is geen sprake geweest. Het is gewoon een Haags Initiatief geweest. Daarmee komt het in een andere context te staan. Procedureel, zegt gelukkig de heer Bijkersma, verdient het geheel niet de schoonheids prijs. Wat mij betreft verdient het in het geheel geen prijs. (De heer Bijkersma: Mijnheer de voorzitter, u citeert mij verkeerd. U zegt dat Ik gezegd heb dat er een gesprek is aangegaan op een ander niveau. Ik heb gezegd dat er zich een kans heeft voorgedaan om een gesprek aan te gaan dat verlopen Is zo het is verlopen. Dat is een kans grijpen.) Maar dan blijf ik van mening, wanneer wij hier in deze raad met een dergelijke benadering zouden komen, dat u daar - en terecht - geen genoegen mee zult nemen. Waarom? A. Omdat de betrokkenheid van degenen die de politieke verantwoordelijkheid dragen pas op een laat moment er bij gehaald is. B. Omdat - voor ons geldt dan niet dat je naar andere overheldsorganen moet kijken - het overleg met de direct betrokkenen niet had plaatsgevonden. Ik herinner mij veel momenten dat in deze raad het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 14