- 6 - geen wijziging in de argumenten die ten grondsfag hebben gelegen aan het voorstel plaats heeft gevonden. Dat is wat hier aan de orde is. Er is dus geen sprake van een open eindbesluit, want er is juist gekozen voor een selectieve verkoop van een aantal woningen in een aantal speci fieke op kaart aangegeven blokken. Het gaat om een totaal, ik heb de exacte cijfers niet zo voor de geest, van zo'n 60 woningen die nog zouden kunnen worden verkocht. Er kunnen ontwikkelingen zijn, niet zozeer in de zin van argumenten maar meer in de zin van tokaties, dat het toch verantwoord Is om andere blokken aan te wijzen. Men kan zich afvra gen of de raad daar specifiek besluitvorming over moet plegen of dat het niet verstandiger is het zeer gebruikelijke instrument te hanteren dat het college, gehoord de Raadsadviescommissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, dan een bestuit neemt. Het Is goed gebruik, en dat is in ieder geval ook de intentie die hier achter zit, dat, mocht de commissie in meerder heid van mening zijn dat het desbetreffende voorstel van het college niet juist is, dan het be sluit niet wordt genomen en dat de raad daar dan over besluit. Dus het verhaal over een open eindbesluit klopt niet. De fiatteringsregeling, ik erken dat daarover binnen de gemeente en de instellingen die daarbij betrokken zijn verschillende standpunten worden Ingenomen. De heer Heins formuleert het als volgt: De tegenstanders van de huurfiatteringsmaatregel zijn er van overtuigd dat, wanneer die maatregel er niet zou zijn, er ook geen leegstand zou zijn. De maatregel waar wij het hier over hebben is per 1-1-1986 van toepassing verklaard. Daarvoor was echter ook wel degelijk structurele leegstand in dezelfde complexen aan de orde. Toen er nog geen fIatteringsbefeid werd gevoerd kon men ook af constateren dat die woningen niet structureel bewoond werden. Het is misschien wel zo - daar doen wij nu een onderzoek naar - dat mensen eerder verleid werden om dure woningen te betrekken, maar na een paar maanden moesten constateren dat de woning te duur voor hen was en weer vertrokken. Met andere woorden, een zeer hoge mutatiegraad zonder dat structureel gezien de leegstand in de wijk terugliep. Overigens wit ik voor wat dat argument betreft verwijzen naar de evaluatie van de fiatteringsregefing die binnenkort ook in deze raad zal worden behandeld. Dan, voorzitter, de opmerking dat er voor de laagstbetaalden onvoldoende aanbod is op onze sociale woningmarkt. Ik erken dat. Het gaat echter niet aan te constateren dat deze dure wonin gen, waarvan gewoon blijkt dat de woonkwaliteit ten opzichte van de kosten niet opweegt tegen vergelijkbare kwaliteit maar voor lagere kosten in de nieuwbouw of anders in de huursector, ge let op de structurele leegstand deel uitmaken van een behoeftepakket van de sociale huurwonin gen in onze gemeente. Zo lang de leegstand, bovendien specifiek toegespitst op deze buurt, dui delijk uitsteekt boven de fictieve normale leegstand, denk ik dat je mag aannemen, gelet op de ontwikkeling van de huursector In relatie tot de prijsontwikkeling in de koopsector, dat het er ook niet naar uitziet dat er op korte termijn weer behoefte bestaat aan deze dure sociale huur woningen. Wel is het zaak - dat is ook een- en andermaal tot uitdrukking gekomen zowel in het vorige besluit als in het voorstel zoals dat nu voorligt - ervoor te zorgen dat wij over vijf jaar niet plotseling tot de ontdekking komen dat wij eigenlijk te veel woningen hebben ver kocht. Wij zullen daarom deze zaak heel nauwkeurig in de gaten moeten houden. Ik kom bij het laatste punt, voorzitter, namelijk dat verkoop nu niet nodig is. Als het nu om aantallen zou gaan waarbij het risico zou bestaan dat wij inderdaad te veel woningen verko pen, dan zou ik een argument hebben voor de motie van PAL. De aantallen waar het hier om gaat ten opzichte van de aantallen sociale huurwoningen in deze prijsklasse zijn zodanig gering dat dat risico op dit moment als ondergeschikt mag worden ingeschat. Waarom toch nu verkopen en niet twee maanden wachten zoals het voorstel van PAL luidt? Daar zijn twee heel simpele redenen voor. De eerste reden is dat er sprake is van een structu rele leegstand. Een heel simpel rekensommetje in dit verband. Als wij uitgaan van 30 woningen dan betekent dat 30 maaf f 600,maal 12 per jaar voor één corporatie. U kunt uitrekenen wat de huurdervlng is als dit doorgaat In relatie tot de opbrengsten die het voor een corporatie heeft. Het is inderdaad zo dat de positieve winst die iedere keer gemaakt