allerlei garanties is omgeven. Bovendien is het zo dat de woningen waar het hier om gaat ook al
in de eerste aanzet om te komen tot een volkshuisvestingsbeleid als woningen zijn gecategori
seerd waar grote behoefte aan is. Wij hebben absoluut geen behoefte aan deze motie. Bovendien
denken wij dat wij er op latere termijn op terug kunnen komen.
Mevrouw Van Ufzen-HakkerMijn fractie heeft ook geen behoefte aan de motie.
De heer Sljbesma: Mijn fractie heeft ook geen behoefte aan deze motie, mijnheer de voor
zitter. Deze zaak is uitgebreid in de commissie besproken. Het gaat om een beperkt aantal
woningen. Mijn fractie kan instemmen met het voorstel.
De heer Timmermans (weth.): Voorzitter, de heer Helns heeft natuurlijk gelijk aTs hij zegt
dat het het mooiste zou zijn als je deze zaak tegelijk zou kunnen behandelen met de nota
Woningbouwbeleid ten aanzien van de ontwikkeling van de woningmarkt in de gemeente. De vraag is
alleen of deze op zichzelf heldere situatie daarop zou moeten wachten. Zeker ook, andere spre
kers hebben dat ook gezegd, omdat het gaat om een heef beperkt deel van onze woningvoorraad in
een nog specifiek benoemde buurt ook. In die zin denk ik dat er toch een onderscheid in te
maken is.
Ik hoop dat wij over twee maanden de nota Woningbouwbeleid kunnen vaststellen. Ik vermoed
alleen dat, gefet op de toch niet geringe behoefte aan inspraak ten aanzien van met name zutke
principiële nota's als deze vanuit de corporaties en het woonconsumentenoverleg, die twee maan
den weieens wenselijk zouden kunnen zijn, maar niet zonder meer een zekerheid.
De heer Helns heeft het over de samenhang tussen de verschillende volkshuisvestingsinstru-
menten. Een belangrijk onderdeel daarvan zou volgens hem zijn de doorstroming. Op zichzelf ben
ik dat wel met hem eens. Op dit moment hebben wij in onze woonruimteverdeling een doorstro-
mingssystematiek, in die zin dat mensen met een hoger inkomen niet in aanmerking komen voor
woningen die minder dan een bepaalde huur moeten opbrengen. Andere instrumenten hebben wij niet
en die zullen afhankelijk zijn van rijksbeleid in deze.
Ik moet nog zien dat, zeker als het gaat om het moeilijke instrument van de doorstroming
- iedereen heeft dat uit de landelijke discussie over de nota Volkshuisvesting in de jaren
negentig kunnen lezen -, dat instrument effectief binnen twee maanden zal worden gewijzigd. Ik
denk dat wij op zijn minst acht, negen maanden verder zijn voordat wellicht op dat onderdeel
besluitvorming komt. Afs dat het argument is, dan moet ik de heer Heins helaas teleurstel ten
want daarover zaf binnen twee maanden zeker geen duidelijkheid zijn.
Conclusie, voorzitter, de praktische argumenten voor het toestemming verlenen van gecon
ditioneerd verkopen van woningwetwoningen in Afdfan-Oost gaan voor wat betreft het college
veruit boven de belangen die de heer Heins naar voren heeft gebracht.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Ik breng eerst In stemming de motie Ingediend
door de heer Heins.
De motie van de heren Heins en Meerdink wordt verworpen met 32 tegen 3 stemmen.
(Voor de motie stemmen de leden van de PAL-fractie.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over agendapunt 7.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de
leden van de PAL-fractie wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
- 9 -
Punten 8, 9, 10 en 11 (bijlagen nrs. 55, 57, 58 en 63).
Z.h.st. wordt bes toten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 12 (bijlage nr. 56).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Aanvaarding geschenk bewoners en bedrijven Hulzumerlaan
nummers 121 tot en met 155 (oneven) ten behoeve van het planten van een aantal bomen langs de
Hui zumerI aan.
De heer E.M. Janssen: Mijnheer de voorzitter, het is een goed gebruik bij schenking aan de
gemeente dat de grootste fractie b. en w. namens de raad verzoekt onze hartelijke dank aan de
gulle gevers over te brengen. Alhoewel ik vergeten ben de andere fracties te vragen of zij In
deze onze mening delen, denk ik toch dat ik namens hen kan spreken. Als dat niet zo is dan hoor
ik dat wel. Persoonlijk ben ik ook zeer content met deze verfraaiing van de Hulzumerlaan, aan
gezien ik er enkele keren per dag doorheen fiets. Vandaar ook dat ik het verzoek aan b. en w.
namens de raad richt onze dank aan de gevers over te brengen.
De Voorzitter: Wenst iemand deze gift met kracht van de hand te wijzen? Als dat niet zo is
dan dank ik u voor de betoonde instemming. Wij zullen die dank graag overbrengen. Op zich zelf
is het natuurlijk een verschrIkkelijk goede zaak dat mensen zoveel zorgen voor hun omgeving aan
de dag leggen en dat zij met schenkingen afs deze naar de gemeente toekomen. Wat dat betreft
wil ik graag de erkentelijkheid die de heer Janssen heeft geformuleerd onderlijnen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de
toezegging van de voorzitter
Punt 13 (bijlage nr. 51).
De Voorzitter: Aan de orde is Beschikbaar stelten van een aanvullend krediet voor de ver
vanging van parkeerapparatuur.
De heer Ybema: Voorzitter, het voorstel dat voorligt om parkeerapparatuur te vervangen is
het gevolg van een gigantisch vandalisme dat heeft plaatsgevonden bij parkeermeters. Het colle
ge heeft een paar weken geleden geprobeerd enige orde in die chaos aan te brengen door zoveel
mogelijk kapotte parkeermeters te laten verwijderen. Dat heeft in ieder geval een wat overzich
telijker beeld opgeleverd. In een paar gevallen is echter sprake van een wat onlogische situa
tie. In een straat waar vrijwel alle parkeermeters onthoofd zijn blijken toch nog enkele par
keermeters te functioneren. Die situatie is voor de gebruikers van die parkeermeters bepaald
niet bevorderlijk voor het rechtsgevoel. (De Voorzitter: Bedoelt u nu het rechtsgevoel van
degenen die parkeren bij het paaltje waar geen meter aan zit of het rechtsgevoel van degenen
die parkeren bij het paaltje waar toevallig nog wel een meter aan zit?) Ik denk dat het voor
beiden geldt, voorzitter.
Ik kan mij namelijk de volgende situatie voorstellen. Iemand parkeert bij een werkende
parkeermeter en gebruikt die vervolgens zoals dat behoort. De betrokken persoon blijft iets
langer weg met boodschappen doen dan de bedoeling was en treft bij terugkomst de parkeermeter
op rood aan en vindt vervolgens een bon op de voorruit. Ik denk dat dat toch als een zeer
onbiflijke situatie wordt ervaren.