kan worden op de verkoop van een woning, dus los van de leegstandsverIiezen, in het belang Is van de volkshuis vesting. Ik ben het met de heer Heins eens dat dat in het belang is van het verbeter!ngsproces van de Meenthe. Ik vind het echter wel een versimpeling om dat daar op te projecteren. Wij heb ben het in dat geval wel over een kleine 6.000 woningen die daardoor een grotere kans krijgen - 7 - om onderhoud te krijgen. Ik vind dat nogal een zwaar argument als je ziet om welke bedragen dat gaat gelet op de kosten die met het onderhoud van zo'n 6.000 woningen gemoeid zijn. De tweede reden, voorzitter, is dat wij uit de eerste verkoopronde de positieve conclusie kunnen trekken dat het verpauperingsproces in deze buurt wel degelijk tot stilstand is gekomen en dat er al weer sprake is van een verbetering in deze buurt. Het is niet verstandig om daar waar 35 woningen op een klein kluitje leegstaan het risico te lopen dat het verpauperIngsproces zodanig wordt dat je weer allerlei maatregelen moet nemen om dat risico te ontlopen. Gelet op de omvang van de zaak en de belangen die aan de orde zijn, voorzitter, ontraadt het college de PAL-motie. De heer Heins: Het belangrijkste argument waarom wij deze motie indienen zit 'm in die twee maanden. Het is niet alleen zo dat wij volgens ons nog wel een paar maanden kunnen wach ten, maar wij vinden ook dat er een duidelijke relatie bestaat met de verschillende instrumen ten op het gebied van de volkshuisvesting. Wij hebben gezegd dat wij niet tegen verkoop van woningwetwoningen zijn als wij dat kunnen relateren aan andere instrumenten die er op dit moment zijn, bijvoorbeeld de woonruimteverde ling en de fiatteringsregeling. Op zich zelf hebben wij ook minder bezwaar tegen verkoop dan wij vroeger wefeens hebben gehad, als tenminste een dergelijke verkoop in relatie gebracht kan worden met allerlei andere instrumenten die er zijn. Wij missen op dit moment een belangrijk Instrument, namelijk het instrument om de doorstroming zodanig te bevorderen dat er woningen vrijkomen ook werkelijk voor de mensen met de laagste inkomens. Als er geen goede doorstro mingsinstrumenten zijn, dan staan wij zeer sceptisch tegenover verkoop van huurwoningen. Ook staan wij nog steeds zeer sceptisch tegenover de fiatteringsregeling. Dat is het verhaal en daarom zeg ik: Stel deze discussie uit en voer een principiële discussie over een groot scala van instrumenten die je in de volkshuisvesting kunt hanteren als je het totale beleid op tafel I egt. Ik pleit daar bovendien voor omdat het precies in de lijn ligt van de wijze waarop de vo rige keer over verkoop gepraat is. Toen ging het over een experiment dat nu is afgerond. Het res<ultaat daarvan komt nu vervroegd in de raad aan de orde. Destijds is door wethouder Timmer mans expliciet toegezegd dat de discussie over "het definitief voor of tegen verkoop van woningwetwoningen zijn" in het kader van de nota Woningbouwbeleid zou worden gevoerd. Ik ben er nog steeds niet van overtuigd dat dit voorstel geen twee maanden uitstel kan lijden. De struc turele leegstand zal over twee maanden nog net zo zijn als dat die nu is. Misschien dat er zelfs andere ontwikkelingen aan de gang zijn. Maar afgezien daarvan snap ik niet waarom dit voorstel twee maanden naar voren is geschoven, terwijl straks het totale volkshuisvestings beleid op tafel Iigt. De heer Ybema: Voorzitter, een reactie van D66 op de motie. D66 is volstrekt overtuigd van het beleid dat wij op dit punt voeren. De positieve effecten die wij tot nu toe hebben kunnen constateren bij de verkoop van woningwetwoningen in Atdlan-Oost overtreffen bijna iedere ver wachting. Het gaat hier niet om een uitverkoop op grote schaaf, maar om een beheerste operatie. Gelet op die positieve effecten vinden wij dat deze operatie alleszins verantwoord is en ook niet twee maanden moet wachten. Wat dat betreft hebben wij geen behoefte aan de motie. De heer Rozema: Een stemverklaring, mijnheer de voorzitter. Het gaat hier om moeilijk te verhuren woningwetwoningen. Woningen die inderdaad geen functie meer vervullen op de sociale huurmarkt. Mijn fractie heeft derhalve geen bezwaar tegen verkoop, ook gezien de financiële situatie van de corporatie. Gehoord de argumenten van de wethouder zal mijn fractie de motie niet ondersteunen. Mevrouw Jongedljk-Welfes: Voorzitter, ik wil ook een stemverklarIng geven. Wij hebben uit gebreid over deze zaak in de commissie gepraat. Wij zijn er van overtuigd dat het voorstel met

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1989 | | pagina 4